Les 7

Criminaliteit
§7 - Voor de rechter
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
§7 - Voor de rechter

Slide 1 - Tekstslide

Om welke taak van de politie gaat het ?
Hieronder zie je een aantal werkzaamheden die de politie uitvoert. Bij welke taak van de politie past deze het beste?
Verlenen van hulp
Handhaving van de openbare orde
Preventie
Opsporen van strafbare feiten
Een wijkagent maakt met jongeren een praatje.
Een rechercheur ondervraagt een verdachte. 
Een agent krijgt een melding van een slachtoffer in het water.
Bij een voetbal evenement begeleidt de politie de supporters.
De politie geeft bewoners advies over beveiliging van hun huis
Politie houdt een alcoholcontrole bij automobilisten

Slide 2 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties.
1. De ........................ bepaalt in de rechtszaak de straf.
2. Regels over opsporing, berechting en straffen noemen we het ........................................
3. Een rechter houdt ........... rekening met de mening van politici.
4. De rechter houdt ........... rekening met de leeftijd van de verdachte.
5. Een rechter mag geen hogere straf van de .............................. geven. 
6. Iemand die toerekeningsvatbaar is kan ............. worden gestraft. 
7. Je kunt alleen straf krijgen voor dingen die volgens de ................... strafbaar zijn. 
8. Een rechtsstaat is .......................... een democratie.
9. Het recht op vrijheid van meningsuiting staat omschreven in ...........................................
10. Een ................................. geeft aan wat je mag doen.
rechter
politie
grondrecht
strafrecht
wel
geen
altijd
soms
minimumstraf
maximumstraf
recht
plicht
wet
niet
grondwet

Slide 3 - Sleepvraag

Verdachte
Rechters
Advocaat
OvJ

Slide 4 - Sleepvraag

Planning
Les 1
  • 7.1 De dagvaarding
Les 2
  • 7.2 De rechtszaak

Slide 5 - Tekstslide

7.1 De dagvaarding

Slide 6 - Tekstslide

Dagvaarding
Als je vervolgd wordt moet je voor de rechter verschijnen. Je krijgt dan een dagvaarding: een oproep (brief) waarin staat dat je voor de rechter moet verschijnen, wanneer, waar en waarom.

Aantekening voor het examen

Slide 7 - Tekstslide

Rechterlijke instanties - I
Rechtbanken
  • Civiele sector: Zaken tussen burgers onderling
  • Sector bestuursrecht: Zaken tussen burger en overheid
  • Sector strafrecht: Behandeld overtredingen en misdrijven
       - overtredingen en lichte misdrijven door de politierechter
       - zwaardere misdrijven door de meervoudige kamer (3 rechters)
  • Sector kanton: Behandeld lichte overtredingen

Aantekening voor het examen

Slide 8 - Tekstslide

Rechterlijke instanties - II
Gerechtshoven: Behandeld het hoger beroep in een strafzaak. Zowel officier van justitie als verdachten kunnen in beroep gaan.

De Hoge raad: Alleen in Den Haag. Mocht er na het gerechtshof nogmaals in beroep gegaan worden kom je hier terecht. Rechter toetst dan alleen nog of de rechtsregels goed zijn toegepast. Niet meer of je schuldig of onschuldig bent


Aantekening voor het examen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Misdrijf of overtreding?

A
Gevangenis
B
Huis van Bewaring

Slide 12 - Quizvraag

7.2 De rechtszaak

Slide 13 - Tekstslide

Vrouwe Justitia

  • Personificatie van het recht

  • Blinddoek
  • Weegschaal
  • Zwaard

Slide 14 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Aantekening voor het examen

Slide 17 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Aantekening voor het examen

Slide 18 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Aantekening voor het examen

Slide 19 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Aantekening voor het examen

Slide 20 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Aantekening voor het examen

Slide 21 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Aantekening voor het examen

Slide 22 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Aantekening voor het examen

Slide 23 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Aantekening voor het examen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 27 - Tekstslide

jurisprudentie
straffen

Slide 28 - Tekstslide

Hoge raad
Gerechtshoven
Rechtbanken
In hoger beroep
In cassatie

Slide 29 - Sleepvraag

Rechter
Advocaat
Ovj
Bode
Griffier
Verdachte
Journalist
Publiek

Slide 30 - Sleepvraag

Opening
Aanklacht
Verhoor
Verklaring
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord 
Vonnis

Slide 31 - Sleepvraag

Examenvraag  2021 - I
Opdracht
Examenvraag

Slide 32 - Tekstslide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 33 - Open vraag

Antwoord
Opdracht
Examenvraag

Slide 34 - Tekstslide

hoofdstuk 7 blz. 80
opdr. 9,11,12,14,15

Slide 35 - Tekstslide