maw 2.1

2.1 Groepsvorming 
  • Je kent de verschillende typen bindingen
  • Je kunt uitleggen wat formele en informele sociale controle en groepen inhouden
  • Je kunt het kernconcept groepsvorming toepassen in een vreemde context 
  • Je kunt omschrijven wat er met in en uitsluiting wordt bedoelt
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.1 Groepsvorming 
  • Je kent de verschillende typen bindingen
  • Je kunt uitleggen wat formele en informele sociale controle en groepen inhouden
  • Je kunt het kernconcept groepsvorming toepassen in een vreemde context 
  • Je kunt omschrijven wat er met in en uitsluiting wordt bedoelt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Groepsvorming 
Bindingen tussen meer dan twee mensen die tot stand komen doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken je groepsvorming in de bron? Maak gebruik van het concept, de context en pas toe. 

Tussen wie ontstaan er bindingen?
Hoe beïnvloeden zij elkaar? (welke norm delen ze)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Hoe herken je groepsvorming in de bron? Maak gebruik van het concept, de context en pas toe. 

Tussen wie ontstaan er bindingen?
Hoe beïnvloeden zij elkaar? (welke norm delen ze)

Slide 7 - Tekstslide

VERSCHILLENDE SOORTEN BINDINGEN
GEVOEL

affectief
GELD

economisch
KENNIS

cognitief
POLITIEK

politiek 

Slide 8 - Tekstslide

Van welke soort binding is er in de volgende voorbeelden sprake?
(politiek, affectief, cognitief, economisch)
  • Een kind krijgt te horen hoeveel zijn vader van hem houdt.
  • Een moeder geeft haar kind zak- en kleedgeld.
  • Een werknemer krijgt een salarisverhoging van zijn werkgever.
  • Een stagiair loopt stage, maar krijgt geen stagevergoeding.
  • Uit een onderzoek blijkt dat veel mensen liever een compliment van hun leidinggevende krijgen dan een salarisverhoging.

Slide 9 - Tekstslide

Informele groep
Informele sociale controle

Geen hiërarchie,  geen vastgelegde regels

Wanneer groepsleden elkaar wijzen op de waarden en normen van de groep.
Formele groep
Formele sociale controle 

Vastgelegde doelen/normen en bepaalde vastgelegde rollen

Wanneer mensen vanuit hun beroep of functie anderen op de regels wijzen.

Slide 10 - Tekstslide

Is er in de volgende voorbeelden sprake van formele of informele sociale controle?
  • Leerlingen op een feest buiten schooltijd die een medeleerling aanspreken op gedrag.
  • Een trainer die een speler op de reservebank laat zitten bij een wedstrijd omdat deze speler veel trainingen heeft gemist.
  • Collega's die elkaar bij de postvakjes de laatste roddels vertellen.
  • De gemeenteraadsleden van jouw lokale gemeente die de burgemeester en wethouders controleren.
  • Je familieleden die tijdens een feestje altijd naar jouw cijfers vragen.

Slide 11 - Tekstslide

Ingroup
De groep mensen die bij de groep horen
Outgroup
De groep mensen die niet bij de groep horen
(kunnen/willen/mogen)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Stereotypen en vooroordelen
Stereotypen geven een overdreven of ongenuanceerd beeld van een groep mensen.

Dat kan leiden tot een vooroordeel:
een vooringenomen oordeel over
iemand of iets zonder dat je 
de persoon kent

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak 
• Opdrachten 1 en 2 uit het werkboek (blz. 28 en 29).

Slide 15 - Tekstslide