H1
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je sluit een telefoonabonnement af voor € 25,50 per week. Hoeveel kost dit per maand?
A
€ 110,50
B
€110,70
C
€ 102,00
Slide 2 - Quizvraag
Een begroting is.....
A
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgave
B
Overzicht van verwachte inkomsten
C
Overzicht van verwachte uitgave
Slide 3 - Quizvraag
Welke soorten inkomsten zijn er?
A
inkomsten uit arbeid en overdrachtsinkomens
B
inkomsten uit arbeid en bezit
C
inkomsten uit arbeid, bezit en overdachtsinkomens
Slide 4 - Quizvraag
Rente is ......
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit overdachtsinkomens
C
inkomen uit bezit
Slide 5 - Quizvraag
Winst is........
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit overdachtinkomens
C
inkomen uit bezit
Slide 6 - Quizvraag
Welke soorten uitgaven zijn er?
A
vaste lasten, incidentele lasten en huishoudelijke uitgave
B
Vaste lasten en incidentele lasten
C
Huishoudelijke uitgave en vaste laten
Slide 7 - Quizvraag
Goederen zijn.....
A
producten die nodig zijn om je behoefte te kunnen voorzien
B
tastbare producten die je kunt kopen
Slide 8 - Quizvraag
Primair inkomen is het .......
A
inkomen uit bezit
B
inkomen uit overdrachtsinkomen
C
inkomen uit bezit
D
inkomen uit arbeid en bezit
Slide 9 - Quizvraag
Je verdient € 1850 per maand. Na een loonsverhoging verdien je € 2130,00. Met hoeveel procent is je loon gestegen? Rond af op 1 decimaal.
A
15,2%
B
15,1%
C
15,13%
