Herhaling Leidinggeven (stijlen)

Nikkie is teamleidster in een tuincentrum. De werkzaamheden zijn alle dagen gelijk en haar teamleden weten precies wat er moet gebeuren. Pas wanneer een medewerker tegen een probleem aanloopt dan overlegt hij met Nikkie hoe hij dit het beste kan oplossen.
A
Management by exception
B
Management by delegation
C
Management by objectives
D
Management by walking around
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Nikkie is teamleidster in een tuincentrum. De werkzaamheden zijn alle dagen gelijk en haar teamleden weten precies wat er moet gebeuren. Pas wanneer een medewerker tegen een probleem aanloopt dan overlegt hij met Nikkie hoe hij dit het beste kan oplossen.
A
Management by exception
B
Management by delegation
C
Management by objectives
D
Management by walking around

Slide 1 - Quizvraag

Max is teamleider bij een postorderbedrijf. Het is belangrijk dat aan het eind van elke dag de hele lading is gesorteerd. Er is geen tijd voor uitloop. Max stuurt zijn personeel gericht aan en controleert regelmatig of zijn team op schema ligt.
A
Management by objectives
B
Management by seduction
C
Management bij walking around
D
Management by direction en control

Slide 2 - Quizvraag

Nina is manager bij een salesbedrijf. Elke ochtend tijdens de ochtend-call bepaalt ze met haar team de doelen die ze die dag als team willen behalen en wie welke taken uitvoert. Na de morningcall gaat elk teamlid zelf aan de slag om de afgesproken doelstelling te behalen.
A
Management by exception
B
Management by delegation
C
Management by objectives
D
Management by direction en control

Slide 3 - Quizvraag

Gijs is bedrijfsleider bij een reisbureau. Om zijn medewerkers de aankomende periode te motiveren om 20% meer reizen te verkopen, heeft hij bedacht dat wanneer dat doel wordt bereikt, ze met het hele team op citytrip gaan.
A
Management by seduction
B
Management bij seduction
C
Management by seduction
D
Management bij seduction

Slide 4 - Quizvraag

Anouska is eigenaar van een schoonmaakbedrijf. Haar teamleiders zijn zelf verantwoordelijk voor de werkzaamheden op hun locatie en moeten samen met hun eigen team er voor zorgen dat de doelstellingen van het bedrijf worden behaald.
A
Management by objectives
B
Management by ik weet het niet
C
Management bij delegation
D
Management by exception

Slide 5 - Quizvraag

Lou-Jun is voorman bij een hoveniersbedrijf. Door met zijn hoveniers mee te schoffelen en met ze te praten, hoort hij snel wat er speelt en waar ze tegen aanlopen. Voordeel is dat hij ze direct kan coachen.
A
Management by seduction
B
Management by direction & control
C
Management by walking around
D
Management by objectives

Slide 6 - Quizvraag

Vincent, manager van een modellenbureau, heeft samen met zijn medewerkers voor het komende jaar de doelstellingen geformuleerd. Als aan het eind van het jaar blijkt dat alle doelstellingen zijn behaald, dan gaat het hele bedrijf een weekend naar Parijs. Welke managementtechnieken worden door Vincent gecombineerd ?

Slide 7 - Open vraag

Een medewerker is laag bekwaam, maar heeft een hoge betrokkenheid. Wat ben je als leidinggevende?
A
weinig taakgericht, weinig mensgericht
B
zeer taakgericht, weinig mensgericht
C
zeer taakgericht, zeer mensgericht
D
weinig taakgericht, zeer mensgericht

Slide 8 - Quizvraag

Een medewerker is hoog bekwaam en hoog betrokken. Wat doe je als leidinggevende?
A
weinig taakgericht, weinig mensgericht
B
zeer taakgericht, weinig mensgericht
C
zeer taakgericht, zeer mensgericht
D
weinig taakgericht, zeer mensgericht

Slide 9 - Quizvraag

Een medewerker is hoog bekwaam, maar heeft een wisselende betrokkenheid. Wat ben je als leidinggevende?
A
weinig taakgericht, weinig mensgericht
B
zeer taakgericht, weinig mensgericht
C
zeer taakgericht, zeer mensgericht
D
weinig taakgericht, zeer mensgericht

Slide 10 - Quizvraag

Een medewerker heeft enige bekwaamheid, maar toont weinig betrokkenheid. Wat ben je als leidinggevende?
A
weinig taakgericht, weinig mensgericht
B
zeer taakgericht, weinig mensgericht
C
zeer taakgericht, zeer mensgericht
D
weinig taakgericht, zeer mensgericht

Slide 11 - Quizvraag