Voorbereiding schoolexamen

Voorbereiding SE1
BTE
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding SE1
BTE

Slide 1 - Tekstslide

Koninklijk Theater Carré Amsterdam 

Slide 2 - Tekstslide

Welke klassieke bouwelementen kon je herkennen in dit gebouw ?

Slide 3 - Open vraag

Het gebouw ziet er statig uit.
Hoe komt dit?

Slide 4 - Woordweb

Het gebouw ziet er harmonieus uit, hoe komt dit?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent:
de mythologie
A
verzameling van verhalen over goden
B
de wetenschap van de Griekse geschiedenis
C
verzameling van sprookjes
D
geheimzinnige geruchten

Slide 6 - Quizvraag

Hoe maak je een kunstwerk realistisch? Omschrijf a.d.h.v. vormgevingsaspecten.

Slide 7 - Open vraag

Waarom zie je klassieke elementen zoveel terugkomen in de architectuur?
A
Was eenvoudig na te maken en daardoor minder duur en tijdrovend.
B
Mensen vinden het mooi en daardoor verzekerd van een mooi gebouw.
C
De klassieke elementen zijn nodig voor de constructie van een gebouw.
D
Klassieke oudheid staat symbool voor rijkdom en macht, omdat het een belangrijke tijd in de geschiedenis was.

Slide 8 - Quizvraag

Klassieke oudheid
Het wordt gezien als de basis van de Westerse beschaving en was een tijd van machtige keizers.
Klassieke elementen: zuilen, kapitelen, timpanen, symmetrische bouw.

Slide 9 - Tekstslide

Jean-Francois Millet het Angelus 1859

Slide 10 - Tekstslide


A
Figuratief
B
Abstract
C
Realistisch

Slide 11 - Quizvraag

Welke vormen van ruimtesuggestie zijn zichtbaar?

Slide 12 - Open vraag

Dit schilderij komt uit de
A
Middeleeuwen
B
Barok
C
Realisme
D
Romantiek

Slide 13 - Quizvraag

Waar kijk je naar als je een vraag krijgt over de 'voorstelling' van een kunstwerk?
A
Naar de mening die de kunstenaar wil overbrengen
B
Naar het Wie, Wat en Waar. Dus het verhaal van het kunstwerk.
C
Naar de functie van het kunstwerk
D
Naar de vormgeving van het kunstwerk

Slide 14 - Quizvraag

Als het bij voorstelling om een mensfiguur gaat, dan kun je kijken naar:

Slide 15 - Woordweb

ANTWOORD:
- Uitdrukking
- Houding
- Gebaar
-Blikrichting
- Attribuut

Slide 16 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk vormgevingsaspecten

Slide 17 - Open vraag

Laatste avondmaal,
Leonardo da Vinci 1495 - 1498

Slide 18 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een voorstellingsaspect en een vormgevingsaspect hoe de aandacht op Jezus wordt gelegd.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Een stilleven is
A
Hoop dingen bij elkaar
B
Voorwerpen in een groep
C
Een verzameling levenloze voorwerpen
D
Een rommelige tafel

Slide 21 - Quizvraag

Wat is plasticiteit?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Omschrijf de hanteringswijze

Slide 24 - Open vraag

Welk kleurcontrast herken je?
En waar zie je dit contrast?

Slide 25 - Woordweb

!LET OP
  • Schrijf ALTIJD het vormgevingsaspect op voordat je hem gaat omschrijven, bijvoorbeeld: RUIMTE: er is overlapping en afsnijding te zien.
  • zorg dat je zo duidelijk mogelijk bent in je antwoord.
  • Bij een vergelijking omschrijf altijd beide kunstwerken!
  • Schrijf niet je mening op, beschrijf alleen feiten. Praat dus niet over leuk, stom, gek, vreemd, grappig of raar. ( tenzij hierom gevraagd wordt natuurlijk ;)

Slide 26 - Tekstslide

BELANGRIJKSTE TIP
Blijf duidelijk in je antwoord!
Met alleen 'gezicht' of 'kleur' zeg je eigenlijk niets .

Gebruik liever 2 woorden, zoals:
Glimlachend gezicht
Sombere kleur

Slide 27 - Tekstslide

OEFEN OEFEN OEFEN
  • Zorg dat je alle kennis bezit van kunstbeschouwing deel 1 en Kunstgeschiedenis deel 2 H4 en H5
  • Weet wanneer je moet kijken naar voorstelling en wanneer naar vormgeving.
  • Waar waar je naar moet kijken bij voorstelling.
  • Weet waar je naar moet kijken bij vormgeving.
  • Oefen met de vragen uit je Werkboek!

Slide 28 - Tekstslide

SUCCES!!

Slide 29 - Tekstslide