Koffie

Drankenkennis: koffie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Drankenkennis: koffie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar wordt de koffieboon uitgehaald?
A
Uit een blauwe bes
B
Uit een rode bes
C
Uit de grond
D
van een plant

Slide 3 - Quizvraag

Het groei- en rijpingsproces
Koffieplant bloeit -->    Krijgt groene bessen --> Gele/rode bes





- In iedere bes zitten 2 zaden. Dit zijn de koffiebonen

Slide 4 - Tekstslide

Voor één kop koffie heb je ongeveer 50 koffiebonen nodig. Hoeveel koffiebessen moet je daarvoor plukken?
A
50
B
100
C
25
D
40

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

De droge en natte (voor)bereiding van koffiebonen

Kijk mee op in jullie boekje (blz 62 & 63)


Slide 7 - Tekstslide

Branden en Melangeren van de koffiebonen

  • De voorbewerkte koffiebonen worden nu verkocht aan koffiebranders
  • Vervolgens gaat de koffiebrander de bonen melangeren. Dit betekent het mixen van verschillende koffiebonen. Iedere soort heeft zijn eigen smaak karakter. 
  • Hierna branden ze de koffiebonen (roosteren). De koffieboon krijgt een bruine kleur. De boon zet uit en wordt 2x zo groot. 
  • Tijdens het branden ontwikkelt de koffieboon dus zijn specifieke geur, kleur en smaak

Slide 8 - Tekstslide

Leg in jouw eigen woorden uit wat melangeren is

Slide 9 - Open vraag

Koffiezetmachines
  • Espressoapparatuur


  • filterapparatuur (snelfilter en rondfilter)

  •  volautomatische koffiezetsystemen

Slide 10 - Tekstslide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van koffie zetten met een espressomachine.

Slide 11 - Open vraag

Zelf gemalen koffie in een filter doen
Deze machine wordt veel gebruikt in een kantine
Snel veel verschillende soorten kunnen zetten
Espresso van de hoogste kwaliteit
Je zet een grote hoeveelheid in een keer
Onder hoge druk wordt het water door de piston geperst

Slide 12 - Sleepvraag

Het bereiden van koffie
  1. Kies de juiste koffiesoort
  2. Gebruik vers gemalen koffie
  3. Gebruik vers water
  4. Zorg ervoor dat het water heet genoeg is
  5. Serveer de koffie op de juiste temperatuur
  6. Bewaar de koffie in de originele verpakking in een luchtdichte trommel

Slide 13 - Tekstslide

Espresso
  • Italiaans voor 'snel'. Dat slaat op de tijd die nodig is om de espresso te zetten: tussen de 23 en 30 sec.
  • Voor een espresso gebruik je dezelfde hoeveelheid gemalen koffie als bij een gewoon kopje koffie. Alleen de hoeveelheid water die je gebruikt is minder. 
  • Hierdoor krijg je een klein, maar krachtig kopje koffie

Slide 14 - Tekstslide

Slow koffie
Dit is langzaam gezette koffie. De zettijd is drie tot vier minuten. 
Je giet heel langzaam heet water (90 graden) op de gemalen koffie bonen. Omdat je geen kokend water gebruikt wordt je koffie heel mooi zacht van smaak. 

Slide 15 - Tekstslide

Cappuccino
  • Bij een goede cappuccino is het witte melkschuim omrand door het bruin van de crèmelaag van de espresso. 
  • Een cappuccino bestaat uit 1/3 deel espresso, 1/3 deel warme melk en 1/3 deel melkschuim. 
  • De kunst zit hem in het opschuimen van de melk. Hiervoor gebruik je volle melk. De melk moet ijskoud zijn. Je gebruikt het stoompijpje van het espresso apparaat om de melk op te schuimen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video