§7.4

§7.4 Veerkracht
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

§7.4 Veerkracht

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
* Startopdracht
* Huiswerk bespreken 7.3
* Start met 7.4 
* Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Maak de opgaves op het werkblad in tweetallen. 
Voor beide opgaves krijg je 8 minuten. 
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk van 7.3 
Maken §7.3 opgave 32 tot en met 35 + 37

Alle opgaves nakijken en opgave 35 bespreken. 

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 35
Van Newton naar kg i.p.v. kg naar Newton. 
Normaal x 9,81, nu dus delen door!

a) 490,5 : 9,81 =50 kg
b) 637,6 N :9,81 =64,99 kg
c) rond de evenaar is g= (9,78 N/kg zie figuur 7.8) dus
2,9 : 9,78 = 0,3 kg

Slide 5 - Tekstslide

een kracht herken je aan.....
A
verandering van vorm
B
verandering van beweging
C
verandering van richting
D
alle drie zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

De massa van een blikje met soep is 500 gram. Hoeveel Newton is de zwaartekracht op dit blikje?
A
490 N
B
49 N
C
4,9 N
D
0,49 N

Slide 7 - Quizvraag

Een auto weegt 990 kg. Wat is de zwaartekracht in N?
A
971 N
B
9712 N
C
9900 N
D
97 N

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen
Je leert wat veerkracht is

Je kunt aan het einde van de les: 
* Met een verhoudingstabel de kracht en uitrekking bij een veer berekenen. 
* Rekenen met F = C x u
* Vanuit de veerconstante een uitrekking, krachtdiagram maken. 
* Uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht
* Aan de hand van de veerconstante aangeven hoe stug of slap een veer is

Slide 9 - Tekstslide

Uitrekking van veer meten
De opstelling wordt gemaakt zoals de opstelling hiernaast.

Vervolgens worden massas aan de veer gehangen.

Dan wordt de uitrekking gemeten.

Slide 10 - Tekstslide

Uitrekking

De uitwijking van een veer is het verschil in de

positie u vóórdat een gewicht wordt opgehangen en
nadat een gewicht wordt opgehangen.


Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals

in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het

gewicht, hoe groter de uitwijking.

Slide 11 - Tekstslide

Uitrekking


Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals

in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het

gewicht, hoe groter de uitwijking.


Als de massa 2x zo groot wordt dan wordt de 

uitrekking ook 2x zo groot.

Slide 12 - Tekstslide

recht evenredig verband
De uitrekking is recht evenredig met de kracht.
Hiermee wordt bedoeld:
Als je een veer 1 cm uitrekt en daar heb je bijvoorbeeld 2 N voor nodig, dan heb je 4 N nodig aan kracht om de veer 2 cm uit te rekken. 

Slide 13 - Tekstslide

Veerconstante
  • De hoeveelheid kracht die nodig is om een veer  1 cm of 1 meter uit te rekken.
  • Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.
  • Welke veer is het stugst?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bij een recht evenredig verband
bij een veer, wordt bij een twee keer zo grote kracht de uitrekking van de veer
A
twee keer groter
B
twee keer kleiner
C
even groot
D
vier keer zo groot

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een veer heeft een lengte van 12 cm.
er wordt een massa aangehangen van 50 gram,
de veer heeft nu een lengte van 15cm.
Hoe groot is u ?
A
3 cm
B
12 cm
C
15 cm
D
50 cm

Slide 19 - Quizvraag

Een blokje heeft een massa van 0,8 N en wordt aan een veer gehangen. De veer rekt 10 cm uit. Bereken de veerconstante in N/m.
A
0.08N/m
B
0.8N/m
C
8N/m
D
80N/m

Slide 20 - Quizvraag

Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/cm. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de massa van dit blokje in kg.
A
5,87kg
B
57,6kg
C
5,76kg
D
58,7kg

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
§7.4 maken opgave 42, 44, 46, 47, 48 

Slide 22 - Tekstslide

veerconstante diagram  tekenen
verzamel je gegevens:
Kracht (F) en uitwijking (U)

Slide 23 - Tekstslide

veerconstante diagram tekenen
Teken het diagram met de gegevens

Slide 24 - Tekstslide

Berekenen van de veerconstante
C= F/u
F= 1,0 N
u= 2,4 cm
C = 1/2,4= 0,417 N/cm
C= F/u
F= 3,0 N
u= 7,2 cm
C = 3/7,2= 0,417 N/cm
De veerconstante van deze veer is dus 0,417 N/cm.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
§7.4 maken opgave 51
Ook onderdeel van het huiswerk! Ben je daarmee klaar.
Ga dan verder met de opgaves: 
42, 44, 46, 47 & 48

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat veerkracht is

Je kunt aan het einde van de les: 
* Met een verhoudingstabel de kracht en uitrekking bij een veer berekenen. 
* Rekenen met F = C x u
* Vanuit de veerconstante een uitrekking, krachtdiagram maken. 
* Uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht
* Aan de hand van de veerconstante aangeven hoe stug of slap een veer is

Slide 27 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll