NE 2G - Hh Tv H4-H5, PF (les 12)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Welkom

Nederlands

Nederlands

Start

Lesdoel 

• Toetsstof herhalen.
• We werken aan fictiedoelen.

Toets Taalverzorging H4-H5: dinsdag 1 juni

• Taalverzorging 4.1 (meewerkend voorwerp)
• Taalverzorging 4.2 (verwijswoorden)
  
• Taalverzorging 4.3 (lastige werkwoordsvormen)
  
• Taalverzorging 5.1 (bijwoordelijke bepaling)
  
• Taalverzorging 5.2 (trappen van vergelijking)
  
• Taalverzorging 5.3 (verkleinwoorden)

De arts heeft mij gisteren de eerste vaccinatieprik gegeven.
Benoem pv, gz, ow, lv, mw, bwb

De collega waarmee ik samenwerk, is een prima kerel.

Is deze zin juist geschreven?

1. ja
2. nee

De collega waarmee ik samenwerk, is een prima kerel.
Verbeter de zin.

Mijn neefje ... in Amerika woont, komt volgend jaar naar Nederland.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

De oplichter heeft vorige week de auto .... .
De oplichter .... op dit moment de auto.
Vul de juiste vorm van 'ontvreemden' in.

gebeurd

1. Dit is een voltooid deelwoord.
2. Dit is een persoonsvorm.
3. Dit kan zowel een voltooid deelwoord als een persoonsvorm zijn.
4. Dit is geen voltooid deelwoord en ook geen persoonsvorm.

Morgen zal de toets waarschijnlijk in de gymzaal worden afgenomen.
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen bevat deze zin?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Welke zin is juist?

1. Mijn broer is even dik als mij.
2. Mijn broer is even dik als ik.
3. Mijn broer is dikker dan mij.
4. Mijn broer is dikker als ik.

Welk woorden horen bij elkaar als je er een verkleinwoord van maakt?

1. huis, boom, beest
2. huis, beest, stoel
3. boom, stoel, raam
4. huis, raam, boom

Welke combinatie is helemaal goed?

1. jury'tje - televisie'tje - airco'tje
2. jurytje - televisietje -aircootje
3. jury'tje - televisi'tje -aircootje
4. jury'tje - televisietje - aircootje

Nederlands

Poëzie en fictie

Leerdoelen

• Je kunt je inleven in andere personen en situaties.

Opdracht

• Neem onderdeel C Misdaad voor je.
• Gezamenlijk werken aan de opdrachten: voorlezen  > vragen beantwoorden > voorlezen enzovoort.

Nederlands

Afsluiting

Lesdoel 

• Je kunt de trappen van vergelijking goed gebruiken.
• Je kunt verkleinwoorden goed spellen.
• We werken aan fictiedoelen.