2TH_§8.2_Toonhoogte en frequentie

§8.2 Toonhoogte en frequentie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
8.2.2 Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
8.2.3 Je kunt het verband uitleggen tussen de frequentie en de toonhoogte.
8.2.4 Je kunt in een oscilloscoopbeeld bepalen wat de tijd is van één trilling.
8.2.5 Je kunt het frequentiebereik benoemen van het menselijk gehoor.

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Video

03:44
De eenheid van frequentie is Hertz (Hz).
Bij een frequentie van 128 Hz zijn er:
A
128 trillingen per seconde.
B
256 trillingen per seconde.
C
Één trilling duurt 128 seconde
D
Één trilling duurt 128 milliseconde

Slide 4 - Quizvraag

Snaar instrumenten
In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Een viool heeft bijvoorbeeld vier snaren, een gitaar heeft er zes en een piano heeft er meer dan tweehonderd. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. Een toon is een geluid met een bepaalde toonhoogte. De hoogte van die toon hangt af van drie dingen.
• Hoe dik de snaar is: hoe dikker de snaar, hoe lager de toon.
• Hoe lang de snaar is: hoe langer de snaar, hoe lager de toon.
• Hoe strak de snaar is gespannen: hoe lager de spanning, hoe lager de toon.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

3

Slide 7 - Video

06:23
Bereken de frequentie.

Slide 8 - Open vraag

07:16
Je hebt 4 golven in 0,06 s.
Bereken de frequentie.

Slide 9 - Open vraag

08:38
Er zijn 5 golven in 0,007 s.
Bereken de frequentie.

Slide 10 - Open vraag

Weektaak
Maken opdrachten 1 t/m 10

Slide 11 - Tekstslide

Noem de drie factoren die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.

Slide 12 - Open vraag

Leg uit wat de frequentie is van een trilling.

Slide 13 - Open vraag

Beschrijf het verband tussen de frequentie en de toonhoogte.

Slide 14 - Open vraag

Hoe bepaal je in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon?

Slide 15 - Open vraag

Met welke formule kan je de frequentie van een toon berekenen met de trillingstijd?

Slide 16 - Open vraag