Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 46 verwijswoorden
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
1. Nakijken
2.Terugblik vorige les
3. Doel
4. Uitleg: verwijswoorden
5. Aan de slag
6. Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken
Les 40 opdracht 1 t/m 10
nakijken
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Slide 4 - Tekstslide
Wat is 'zijn' in deze zin: "Ik vind zijn schoenen heel mooi."
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Vul in: "Ik vind ... erg aardig en ik vind ... moeder ook erg aardig."
Slide 6 - Open vraag
Kun je al iets vertellen over het aanwijzend voornaamwoord?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn
verwijswoorden
.
Ezelsbruggetje:
dez
E
en di
E
gebruik je bij d
E
-woorden.
di
T
en da
T
gebruik je bij he
T
-woorden.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
'Deze' en 'die' verwijzen naar...
A
De-woorden
B
Het-woorden
Slide 16 - Quizvraag
'Dit' en 'dat' verwijzen naar...
A
De-woorden
B
Het-woorden
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin: "Er zijn vijf puppy's geboren. Die drinken nu melk bij hun moeder."
Slide 18 - Open vraag
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin: "Fatima heeft een gouden armbandje. Dit draagt ze elke dag."
Slide 19 - Open vraag
Vul in: "Als er een keukenbrandje is ontstaan, blus je .... met een brandblusser."
Slide 20 - Open vraag
Zelfstandig werken
Wat?
Afmaken les 45 opdracht 1 t/m 10.
Les 46, maken vraag 1 t/m 9 op blz. 96 en 97.
Hoe?
Lees nog een keer de uitleg op blz. 96.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen of verder met de werkbladen.
Slide 21 - Tekstslide
DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn
verwijswoorden
.
Ezelsbruggetje:
dez
E
en di
E
gebruik je bij d
E
-woorden.
di
T
en da
T
gebruik je bij he
T
-woorden.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is hier géén verwijswoord ?
A
de
B
deze
C
die
D
dat
Slide 25 - Quizvraag
Welk verwijswoord?
Het huis.
A
dit en dat
B
die en deze
Slide 26 - Quizvraag
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Verwijst naar mensen, dieren, dingen, begrippen en verschijnselen
Geeft bezit aan. Je kunt zien dat iets van iemand is.
Wijst iemand of iets aan.
Slide 27 - Sleepvraag
Zelfstandig werken
Wat?
Afmaken les 45 opdracht 1 t/m 10.
Les 46, maken vraag 1 t/m 9 op blz. 96 en 97.
Hoe?
Lees nog een keer de uitleg op blz. 96.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen of verder met de werkbladen.
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Groep 7-8 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
-
27 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijp ik de tekst?
November 2023
-
10 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Verwijswoorden en flaptekst
January 2022
-
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
-
18 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
July 2025
-
17 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
Les 2 Wat wil je zeggen met emoji's?
January 2024
-
29 slides
Mediawijsheid
Burgerschapskunde
+1
Speciaal Onderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs
Basisschool
De InternetHelden
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2TL periode 1 les 14
July 2025
-
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1