grammatica 3.4

Grammatica
Engelse werkwoorden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Inleiding (5 min)
Inhoud en doel van de les bespreken & voorkennis activeren.
Kern (15 min): 
Les: Engelse werkwoorden. Oefenen met uitleg.
Slot (10 min)
Is het leerdoel behaald? Uitleg huiswerk.



Slide 2 - Tekstslide

Doel:
- Je spelt vormen van Engelse werkwoorden correct.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe goed ben jij in het correct spellen van Engelse werkwoorden?
schaal van 1 tot 10

Slide 4 - Open vraag

Uitleg
Engelse werkwoorden spel je op dezelfde manier als Nederlandse zwakke werkwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
hele werkwoord zappen
ik-vorm zap
tegenwoordige tijd = ik-vorm (+t) ik zap, jij zapt
verleden tijd = ik-vorm+te(n) of de(n) ik zapte, wij zapten
voltooid deelwoord gezapt


Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
hele werkwoord saven
ik-vorm save
tegenwoordige tijd = ik-vorm (+t) ik save, jij savet
verleden tijd = ik-vorm+te(n) of de(n) ik savede, wij saveden
voltooid deelwoord gesaved


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Twijfel je? Gebruik letters t x f k s ch en p ('t ex-fokschaap):
- t (wel in 't ex-fokschaap)
- d (niet in 't ex-fokschaap)

Slide 9 - Tekstslide

Hij finishen (v.t.)..........als laatste.
A
finishte
B
finishde

Slide 10 - Quizvraag

finishen: ‘h’ hoo­rt bij ‘t ex-fokschaap, dus finishte

Slide 11 - Tekstslide

Hij showen (t.t.)..........graag dat hij goed kan dansen.
A
showt
B
showet

Slide 12 - Quizvraag

ik show (stam)
jij showt (stam + t)

Slide 13 - Tekstslide

Hij joggen (v.t.)..........elke dag.
A
jogte
B
jogde
C
joggte
D
joggde

Slide 14 - Quizvraag

ik jog (stam)
verleden tijd = ik-vorm+te(n) of de(n)

joggen: ‘g’ hoo­rt niet  bij ‘t ex-fokschaap, dus jogde

Slide 15 - Tekstslide

Hij faken (v.t.)..........dat hij ziek was.
A
fakte
B
fakde
C
fakete
D
fakede

Slide 16 - Quizvraag

ik fake (stam)
verleden tijd = ik-vorm+te(n) of de(n)

faken: ‘k’ hoo­rt bij ‘t ex-fokschaap, dus fakete

Slide 17 - Tekstslide

Een korte 'test'

Slide 18 - Tekstslide

Hij faxen (v.t.)..........dat jullie gisteren heel goed bridgen (v.t.)..........

Slide 19 - Open vraag

Mijn vader deleten (v.t.)..........het downloaden (v.d.)..........

Slide 20 - Open vraag

De garage mailen (t.t.).......... me dat dat type auto niet leasen (v.d.)..........kan worden.

Slide 21 - Open vraag

Afsluiting
- Is het leerdoel behaald? 
(je spelt vormen van Engelse werkwoorden correct)

- Had je je eigen niveau goed ingeschat?

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
NU Nederlands
Grammatica
3.4

alle (gewone) opdrachten 

Succes :) 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
NU Nederlands
Grammatica
3.4

extra opdrachten en examenopdrachten 

Succes :) 

Slide 24 - Tekstslide