4.3 klas 2

Cursus 4.3: Naar een ander soort samenleving
(inloggen hoeft niet)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus 4.3: Naar een ander soort samenleving
(inloggen hoeft niet)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
1. Wat heb je deze les nodig?

2. Korte terugblik cursus 4.2 --> belangrijk voor toets!

3. Starten aan cursus 4.3

4. Aan de slag met de vragen! 

5. Les afronden.

Slide 2 - Tekstslide

Nodig deze les
M&M boek (leerwerkboek B)
Pen of potlood
Werkende microfoon

Is er iets niet duidelijk? Geef het aan! 
Ik help graag! 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik naar cursus 4.2
In de 19e eeuw maakten boeren thuis textiel van wol of katoen: huisnijverheid. Het katoen groeide op plantages in de VS.
Slaven deden hier het werk tot 1865 (afschaffing slavernij)

Eeuwenlang gebruikten mensen energiebronnen als windkracht, waterkracht en spierkracht.
Mensen hadden de natuur nodig om apparaten te laten werken.




Slide 4 - Tekstslide

Terugblik naar cursus 4.2
Eind 18e eeuw: uitvinding stoommachine.
Met brandstof (hout, steenkool) en water werd energie opgewekt. Mensen werden minder afhankelijk van de natuur




Slide 5 - Tekstslide

Terugblik naar cursus 4.2
Er werden veel fabrieken gebouwd voor de productie van textiel (lappen stof voor bijv kleding) --> energie werd geleverd door stoommachine. 

Eigenaar fabriek = werkgever
Mensen die in de fabriek werken = werknemers

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik naar cursus 4.2
Enorme veranderingen in de 19e eeuw:
- Mensen gaan in de stad wonen en in fabrieken werken
- Overal verschijnen fabrieken, spoorlijnen, bruggen.
- Stoomtreinen en stoomschepen vervoeren meer en sneller goederen.
- Het leven van veel mensen veranderde enorm!
Industriële Revolutie. 

Slide 8 - Tekstslide

Cursus 4.3: Naar een ander soort samenleving
Blz. 20

Slide 9 - Tekstslide

Kort stukje uitleg. Daarna aan de slag met de vragen!
Er komen enkele plaatjes voorbij. Je krijgt hier uitleg bij.
Let goed op! Deze uitleg heb je straks nodig om de opdrachten te maken!

Slide 10 - Tekstslide

Tekst

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De Titanic
Stoomschip met topsnelheid van 43 km/uur.  Zeer snel!
Niet afhankelijk van de wind zoals bij een zeilschip!
De trots van de scheepsbouwers.
Zeer modern schip voor die tijd:
- Sporthal, zwembad, lift, cafés, stoombad

Zonk in 1912: '' Ramp met de ijsberg'' 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Leerstof samen lezen/behandelen
Blader mee naar bladzijde 23.
Blauwe blokje: '' Van kolonialisme naar imperialisme''


Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
6 minuten de tijd
Maak vraag 1 t/m 3

Lees bron 5 (geel blokje) bij vraag 2 en bron 3 (geel blokje) bij vraag 3!   Let op! Vraag 2D mag je overslaan!

Tijd om? De vragen samen bespreken!

timer
6:00

Slide 16 - Tekstslide

Blz. 21: Naar de stad
19e eeuw: boeren gaan nieuwe landbouwmachines gebruiken
Gevolg: veel mensen op platteland raken werkloos

Deze mensen gingen in de stad wonen om werk te zoeken.
Ze vonden werk in fabrieken.

Groei van steden= urbanisatie of verstedelijking.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Burgers en stoommachines
Industriële samenleving: Handel en industrie zijn belangrijke middelen van bestaan en de meeste mensen wonen in steden.
(manier om aan voedsel te komen)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Imperialisme
Empire: Engels voor wereldrijk.

Rond 1870 veroveren Europese landen (vooral Frankrijk en Groot-Brittannië) veel gebieden in Afrika en Azië. Doel: aan grondstoffen komen voor de industrie (olie, rubber, tin, koper)

Uitbreiden van je eigen gebied om rijker/machtiger te worden: imperialisme
De veroverde gebieden waren ook een afzetmarkt voor Europese producten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Cursus 4.3: Naar een ander soort samenleving
(inloggen met gamepin + voornaam!)

Slide 23 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
1. Wat heb je deze les nodig?

2. Korte terugblik vorige les --> 7 vragen. 4 juist? Dan zit je goed!

3. Laatste deel van cursus 4.3 samen lezen/bespreken. 

4. Aan de slag met de vragen!  (+ mogelijkheid om vragen stellen)

5. Les afronden.

Slide 24 - Tekstslide

Korte terugblik vorige les
Er komen 7 vragen voorbij.
Kies telkens het JUISTE antwoord.

Heb je er minstens 4 van de 7 juist?
Dan zit je goed! 

Slide 25 - Tekstslide

1. Waarom kwam er in Groot-Brittannië in de 19e eeuw steeds minder werk op het platteland?
A
Omdat machines daar het werk overnamen
B
Omdat er steeds meer aan huisnijverheid werd gedaan
C
Omdat de slavernij werd afgeschaft
D
Omdat er te weinig kolonies werden veroverd

Slide 26 - Quizvraag

2.Welke jaartallen horen bij de tijd van burgers en stoommachines?
A
1700 tot 1800
B
1800 tot 1900
C
1900 tot 1950
D
1600 tot 1700

Slide 27 - Quizvraag

3.Wanneer veel mensen naar de steden verhuizen en hierdoor de steden groeien, noemen we dit...
A
Imperialisme
B
Automatisering
C
Huisnijverheid
D
Urbanisatie

Slide 28 - Quizvraag

4.Rond 1870 veroverden Europese landen grote delen van Afrika en Azië. Dit noemen we ook wel...
A
Imperialisme
B
Industrialisatie
C
Verstedelijking
D
Commerciële dienstverlening

Slide 29 - Quizvraag

5.Welke 2 Europese landen deden vooral aan imperialisme rond 1870?
A
Duitsland en Portugal
B
Nederland en België
C
Frankrijk en Groot-Brittannië
D
Italië en Griekenland

Slide 30 - Quizvraag

6.Welke reden hadden Europese landen NIET voor het imperialisme?
A
Hun cultuur verspreiden
B
Aan grondstoffen komen
C
Afzetmarkten zoeken voor hun producten
D
De slavernij afschaffen

Slide 31 - Quizvraag

7. In een industriële samenleving zijn ______ en ______ belangrijke middelen van bestaan.
A
Handel en industrie
B
Landbouw en ambachten
C
Jagen en verzamelen
D
ICT en dienstverlening

Slide 32 - Quizvraag

Leerstof samen lezen/behandelen
Blader mee naar bladzijde 23
Blauwe blokje: '' Van kolonialisme naar imperialisme'' 


Slide 33 - Tekstslide

Leerstof samen lezen/behandelen
Blader mee naar bladzijde 24
Blauwe blokje: '' Vakbonden'' 


Slide 34 - Tekstslide

Vakbonden
De rijkdom in de 19e eeuw was niet eerlijk verdeeld:
- Fabriekseigenaren waren vaak erg rijk
- De arbeiders en hun gezinnen waren heel erg arm.

Het werk in de fabriek was gevaarlijk, ongezond en werd slecht betaald.
De werkdagen waren erg lang. Ook op zaterdag werd gewerkt.

Arbeiders waren ontevreden en wilden meer loon en betere werkomstandigheden --> ze richtten vakbonden op! 


Slide 35 - Tekstslide

Vakbonden
Vakbond =vereniging van arbeiders die onderhandelt voor betere lonen en werkomstandigheden

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Leerstof samen lezen/behandelen
Blader mee naar bladzijde 24
Blauwe blokje: '' Kinderarbeid'' 


Slide 38 - Tekstslide

Kinderarbeid
Kinderarbeid in fabrieken kwam veel voor in de 19e eeuw. 
Rond 1860 kwam hier steeds meer kritiek op:
'' Het werk was ongezond, kinderen hoorden buiten te spelen en op school te zijn'' 

Eind 19e eeuw: Lonen arbeiders stijgen, het was minder nodig om kinderen te laten werken. Ze gingen vaker naar school. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag!
10 minuten --> begin volgende les af!
Cursus 4.3: Naar een ander soort samenleving
- vraag 1 t/m 12  
(Vragen die je mag overslaan:  5D, 6, 8B, 10C en 11)

Test jezelf op blz. 41
- vraag 7,8 en 9

Blijf online! We sluiten straks de les samen af!
timer
10:00

Slide 45 - Tekstslide