W36 BIO HSS 3K THEMA 1 ORGANEN EN CELLEN BS 1 EN 2

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel(en) van deze les
  • Je kunt levenskenmerken van organismen noemen.
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen een levensloop en een levenscyclus.
  • Je kunt omschrijven wat een weefsel en wat een orgaan is.
  • Je kunt in een afbeelding van de romp van een mens de organen benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordenlijst bs 1 
  • Stofwisseling
  • Levenskenmerk
  • Individu
  • Levensloop
  • Levenscyclus

Slide 3 - Tekstslide

B1: Organismen 
Th1: Organen en Cellen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

opdracht
Schrijf voor jezelf het antwoord op van de volgende vragen:
1. Wat is een organisme?
2. Wanneer zeggen we in de biologie dat iets leeft? (waar moet het organisme  aan voldoen?)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 7 - Open vraag

6 levensverschijnselen
  • Een Organisme is een levend wezen. Alle levende wezens vertonen de volgende levensverschijnselen:
  • ademhalen
  • voeden
  • uitscheiden
  • groeien
  • ontwikkelen
  • voortplanten
  • bewegen 
  • reageren op prikkels 

Slide 8 - Tekstslide

Groei: Het groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling: verandering in de bouw van een organisme

Slide 9 - Tekstslide

levensloop

Slide 10 - Tekstslide

Levenscyclus

Slide 11 - Tekstslide

§ 2 De bouw van een organisme

Slide 12 - Tekstslide

Woordenlijst
  • cel
  • buikholte
  • orgaan
  • orgaanstelsel
  • middenrif
  • borstholte
  • weefsel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag....
Lezen & Maken paragraaf  1 en 2 
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Tekstslide

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 25 - Sleepvraag

Cel
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 26 - Sleepvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 27 - Sleepvraag

Middenrif
Buikholte
Borstholte

Slide 28 - Sleepvraag

De bronchiën horen bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingstelsel
D
Voortplantingstelsel man

Slide 29 - Quizvraag

De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 30 - Quizvraag

De pancreas hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 31 - Quizvraag

De biceps hoort bij het
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 32 - Quizvraag

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 33 - Quizvraag

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 34 - Quizvraag

Levenskenmerken

Slide 35 - Woordweb

Huiswerk
  • Lezen bs 1 en 2 
  • Maken woordenlijst bs 1 en 2 
  • Maken opdrachten van bs 1 en 2 digitaal 
  • Lezen bs 3 

Slide 36 - Tekstslide

Tip 1: Ga naar de methode Biologie Voor jou via Magister en oefen daar extra door het maken van opdrachten en het leren met flitskaarten.

Tip 2: Ga naar www.biologiepagina.nl
Kies vmbo 3, en dan het thema en de paragraaf waar je moeite mee hebt.

Tip 3: Schrijf je in voor het Biologiekeuze uur voor extra uitleg.
Wil je extra uitleg of meer oefeningen?

Slide 37 - Tekstslide