In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Inleiding Schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Behaalde doelen
Je hebt een werkdocument met alle onderdelen van een wetenschappelijk paper en kunt daarin samenwerken in de onedrive.
Je hebt een start gemaakt met het invoeren van bronnen in Mendeley. Je hebt deze samengevat in een concept inleiding en er is een begin van een bronnen- / literatuurlijst.
Je hebt een onderwerp en onderzoeksrichting gekozen, er is een start gemaakt met het onderzoeksontwerp
Slide 2 - Tekstslide
Na deze les
Ken je het verschil tussen een voorwoord en een inleiding
Weet je welke inhoudelijke onderdelen in een inleiding thuis horen.
Kun je wetenschappelijk schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Voorwoord of Inleiding
Voorwoord: bevat persoonlijke motivatie en/of beschrijvingen van het proces.
Inleiding: Objectief, wetenschappelijk geschreven tekst. Deze tekst beschrijft:
de wetenschappelijke en/of maatschappelijke relevantie van het onderzoek
het theoretisch kader dat nodig is om het onderzoek te kunnen begrijpen
Een onderzoeksvraag en doorkijk naar de methode (kort)
Slide 4 - Tekstslide
Toen wij aan dit onderzoek begonnen was voor ons één doel heel belangrijk. Wij willen een onderzoek gaan doen wat wij leuk vinden en waar we ook echt naar uit kijken om het uit te voeren. Als snel kwamen wij bij dieren uit, omdat wij beiden dol zijn op dieren is dat ook leuk om een onderzoek mee te gaan doen. Nadat wij overlegd hadden met leraren leek het ons leuk om het onderzoek met schapen te doen, aangezien we makkelijk schapen tot onze beschikking hebben. Wij willen de schapen iets gaan leren, maar er moet wel een doel zitten in het leren van een taak. Wat dat doel is, is later te lezen.
geen subjectieve bijvoeglijk naamwoorden( groot, lang, dun, fantastisch, vreselijk etc)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Structuur Alinea's
In één alinea beargumenteer je een stelling bv:
Kanker is een veel voorkomende ziekte in Nederland.
In 2016 kregen volgens de meest recente schatting van IKNL 108.400 mensen kanker, 2500 meer dan in 2015 (2,4 %). Mannen krijgen vaker kanker (56.700) dan vrouwen (51.700). De meest voorkomende soort kanker in Nederland is in 2016 huidkanker met 15.800 nieuwe gevallen, gevolgd door darmkanker (15.400). Na huidkanker komen in 2016 borstkanker (14.600), longkanker (12.200) en prostaatkanker (11.100).
Slide 10 - Tekstslide
Structuur Alinea's
Stelling kan vóór het bewijs (deductief) / uitwerking of erna (inductief)
In 2016 kregen volgens de meest recente schatting van IKNL 108.400 mensen kanker, 2500 meer dan in 2015 (2,4 %). Mannen krijgen vaker kanker (56.700) dan vrouwen (51.700). De meest voorkomende soort kanker in Nederland is in 2016 huidkanker met 15.800 nieuwe gevallen, gevolgd door darmkanker (15.400). Na huidkanker komen in 2016 borstkanker (14.600), longkanker (12.200) en prostaatkanker (11.100). Kanker is dus een veel voorkomende ziekte in Nederland.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
(sub) kopjes
goede kopjes scheppen een inhoudelijke verwachting
open een voorbeeldartikel op de onderzoeks-wiki en kijk hoe ze dat daar doen