BBL - Interventietechnieken

welzijn
Begeleidingsmethoden
       Module 3 - Les 5

Beroepsgericht 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

welzijn
Begeleidingsmethoden
       Module 3 - Les 5

Beroepsgericht 1

Slide 1 - Tekstslide

welzijn
Begeleidingsmethoden
Interventietechnieken?!

Slide 2 - Tekstslide

Interventietechnieken
Interventies zijn methoden en technieken die je gebruikt om het gedrag van de cliënt te veranderen en hun omstandigheden te beïnvloeden.


In een situatie ingrijpen om te zorgen dat er iets verandert


Slide 3 - Tekstslide

Doel van interventies
  • Om de kwaliteit van het leven van de cliënt/samenleving te veranderen.
  • Een interventie kan gericht zijn op 1 persoon, groep of een organisatie.


Interventies maken je bewust van je eigen handelen. Je leert als hulpverlener je eigen vaardigheden in de omgang met de cliënt te ontwikkelen. 
Daarnaast bied je cliënten ook interventies aan. Hiermee hebben ze de mogelijkheid hun situatie positief te veranderen.


Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden van interventietechnieken
  • Voorbeeldgedrag
  • Instrueren
  • Conditioneren
  • Ondersteunen
  • Diverse gespreksvormen
  • Competentiegericht begeleiden
  • Coachen
  • Therapie
  • Aanbieden van activiteiten

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeldgedrag
Het goede voorbeeld geven is onderdeel van beroepshouding

Bewust kiezen voor extra voorbeeldgedrag zodat de cliënt dat navolgt

Slide 6 - Tekstslide

Instrueren
Methodisch stap voor stap uitleggen wat de cliënt moet doen of hoe hij iets moet doen.

Gebruik bij ADL, een apparaat leren bedienen, huishoudelijke taken enz.

Slide 7 - Tekstslide

Conditioneren
Bij conditioneren wordt een verband gelegd tussen een handeling of prikkel en de reactie daarop. Hierdoor ontstaat ervaringsleren.



Door straffen en belonen gewenst gedrag aanleren (Skinner en Pavlov).

Frequent herhalen van handelingen

Slide 8 - Tekstslide

Ondersteunen
Een cliënt helpen bij een handeling of activiteit (ADL, aanleren vaardigheden) :
  • Iets doen wat de cliënt zelf niet kan
  • Iets samen doen
  • De cliënt adviseren wat hij moet doen of hoe
  • Een luisterend oor

Slide 9 - Tekstslide

Diverse gespreksvormen
Individueel of groepsgesprek:
  • Confronteren
  • Feedback geven

Slide 10 - Tekstslide

Competentiegericht begeleiden

- Aansluiting vinden bij cliënten
- Cliënten motiveren en stimuleren
- Competenties van cliënten doen vergroten

De belangrijkste onderdelen van deze methode zijn respect voor de cliënt, proactief werken, perspectief bieden en het verbinden met het netwerk van de cliënt. Veelal cliënten met NAH.


Slide 11 - Tekstslide

Casus NAH

Merel (36 jaar) heeft sinds vijf jaar NAH. Ze is vastbesloten om stukje bij beetje steeds zelfstandiger te worden. Merel wil vooruit. Sinds twee jaar woont ze in een woonvorm met 24 uur per dag begeleiding. Tot dusver kookt ze nog niet zelf. Dat wil ze wel graag leren. 

Hoe breng je als begeleider samen met Merel in kaart wat er allemaal komt kijken bij het zelf weer leren koken van je maaltijden?


Slide 12 - Tekstslide

Coachen
Iemand begeleiden zodat kwaliteiten vrijkomen 
Sturen zonder de baas te spelen
Stimuleren van zelfverantwoordelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Therapie
Gericht op het herstel van een ziekte of andere vorm van welbevinden:
  • Psychotherapie
  • RET
  • Gezinstherapie
  • Sociotherapie
  • Gesprekstherapie
  • Fysiotherapie
  • Muziektherapie
  • Bewegingstherapie
  • Creatieve therapie

Slide 14 - Tekstslide

Activiteiten aanbieden
Activiteiten zijn gericht op:
  • zinvolle tijdsbesteding
  • (als onderdeel van een therapie) herstel van een ziekte
  • Instandhouden van zelfredzaamheid en welbevinden

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
 ▪Kies via de site van Vilans één interventietechniek
 ▪Zoek via internet, wat deze interventie verder nog inhoudt en schrijf dit voor jezelf op;
▪Beschrijf hoe deze interventie praktisch ingezet kan worden bij jouw doelgroep, probeer het (indien mogelijk) te koppelen aan een casus uit de praktijk;
▪Over 10 minuutjes gaan we dit gezamenlijk bespreken.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide