6.4 De macht van de vorst

6.4 De macht van de  vorst
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.4 De macht van de  vorst

Slide 1 - Tekstslide

Waarom was het bouwen van kerken en kathedralen zo belangrijk voor de Middeleeuwse mens? Noem 2 redenen.

Slide 2 - Open vraag

Romaanse kerk
Gotische Kerk

dikke muren



 grote ramen


hoge muren met luchtbogen


kleine ramen


na 1200


ronde bogen


spitse bogen


voor 1200

Slide 3 - Sleepvraag

Bestudeer de bron. In de tijd van steden en staten ontstond in Nederland een landbouwstedelijke samenleving. Gaat de bron over een oorzaak of over een gevolg van die ontwikkeling?
A
een oorzaak
B
een gevolg

Slide 4 - Quizvraag

Als een stad stadsrechten krijgt dan wordt de macht van de adel
A
groter
B
kleiner

Slide 5 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen:
  • Hoe de Duitse koningen minder machtig werden
  • Hoe de macht van de Franse en Engelse vorst zich heeft ontwikkeld
  • Hoe vorsten samenwerkten met de drie standen

Slide 6 - Tekstslide

Duitse vorsten
  • Gewesten binnen het Duitse rijk werden bestuurd door leenmannen
  • De Duitse koning werd gekozen door keurvorsten (hoge edelen en bisschoppen)
  • De koning benoemde een nieuwe bisschop -> investituur
  • De Paus was tegen de benoeming van nieuwe bisschoppen door de koning
  • Gevolg: conflict tussen koningen en de paus -> investituurstrijd
  • In 1122 benoemt de paus nieuwe bisschop

Slide 7 - Tekstslide

De investituurstrijd ging om...
A
Of de paus wel echt direct contact met God had
B
Het benoemen van bisschoppen
C
Middeleeuwse klederdracht
D
Of de keizer op kruistocht moest.

Slide 8 - Quizvraag

Engeland
  • Engelse koning verhoogt belastingen -> conflict met hoge adel
  • Gevolg: in 1215 tekent de Engelse koning de Magna Carta (grote oorkonde)
  • Adel krijgt meer macht

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Magna Carta?
A
Groep raadgevers die de koning helpt beslissingen te nemen
B
Hoofd van de Rooms-Katholieke kerk
C
Macht die door de kroning en zijn ambtenaren wordt uitgeoefend
D
Engelse wet waar óók de koning zich aan moet houden

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de aanleiding voor de Magna Carta?
A
De zware belasting die John invoerde om zijn oorlog in Frankrijk te bekostigen
B
Het executeren van zijn eigen vrouw
C
Hij trok aan de baarden van Ierse clanleiders als een teken van disrespect
D
Het doden van zijn eigen neefje

Slide 11 - Quizvraag

Frankrijk
  • Na val Frankische rijk minder macht
  • Gevolg: machtsuitbreiding door huwelijken, erfenissen en oorlog
  • Begin 13e eeuw veroverde Franse koning Fillips II veel gebied -> meer macht

Slide 12 - Tekstslide

100-jarige oorlog
  • Koning van Engeland: leenman van Franse koning in zuiden Frankrijk
  • 1328: Franse koning sterft --> Engelse koning Edward wil koning Frankrijk worden
  • 1337: ruzie Engeland en Frankrijk:
  • Gevolg: Edward verklaart oorlog aan Frankrijk (1337)
  • Jeanne d'Arc kreeg goddelijke boodschap om Frankrijk te redden
  • Kreeg legerleiding (verkleed als man) en won vele veldslagen

Slide 13 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Na de 100 jarige oorlog was de koning van Frankrijk machtiger dan de koning van Engeland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor rol speelde Jeanne d'Arc in de 100-jarige oorlog?
A
Zij moest zorgen dat de kroonprins van Fr veilig was
B
Zij werd een militair symbool voor de soldaten
C
Zij was een spionne van Engeland
D
Zij was de eerste schizofrene persoon ooit

Slide 15 - Quizvraag

Vorsten vergroten macht

  • Voor bestuur en rechtspraak nam de koning ambtenaren in dienst
  • Het land werd steeds meer als eenheid bestuurd (staatsvorming)
  • Koningen gingen vanaf één plek besturen   --> centralisatie 
  • Burgers wilden meer inspraak -> 3e stand
  • Voor advies riep de koning de Staten-Generaal (FR) of parlement bij elkaar

Slide 16 - Tekstslide

De koning was verplicht het advies op te volgen van de Staten-Generaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is centralisatie?
A
Regeren vanuit één punt
B
Macht van de koning wordt groter
C
Overal dezelfde wetten en regels

Slide 18 - Quizvraag

Waarom zorgt centralisatie ervoor dat de macht van de vorst groter wordt?

Slide 19 - Open vraag