8.2 Brand blussen

H8.2 Brand blussen!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8.2 Brand blussen!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Na deze les kun je uitleggen hoe je verschillende branden kunt blussen.

Slide 2 - Tekstslide

Branddriehoek
- brandstof
- zuurstof
- ontbrandingstemperatuur

Zonder 1 van de 3 brand-voorwaarden, is verbranding niet mogelijk of stopt de verbranding.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de drie verbrandingsvoorwaarden?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Drie brandvoorwaarden:

Slide 6 - Tekstslide

Tekst
Kerosine
LPG
Benzine
Diesel
Steenkool

Slide 7 - Sleepvraag

Bij het koken van eten wordt aardgas verbrand. Toch spreek je niet van een brand. Waarom niet?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Brand blussen: zuurstof wegnemen
blusdeken
Koolstofdioxide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Als je frituurpan in brand staat, dan blus je die ...
A
met een schuimblusser (zuurstof weg)
B
met water (koelen)
C
door er een deksel op te doen (zuurstof weg)
D
door de stroom uit te zetten (temperatuur)

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Blusmiddelen
Om het juiste blusmiddel te kiezen, kijk je naar de brandende stof. Brandstoffen worden in vijf categorie ingedeeld. 

Brandklassen
  1. A: vaste stoffen zoals hout en meubels
  2. B: vloeistoffen zoals benzine of diesel
  3. C: gassen zoals aardgas of campinggas
  4. D: metalen zoals natrium of magnesium
  5. F: vetten zoals frituurvet 

Hoofdstuk 8 Verbrandingen
§8.2 Brand blussen

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt nu uitleggen hoe je verschillende branden kunt blussen.

Slide 17 - Tekstslide

Bij een proefje met de brander vliegt bij een klasgenoot de trui in brand. Hoe blus je dat?
A
blusdeken
B
poederblusser
C
concierge erbij roepen
D
hangt er vanaf of de klasgenoot aardig is

Slide 18 - Quizvraag

Wat moet je klasgenoot zo snel mogelijk doen als de huid is verbrand?
A
wond koelen met water 1 minuut
B
wond koelen met water 10 minuten (of meer)
C
zalf erop smeren
D
de concierge erbij roepen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de beste manier om
"vlam in de pan" te doven?
A
water eroverheen
B
poederblusser
C
112 bellen
D
deksel erop

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat: maken paragraaf 2


Slide 21 - Tekstslide