3.2 Democratie in Nederland

3.2 Democratie in Nederland
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

3.2 Democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Het bestuur van Nederland
  •  Na Napoleon 1815: Nederland & België samen in een land.
  • Constitutionele Monarchie
  • Willem I 
  • Parlement: Staten Generaal 
  •  Eerste Kamer en Tweede Kamer
  • Koning kiest leden Eerste Kamer
  • Edelen en regenten: Provinciale Staten > Tweede kamer 
  • Alleen wetten goedkeuren! 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het bestuur van Nederland
  •  Koning had veel macht, dat stond in de grondwet
  • Staatshoofd (hoogste gezag in de staat) EN regeringleider (aanvoerder van de regering)
  • Ministers: moesten gehoorzamen!
  • Koning benoemt en ontslaat ministers
  • Mag dus doen wat hij wilt! 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Maken voor het hw
Opdracht 1 op pagina 50

Slide 6 - Tekstslide

Grondwet van 1848
  • Willem I bepaalde alles zelf
  • België?  
  • Ontevredenheid ook in Nederland
  • Parlement: door burgers gekozen
  • Meer vrijheden: Godsdienstvrijheid en persvrijheid
  • Liberalen
  • Denkrichting: Liberalisme

Slide 7 - Tekstslide

Grondwet van 1848
  • Willem II volgt zijn vader op 
  • Parlement eiste controle op financiën...
  • 1848: Burgers protesteren in Den Haag 
  • Willem II geeft toe: nieuwe grondwet door Thorbecke

Slide 8 - Tekstslide

Grondwet van 1848
  • Parlementair stelsel 
  • Parlement controleert regering
  • Koning: staatshoofd, maar geen regeringsleider: dat werd de minister-president/premier
  • Leider van ministerraad/kabinet
  • 2e kamer: gekozen door burgers
  • 1e kamer: door Provinciale Staten
  • PS: werd gekozen door burgers

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Maken
Opdracht 2 tot en met 4 op pagina 50/51 

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 2 tot en met 4 op pagina 50/51 

Slide 12 - Tekstslide

Uitbreiding kiesrecht
  • Grondwet 1848: parlement meer macht, maar alleen gekozen door rijke burgers 
  • 1848: 11 procent van de mannen kiesrecht > 1887: 25 procent > 1896: 50 procent
  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen en 1919 vrouwen
  • Parlementaire democratie 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Begin met het hw
Opdracht 5 en 6 op pagina 51
Samenvatting van 3.2 

Klaar? Controle door docent en daarna iets voor jezelf doen (let op volume)

Slide 16 - Tekstslide