Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mens & Maatschappij
SO 5.3 & 5.4
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 5.3
Slide 2 - Tekstslide
Sleepvragen
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding en lees de onderstaande opmerkingen. Maak de juiste combinaties tussen de cijfers op de kaart en de opmerkingen A t/m D.
Ik stream alle Netflix-series op min mobiel.
Twee leerlingen uit mijn klas hebben thuis een computer.’
Bijna ieder huishouden heeft een vaste internetverbinding.
Als ik met mijn opa wil bellen, gebruik ik de telefoon in het dorpshuis.’
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is het belangrijkste doel van sociale media? Sleep het juiste antwoord naar het groene vak.
A. informatie delen
B. mensen kritiek geven
C. mensen opvrolijken
D. online zijn
E. spelletjes spelen
F. zo veel mogelijk contacten opdoen.
Slide 5 - Sleepvraag
Open vragen
Slide 6 - Tekstslide
Vul het juiste begrip in.
De overgang van informatie naar een digitale vorm die gebruikt kan worden door elektronische apparaten zoals, computers
Slide 7 - Open vraag
Vul het juiste begrip in.
Wat betekent de afkorting ICT?
Slide 8 - Open vraag
Tijdens de coronacrisis moesten mensen soms in quarantaine.
Leg uit hoe zij dankzij moderne communicatiemiddelen toch gemakkelijk met andere mensen in contact konden blijven.
Slide 9 - Open vraag
Is het aantal ICT-opleidingen de laatste 30 jaar afgenomen, gelijk gebleven of toegenomen? Kies het juiste antwoord en leg je antwoord uit.
Het aantal ICT-opleidingen is afgenomen / gelijk gebleven / toegenomen,
want ...
Slide 10 - Open vraag
Het proces van globalisering gebeurt op vier gebieden.
Welke twee missen in het rijtje? Schrijf ze erbij.
Slide 11 - Open vraag
Meerkeuze vragen
Slide 12 - Tekstslide
Lees de bron.
Wat wordt bedoeld met de laatste zin? Omcirkel het juiste antwoord.
A
Amsterdam en Londen zijn beter dan voorheen met elkaar verbonden
B
De afstand in kilometers tussen Amsterdam en Londen is kleiner geworden.
C
Het wordt steeds goedkoper om van Amsterdam naar Londen te gaan.
D
Winkelen in Londen is een stuk leuker dan in Amsterdam.
Slide 13 - Quizvraag
Gaat het om een oorzaak of om een gevolg van globalisering? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
Veel van onze kleding is gemaakt in Azië.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 14 - Quizvraag
Gaat het om een oorzaak of om een gevolg van globalisering? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
In vrijwel elk land staat een vestiging van McDonalds.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 15 - Quizvraag
Gaat het om een oorzaak of om een gevolg van globalisering? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
Op de grootste containerschepen kunnen meer dan 20 000 containers geladen worden.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 16 - Quizvraag
Gaat het om een oorzaak of om een gevolg van globalisering? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
Om de aarde zweven ongeveer 6000 satellieten.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 17 - Quizvraag
Op het gebied van ICT en globalisering loopt het werelddeel Afrika achter.
Wat is hiervoor een goede verklaring?
A
De afstanden met Amerika en Europa zijn te groot
B
Er wordt te weinig Engels gesproken
C
Veel mensen wonen nog in kleine gemeenschappen
D
Zij hebben niet voldoende kennis en kapitaal
Slide 18 - Quizvraag
Soms kiest een overheid er in oorlogstijd voor om alle sociale media te verbieden.
Wat zou hiervoor de reden kunnen zijn?
A
Om burgers niet af te leiden van de oorlog.
B
Om de verspreiding van ongewenste informatie tegen te gaan.
C
Om zo de tegenstander in de war te brengen.
D
Om zo het stroomgebruik in een land te beperken.
Slide 19 - Quizvraag
Paragraaf 5.4
Slide 20 - Tekstslide
Sleepvragen
Slide 21 - Tekstslide
Over welke twee gebieden gaat de nieuwe internationale arbeidsverdeling? Zet een X voor de twee juiste antwoorden.
de landen waar vooral grondstoffen gewonnen worden
de landen met de grootste mainports
de landen waar de dure spullen verkocht worden
de landen waar vooral producten gemaakt worden van grondstoffen
de landen die het meest geglobaliseerd zijn
de landen met de meeste handel
X
X
Slide 22 - Sleepvraag
Open vragen
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf onder elke omschrijving welk begrip bedoeld wordt.
onderneming die in meerdere landen vestigingen heeft
Slide 24 - Open vraag
Schrijf onder elke omschrijving welk begrip bedoeld wordt.
gebied dat behoort tot de kenniseconomie met veel hightechbedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten
Slide 25 - Open vraag
Lees de bron. Is de Brexit gunstig of ongunstig voor de vrijhandel in Europa? Leg je antwoord uit.
De Brexit is gunstig / ongunstig voor de vrijhandel in Europa, want ...
Slide 26 - Open vraag
Bekijk de bron. Stel: je moet iemand met behulp van deze bron uitleggen wat ‘global shift’ betekent. Kun je dan beter de verwerking van olie of coltan als voorbeeld gebruiken? Leg je antwoord uit.
Een beter voorbeeld van global shift is olie / coltan, want ...
Slide 27 - Open vraag
Meerkeuze vragen
Slide 28 - Tekstslide
Welke uitspraak past bij de WTO? Omcirkel het juiste antwoord. Wij streven naar …
A
… eerlijke handel waarbij geen sprake is van moderne slavernij
B
… een maximaal gebruik van ICT in de handel
C
… een manier van handelen waarbij landsgrenzen geen rol spelen
D
… een zo duurzaam en milieuvriendelijk mogelijke handel
Slide 29 - Quizvraag
Bekijk de bron. Het duurt 16 dagen (per trein) of 36 dagen (per schip) om vanuit China laptops naar Duitsland te vervoeren.
Waarom worden de laptops in China in elkaar gezet?
A
Alleen in China is de juiste kennis voor de montage aanwezig.
B
Er zijn in Europa geen geschikte locaties voor zulke fabrieken.
C
Het is voordeliger door de lagere loonkosten
D
In China bevinden zich de juiste grondstoffen
Slide 30 - Quizvraag
Bekijk de bron. Is de uitspraak juist of onjuist?
De bron laat zien dat rijke landen geen eigen grondstoffen hebben
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Bekijk de bron. Is de uitspraak juist of onjuist?
Productieketen’ zou ook een goede titel voor de bron zijn
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Bekijk de bron. Is de uitspraak juist of onjuist?
De bron gaat over de politieke gevolgen van globalisering
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Bekijk de bron. Is de uitspraak juist of onjuist?
De bron laat zien hoe materialen wereldwijd gerecycled worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Globalisering heeft gevolgen voor de manier waarop producten geproduceerd worden. Maak de zinnen in orde door telkens het juiste woord te kiezen.
1 Producten worden steeds vaker in het buitenland / eigen land geproduceerd.
2 Er zijn meer / minder multinationale ondernemingen gekomen.
A
1. buitenland - 2. meer
B
1. buitenland - 2. minder
C
1. eigen land - 2. meer
D
1. eigen land - 2. minder
Slide 35 - Quizvraag
Niet elke haven groeit uit tot een grote mainport.
Bij welke situatie is de kans het grootst dat de haven wél een grote mainport wordt?
A
De haven ligt aan ondiep water maar is tijdens vloed toegankelijk
B
De haven ligt in een gebied met weinig andere economische activiteiten.
C
In de omgeving van de haven liggen beschermde natuurgebieden
D
Vanuit de haven lopen veel spoor-, water- en autowegen verder het land in.
Slide 36 - Quizvraag
Welke opmerking is juist?
A
Amsterdam is een voorbeeld van een brainport in Nederland
B
Brainports komen vooral voor in rijke landen.
C
Een brainport past bij een land waar de meeste mensen werken in de primaire sector.
D
Vanuit een brainport worden de aangekomen goederen verder verdeeld over het land.
Slide 37 - Quizvraag
Einde toets
Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord.