§6.4 zandlandschap

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

§6.4 zandlandschap

Waar bevindt zich het zandlandschap in Nederland?

1. noorden
2. oosten
3. zuiden
4. westen

Wanneer is het zand gesedimenteerd?

1. saalien
2. eemien
3. weichselien
4. holoceen

zand is erg:

1. vruchtbaar
2. onvruchtbaar

Omdat de zandgronden erg onvruchtbaar zijn hadden de boeren vroeger een gemengd bedrijf: 

zowel akker- en tuinbouw als veeteelt.

Veel boeren waren grotendeels autarkisch.

Omdat de zandgrond onvruchtbaar is was de bevolkingsdichtheid vroeger:

1. hoog
2. laag

brink

schaapskooi

Vanaf 1870 ging de landbouwproductie omhoog door het gebruik van:

1. guano
2. kunstmest
3. import van mest
4. mineralen

Vanaf ± 1900 steeg de productie nog meer door gebruik van kunstmest. Hierdoor kon de woeste grond ook in gebruik worden genomen.

Tegenwoordig zie je het oorspronkelijke 

eslandschap minder terug.

Midden 20e eeuw zijn veel boeren op de zandgronden overgegaan op intensieve veeteelt (o.a. bio-industrie) omdat de akkerbouw minder oplevert.