Naastbetrokkenen

P-K1-W4 Naastbetrokkenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

P-K1-W4 Naastbetrokkenen

Slide 1 - Tekstslide

Per specialisatie is de titel van de  opdracht verschillend
BSD     : P-K1-W2 - Begeleidt specifieke doelgroepen en hun  
                 naastbetrokkenen bij (dagelijkse) activiteiten. (VV)
PBGZ : P-K1-W4 - Ondersteunt de cliënt bij het leggen en 
               onderhouden van contacten en betrekt 
               naastbetrokkenen.
PBSD : P-K1-W4 – Betrekt en ondersteunt naastbetrokkenen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je beschrijft wie de naasten zijn van de cliënt
2. Je benoemt de 3 competenties die nodig zijn om de hulpvraag te achterhalen bij de cliënt.
3. Je reproduceert wat je in de praktijk doet bij het opstellen van het ondersteuningsplan om             andere hulpverleners hun bijdragen te laten leveren en zorg te dragen voor de uitwisseling
     van relevante gegevens.
4. Je beschrijft hoe je de naasten van de cliënt inzet bij de ondersteuning van de cliënt.
5. Je benoemt waar je naasten van de cliënt over adviseert of instrueert.

Slide 3 - Tekstslide

Samenwerking met de cliënten en hun naasten
Als persoonlijk begeleider speel je een belangrijke rol bij het coördineren van de dagelijkse ondersteuning van de cliënt.
Dit doe je meestal in overleg met direct betrokkenen, zoals de partner.

Je aanpak is erop gericht de cliënt zelf de kans te geven zijn problemen aan te pakken.
Je kijkt daarbij vooral naar wat de cliënt in zijn situatie en met zijn mogelijkheden nodig heeft en wat hij zelf kan.
Centraal staat de dialoog met de cliënt!


Slide 4 - Tekstslide

Wat staat centraal in de samenwerking met de cliënten en hun naasten?
A
het plan
B
de afspraak
C
de cliënt
D
de familie

Slide 5 - Quizvraag

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 2
Voor het achterhalen van de hulpvraag moet je als persoonlijk begeleider beschikken over de volgende competenties:
              - een vraaggerichte basishouding;
              - communicatie- en luistervaardigheden, zoals een empathische en open luisterhouding;
              - kennis van de juiste methoden en technieken en zelfreflectie.

Als persoonlijk begeleider help je bij het opstellen van het ondersteuningsplan van de cliënt.
Soms is het lastig voor een cliënt om zelf goede doelen op te stellen en te bepalen wat hij nu eigenlijk nodig heeft aan hulp en begeleiding.



Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je op niveau 4 doen voor de cliënt
A
Opstellen van de het inkoopplan
B
Opstellen van het ondersteuningsplan
C
Opstellen van de tafelindeling
D
Opstellen van de kasten in de kamer van cliënt

Slide 7 - Quizvraag

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 3
In de praktijk komt dit neer op:
- uitleg geven,
- de benodigde hulp activeren,
- toezicht houden of alle betrokkenen hun afspraken nakomen en met elkaar besluiten nemen.

Ook zorg je voor de juiste uitvoering van het ondersteuningsplan.
Je evalueert het plan en stelt het bij als dat nodig is.

Slide 8 - Tekstslide

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 4
In de afstemming van de hulp heb je steeds vaker te maken met de naasten die de cliënt bijstaan:
- de directe familieleden,
- vrienden,
- buren en
- andere mantelzorgers.

Je zet je in om hen bij:
- de zorg en hulp te ondersteunen door oprechte aandacht te hebben voor hun inbreng,   
   verwachtingen en belangen.

Slide 9 - Tekstslide

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 5
Je probeert de sociale omgeving van de cliënt zo goed mogelijk te betrekken bij het hulpverleningsproces.
Op die manier ontstaat wederzijds begrip en waardering.

Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat jij weet:
- wat mantelzorgers doen,
- hoe zij dit doen,
- wat zij belangrijk vinden,
- wat zij nodig hebben en
- welke problemen ze ervaren.


Slide 10 - Tekstslide

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 6
Op die manier kun je:
- werkzaamheden op elkaar afstemmen,
- elkaar ondersteunen en
- bijtijds de mantelzorg ontlasten als dat nodig is.



Slide 11 - Tekstslide

Samenwerking met de cliënten en hun naasten 7
Soms is het nodig de naasten van de cliënt te adviseren of instrueren over:
-  de manier waarop zij de ondersteuning kunnen aanpakken.
- over onderwerpen als het bewaken van financiële grenzen, regelgeving
- over veiligheid,
- draagkracht en draaglast.

Daarnaast kunnen direct betrokkenen jou veel vertellen over de cliënt als die daar zelf niet toe in staat is.
Zij staan het dichtstbij de cliënt en weten daardoor vaak het best welke hulp en zorg hun dierbare nodig heeft.

Slide 12 - Tekstslide

Wie staat het dichts bij de cliënt? En weet het meeste over de cliënt?
A
De begeleider
B
De persoonlijk begeleider
C
De zus
D
De kapper

Slide 13 - Quizvraag

Leerdoelen behaald?

1. Je beschrijft wie de naasten zijn van de cliënt
2. Je benoemt de 3 competenties die nodig zijn om de hulpvraag te achterhalen bij de cliënt.
3. Je reproduceert wat je in de praktijk doet bij het opstellen van het ondersteuningsplan om             andere hulpverleners hun bijdragen te laten leveren en zorg te dragen voor de uitwisseling  
     van relevante gegevens.
4. Je beschrijft hoe je de naasten van de cliënt inzet bij de ondersteuning van de cliënt.
5. Je benoemt waar je naasten van de cliënt over adviseert of instrueert.

Slide 14 - Tekstslide

Tips en Tops

Slide 15 - Tekstslide