In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.4 de macht van de vorsten
Slide 1 - Tekstslide
Programma
terugblik
uitleg 6.4
check
afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Waarom was het bouwen van kerken en kathedralen zo belangrijk voor de Middeleeuwse mens? Noem 2 redenen.
Slide 3 - Open vraag
Waarom kochten veel mensen in de Middeleeuwen een aflaat bij de kerk?
Slide 4 - Open vraag
Romaanse kerk
Gotische Kerk
dikke muren
grote ramen
hoge muren met luchtbogen
kleine ramen
na 1200
ronde bogen
spitse bogen
voor 1200
Slide 5 - Sleepvraag
Bestudeer de bron. In de tijd van steden en staten ontstond in Nederland een landbouwstedelijke samenleving. Gaat de bron over een oorzaak of over een gevolg van die ontwikkeling?
A
een oorzaak
B
een gevolg
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen
aan het eind van deze les:
weet je hoe de macht van de Duitse vorst afnam
kun je verklaren hoe de Franse koning machtiger werd
kun je verklaren hoe de macht van de Engelse koning zich ontwikkelde
weet je op welke manier Europese vorsten hun land als eenheid gingen besturen
Slide 7 - Tekstslide
Duitse Rijk
koningschap was niet erfelijk: koningen gekozen door keurvorsten
vier hoge edelen en drie bisschoppen
koning koos op zijn beurt weer bisschoppen, dit werden vaak leenmannen
paus bracht hier verandering in
Slide 8 - Tekstslide
Door wie werden de koningen van het Duits Rijk gekozen? kies de letter van het juiste antwoord
A
door de bisschoppen
B
door de keizer
C
door de keurvorsten
D
door de paus
Slide 9 - Quizvraag
Strijd
benoemen van bisschoppen = investituur
Paus Gregorius vond dit een taak voor de kerk
gevolg: strijd tussen paus en vorst = investituurstrijd
gewonnen in 1122 door de paus
afspraken: paus benoemt bisschoppen, daarentegen mogen bisschoppen wel leenman blijven
Slide 10 - Tekstslide
De investituurstrijd ging om...
A
Of de paus wel echt direct contact met God had
B
Het benoemen van bisschoppen
C
Middeleeuwse klederdracht
D
Of de keizer op kruistocht moest.
Slide 11 - Quizvraag
Wat was het gevolg van de investituurstrijd?
A
de keizer/koning kreeg meer macht
B
de kerk werd machtiger
C
de burgers kregen meer macht
D
de kerk en de adel werd machtiger
Slide 12 - Quizvraag
Engeland
Engelse koning vaak in oorlog met Frankrijk
oorlog = duur --> edelen waren hier niet blij mee
Edelen veroverden de Engelse koning Jan zonder land: lieten hem in 1215 de Magna Carta ondertekenen
Magna Carta: document waarin staat dat de koning zich aan de wetten moet houden
hiernaast moet hij toestemming vragen als hij de belasting wil verhogen
Slide 13 - Tekstslide
Frankrijk
in Frankrijk stierf de Franse Koning Karel IV zonder zonen: De Engelse koning Edward III vond dat hij recht had op de troon --> ontstaan 100 jarige oorlog
winst voor de Franse vorst Karel VII met behulp van Jeanne D'arc
Gevolg: vanwege de winst is de Franse koning sterker dan ooit
Slide 14 - Tekstslide
Wat zijn oorzaken van de 100 jarige oorlog?
A
De Franse koning had het Engelse leen Aquitanië afgepakt, dat kostte hem geld omdat de wijn nu van de Franse koning was
B
De Engelse koning was boos dat hij geen koning van Frankrijk mocht worden nu de Franse koning dood was.
C
De Engelse koning was boos omdat de Franse koning de schotten steunde in hun oorlog tegen hem
D
De Engelse koning was bang dat Frankrijk de handel met Vlaanderen in wol stop zou zetten en dat kostte veel geld.
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar: Na de 100 jarige oorlog was de koning van Frankrijk machtiger dan de koning van Engeland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Jeanne D'arc
tijdens 100 jarige oorlog verloor Franse koning Karel VI veel gebied aan de Engelse
Jeanne D'arc kreeg een goddelijke boodschap om Fr. te redden
kreeg legerleiding (verkleed als man) en won vele veldslagen
dit stelde de Franse troon veilig
met Jeanne D'arc liep het niet goed af
Slide 17 - Tekstslide
Vorsten worden machtig
vorsten kregen veel geld binnen dmv stadsrechten
van belastinggeld namen zij een eigen bestuur in dienst en betaalden een eigen leger--> afname macht leenmannen
koningen bestuurden hun land steeds meer als eenheid dmv rechtbanken en wetten = staatsvorming
hierdoor bestuurden koningen het land vanuit één centrale plek = centralisatie
Slide 18 - Tekstslide
invloed van de burgers
burgers betaalden belasting, wilden daardoor ook meer inspraak
derde stand voor burgerij
had de koning advies nodig? dan riep hij de drie standen bij elkaar om te vergaderen
in Engeland heet dit het parlement, in NL heet dit de Staten-Generaal
Slide 19 - Tekstslide
Wat is Centralisatie ?
A
Een land vanuit drie punten besturen
B
Een land door verschillende mensen besturen
C
Een land uit een gewest besturen
D
Een land vanuit één punt besturen
Slide 20 - Quizvraag
Wat was niet een reden dat de centralisatie in Duitsland niet lukte?
A
Het ambt van een vorst was niet erfelijk
B
De vorst werd gekozen door keurvorsten
C
Duitsland was machtiger dan Frankrijk
D
De keizer was vaak in Italië
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk de bron. Is de maker een voor- of tegenstander van Jeanne D'arc? Leg je antwoord uit met behulp van de bron.