1TL Spaans 3e les

• Spaans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

1TL- español 

Lunes, 24 de noviembre de 2025

El programa de hoy

• la clase de la semana pasada
• llamarse
• quién,como, qué, cuando etc

Lesdoelen:

Ik kan llamarse gebruiken om mijn naam te zeggen.

Ik kan de vraagwoorden quién, cómo, qué,herkennen en gebruiken.

Ik kan eenvoudige kennismakingsvragen stellen en beantwoorden.

Denk eerst goed na:
Wanneer gebruiken wij ser?

Vertaal: 11, 12, 13, 14 en 15

LLamarse= heten

Vervoegingen bestaat uit twee woorden!

LET OP! Als je dit werkwoord vervoegd moet je SE meevervoegen als:

 me, te, se, nos, os, se. Je mag dit niet weglaten!!! 

werkwoord llamarse - heten

ik heet	(yo) me llamo
jij heet	(tú) te llamas
hij/zij/u heet	(él/ ella / usted) se llama
wij heten	(nosotros/as) nos llamamos
jullie heten	(vosotros/as) os llamáis
zij/hun heten	ellos/ellas/ustedes se llaman

A practicar

Pagina 14: ejercicio 2

Alleen.

Gebruik aantekeningenschrift of blauw gedeelte op pagina 14

Las respuestas

1. Mi hermano= broer = se llama

2.te llamas

3. se llaman

4. me llamo

5. os llamáis

6. nos llamamos 

Wat betekent " ¿quién?" ?

Wat betekent "¿Cuántos?" ?

Vraagwoorden

Vragen in het Spaans: altijd met een omgekeerde vraagteken ¿

Vraagwoorden : hebben altijd een accent

Cómo = Hoe?

Qué = wat?

Dónde = waar?

Cuándo=wanneer?

¿.......es tu cumpleaños(verjaardag)?

1. Cómo
2. Cuándo
3. Cuando
4. Qué

¿........se llama la profesora de ingles?

1. Donde
2. cuando
3. Cómo
4. qué