Toets

Management
Examentraining toets 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Management
Examentraining toets 

Slide 1 - Tekstslide

Een groothandel groeit in korte tijd met 7 medewerkers. Hierdoor komt het totaal aantal medewerkers op 28. De vestigingsmanager heeft een hoge werkdruk en wil graag werk overdragen naar het personeel. Deze medewerkers werken er nog niet zo lang en kunnen dit werk nog niet zo goed. Moet de manager zijn span of control verminderen of vergroten? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open vraag

Een logistiek manager vindt het belangrijk dat logistieke medewerkers hun mening kunnen geven. Voordat hij een beslissing maakt, vraagt hij daarom wat zij er van vinden. Welke leiderschapsstijl past deze directeur toe? Leg je antwoord uit

Slide 3 - Open vraag

De vestigingsmanager wil taken delegeren aan het hoofd commercie. De vestigingsmanager vraagt het hoofd commercie namens hem om naar het overleg van het managementteam te gaan. Is dit een taak die de vestigingsmanager mag delegeren aan het hoofd commercie? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Open vraag

Een logistiek medewerker is nog maar net in dienst. Hij wil heel graag maar heeft nog weinig ervaring. Voordat de logistiek medewerker een nieuwe taak uitvoert overlegt de logistiek teamleider de taak met de logistiek medewerker. Ook doet de teamleider het stap voor stap voor. Vervolgens voert de medewerker de taak uit terwijl de teamleider meekijkt. Ze plannen een afspraak en evalueren de uitvoering van de taak. Van welke vorm van coaching is hier sprake? Leg je antwoord uit. En antwoord met de begrippen “taakvolwassenheid” en “motivatie”.

Slide 5 - Open vraag

Een manager transport & logistiek geeft leiding aan 3 teamleiders, 1 administratief medewerker, 1 expeditiemedewerker. Wat is de spanwijdte?

Slide 6 - Open vraag

Medewerkers worden betrokken bij besluitvorming in een organisatie. Medewerkers krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen en de onderlinge relatie is belangrijk. Van welke organisatiecultuur is hier sprake?

Slide 7 - Open vraag

Een tuincentrum opent binnenkort een nieuw filiaal. De directie heeft een voorbereidingsgroep samengesteld. Deze bestaat uit : De directeur, Het hoofd in en verkoop, De manager van een nieuwe locatie, Vijf managers van andere locaties
Deze voorbereidingsgroep bespreekt met de architect en de aannemer de voortgang van de bouw van een nieuw tuincentrum. Ook bespreken zij hoe zij de komst van het nieuwe filiaal gaan communiceren.Hoe heet deze organistratiestructuur?

Slide 8 - Open vraag

Een vestigingsmanager wordt aangestuurd door de verkoopdirecteur. Deze directeur laat de filiaalmanager vrij in hoe hij zijn team leidinggeeft. De directeur grijpt alleen in bij negatieve resultaten.
Hoe heet deze manier van management dat door de verkoopdirecteur wordt uitgevoerd?

Slide 9 - Open vraag

Een vestigingsmanager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem direct door het aanstellen van een interim manager.
Wat voor beslissing is dit?

Slide 10 - Open vraag

Een medewerker heeft veel fysieke klachten. De arbo-arts heeft geadviseerd dat deze medewerker door deze fysieke klachten tijdelijk minder uur gaat werken. De medewerker houdt zich hier niet aan. Waarom past de democratische leiderschapsstijl beter dan de laissez-faire leiderschapsstijl?

Slide 11 - Open vraag