Jongeren 1t/m5

Het regeerakkoord
https://dewerelddraaitdoor.bnnvara.nl/media/377958
4.35
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het regeerakkoord
https://dewerelddraaitdoor.bnnvara.nl/media/377958
4.35

Slide 1 - Tekstslide

Cultuur is de verzamelnaam voor alle normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

wat is het doel van socialisatie?
A
de mens socialer maken
B
omgang in de maatschappij soepel laten verlopen
C
afstand creëren tussen de mensen

Slide 3 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van waar je socialiseert.
A

Slide 4 - Quizvraag

nature is aangeleerd gedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

wat is sociale controle?
A
social media speelt een grote rol in je leven
B
mensen in je omgeving dwingen je om je anders te gedragen
C
de overheid controleert jouw sociale leven.
D
mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt

Slide 6 - Quizvraag

hoe noem je aangeleerde normen en waarden die vanzelfsprekend gedrag zijn geworden?
A
sancties
B
internalisatie
C
sociale controle

Slide 7 - Quizvraag

wat is de definitie van identiteit?

Slide 8 - Open vraag

wat houdt roldoorbrekend gedrag in?

Slide 9 - Open vraag

hoe noem je de periode tussen de kindertijd en volwassenheid?

Slide 10 - Open vraag

Hoe noem je iemand die mensen met andere normen en waarden accepteert?
A
sociaal
B
asociaal
C
tolerant
D
abnormaal

Slide 11 - Quizvraag

Mieke draagt vaak dure kleding, omdat haar vriendinnen anders niet met haar om willen gaan. Welk begrip past hierbij?
A
puberteit
B
groepsdruk
C
sociale controle

Slide 12 - Quizvraag

Maak de volgende zin af: ''Een generatieconflict is..''
A
een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd
B
een meningsverschil van de vorige generatie

Slide 13 - Quizvraag

wat is het verschil tussen identificatie en groepsidentificatie?

Slide 14 - Open vraag

Noem drie redenen waarom jij je met iemand verbonden kan voelen.

Slide 15 - Open vraag

Het tegenovergestelde van socialisatie zijn bevolkingsgroepen die scherp tegenover elkaar staan, doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen. Hoe noem je dit?

Slide 16 - Open vraag

Bindingen
Je afhankelijk van verschillende mensen. Er zijn vier verschillende soorten bindingen:
  1. Economisch
  2. Kennis
  3. Gevoel
  4. Politiek

Slide 17 - Tekstslide

  • Economische binding: dit helpt je om te leven. Bijna alles wat je gebruikt is door anderen gemaakt. Je moet dit kopen met geld van ouders/werk.

  • Kennisbindingen: mensen die je iets leren, School, je ouders, vrienden.

Slide 18 - Tekstslide

  • Gevoelsbinding: mensen met wie je een emotionele band hebt. Zonder hen ben je ongelukkig.

  • Politieke bindingen: afhankelijkheid van de overheid. Zij maken wetten en regelen je veiligheid en zorg.

Slide 19 - Tekstslide

Sociale cohesie
Mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen. Hoe groter het wij gevoel des te sterker de sociale cohesie. 

Slide 20 - Tekstslide