4.6 Integratie gaat niet vanzelf

H6 Integratie gaat niet vanzelf
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Integratie gaat niet vanzelf

Slide 1 - Tekstslide

integratie verloopt in drie fasen
1. Vermijding

2. Conflict

3. Aanvaarding
Immigratie is niet nieuw. Dat gebeurt al eeuwen. We herkennen steeds opnieuw drie fasen van integratie.

Slide 2 - Tekstslide

Fase 1: vermijding
Wat gebeurt er?
Immigranten worden in het begin gezien als vreemdelingen.
Contact tussen nieuwkomers en autochtone bevolking wordt vermeden
Gevolg
Beide groepen ervaren een gevoel van verlies

Om het gevoel van gemis zo klein mogelijk te maken gaan mensen vooral om met hun eigen groep

Slide 3 - Tekstslide

Fase 2: conflicten
Wat gebeurt er?
Nieuwkomers en de autochtone bevolking komen elkaar toch tegen. Dat houdt je niet tegen in een dichtbevolkte samenleving zoals Nederland.



Gevolg
De twee groepen storen zich aan elkaar. Wat de ene groep heel normaal vindt (geloof, waarden, gewoontes) wordt als gek ervaren door de ander.
Bijvoorbeeld: moskeeën, kledingstijl, laat buiten spelende kinderen,

Slide 4 - Tekstslide

Fase 3: aanvaarding
Wat gebeurt er?
Er komt een moment dat mensen beseffen dat het land veranderd is en dat dit zo zal blijven. We moeten er samen wat van maken.
Gevolg
Aanvaarding komt van twee kanten door:

respect voor elkaars cultuur en tolerantie.

Slide 5 - Tekstslide

integratie verschilt vaak per generatie
1ste generatie: 




2de generatie:




3de generatie:

Deze groep besloot naar Nederland te verhuizen.
Houden vaak vast aan eigen cultuur.
Zijn de kinderen van...
Zij groeien op in  beide culturen, dit is moeilijk. Ze hebben soms het gevoel nergens echt bij te horen
Zijn de kinderen van de kinderen....
Zij voelen zich vaak het meest Nederlander, ze zijn hier opgegroeid en weten niet meer hoe het in het land van opa en oma was.

Slide 6 - Tekstslide

Botsingen
Spanningen ontstaan vaak als mensen niet tolerant zijn en er geen begrip is voor andere waarden en normen.
De wet stelt wel grenzen aan wat er in Nederland mag.
Voorbeelden zijn:
Dragen van een boerka
Meisjesbesnijdenis
Homoseksualiteit

Het gedeeltelijk of helemaal verwijderen van de vrouwelijke geslachtsorganen. Dit mag niet in Nederland; iedereen is baas over zijn eigen lichaam. Toch gebeurt dit soms nog wel illegaal bij subculturen uit Soedan, Ethiopië en Somalië
Niet toegestaan in het OV, op school en in de zorg.
In Nederland mogen mensen van hetzelfde geslacht met elkaar trouwen en hebben precies dezelfde rechten als heteroseksuele mensen. Sommige strenggelovige mensen zijn hier erg op tegen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Oorzaken van discriminatie
Zondebok
Wanneer het slecht gaat, of mensen problemene hebben dan zoeken ze iemand om de schuld te geven van die ellende.
Een groep die de schuld krijgt noemen we de zondebok
Xenofobie
Sommige mensen zijn bang voor alles wat vreemd of anders is. Dit kan ook leiden tot vreemdelingenhaat.
Jezelf beter voelen
Soms voelt de ene groep zich beter of meer waard dan de andere groep. Dit willen ze dan ook laten weten
Polarisatie / afname sociale cohesie
Hierdoor komen groepen in de samenleving tegenover elkaar te staan. Dit noemen we polarisatie. Mensen voelen zich niet verbonden met elkaar: de sociale cohesie gaat naar beneden

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet de overheid
- discriminatie is verboden: artikel 1 van de grondwet
- Er is de wet gelijke behandeling (daarin staat de overheid discriminatie aanpakt).


Slide 10 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
- Er wat van zeggen als het mensen discrimineren.
- Aangifte doen bij de politie.
Soms is niets zeggen hetzelfde als het ermee eens zijn.
Het kan erg belangrijk zijn om te laten weten dat niet iederee die mening heeft

Slide 11 - Tekstslide