4.7 - Ontstaan van soorten (A4)

Thema 4 - Evolutie
Atheneum 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 - Evolutie
Atheneum 4

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4 - Evolutie
4.1 - Ontwikkeling van het leven
4.2 - Prokaryoten
4.3 - Eukaryoten
4.4 - De evolutietheorie
4.5 - Onderzoek naar evolutie
4.6 - Evolutie in populaties
4.7 - Ontstaan van soorten

Slide 2 - Tekstslide

4.6 - Evolutie in populaties
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Hardy-Weinberg opgave 1
In een populatie muizen, lang haar (h) is recessief en kort haar (H) is dominant. De totale populatie muizen is 100, waarvan er 9 muizen met lang haar zijn.
A. Hoeveel % van de muizen hebben kort haar?
B. Welk percentage van de allelen voor haarlengte in deze populatie is het langharige allel (h)?
C. Welk percentage van de allelen voor haarlengte in deze populatie is het kortharige allel (H)?
D. Hoeveel van de muizen zijn homozygoot voor het kortharige allel?
E. Hoeveel van de muizen zijn heterozygoot voor de haar allelen?

Slide 4 - Tekstslide

Hardy-Weinberg opgave 2
Bij leeuwenbekjes zijn er twee allelen voor de bloemkleur: rode bloemen (R) en witte bloemen (r). Heterozygote planten hebben roze bloemen. In een bepaalde populatie leeuwenbekjes zijn 81% van de bloemen rood.
A. Wat is de frequentie van het allel voor rode bloemkleur in deze populatie?
B. Wat is de frequentie van het allel voor witte bloemkleur in deze populatie?
C. Welk percentage van de leeuwenbekjes zal in deze populatie witte bloemen hebben?
D. Welk percentage van de leeuwenbekjes zal in deze populatie rose bloemen hebben?


Slide 5 - Tekstslide

Hardy-Weinberg opgave 3
Bij mensen zijn losse oorlelletjes dominant en vergroeide oorlelletjes is recessief. In China is waargenomen dat 64% van de mensen losse oorlelletjes heeft.
A. Welk percentage van de Chinese bevolking heeft vergroeide oorlelletjes?
B. Wat is de frequentie van het recessieve allel (vergroeide oorlel) in de Chinese populatie?
C. Wat is de frequentie van het dominante allel (losse oorlel) in de Chinese populatie?
D. Welk percentage van de Chinese bevolking is homozygoot voor het dominante allel (losse oorlelletjes)?
E. Welk percentage van de Chinese bevolking is heterozygoot voor het allel?

Slide 6 - Tekstslide

4.7 - Ontstaan van soorten

Slide 7 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kan manieren van reproductieve isolatie noemen

Slide 8 - Tekstslide

Soortvorming
1. Allopatrische soortvorming
   = soortvorming door isolatie

2. Sympatrische soortvorming
   = soortvorming zonder isolatie 

Slide 9 - Tekstslide

Reproductieve isolatie
Er zijn verschillende soorten reproductieve isolatie:
  • Geografische isolatie 

Slide 10 - Tekstslide

Reproductieve isolatie

Slide 11 - Tekstslide

Eilandtheorie
Darwinvinken -> snavels aangepast aan beschikbaar voedsel

Grotere verscheidenheid aan soorten bij:
- Groter eiland
- Eiland dichterbij vasteland van oorsprong

Slide 12 - Tekstslide

de eilandtheorie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
  • Ander baltsgedrag                     Ander paringsseizoen       

Slide 15 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
  • Een andere oorzaak kan zijn verschillen in gedrag: de organismen begrijpen elkaar niet (meer).

  • Of door polyploïdie: een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een (deel van een) organisme

  • Polyploïdie ontstaat door fout tijdens de mitose. Organismen kunnen hierdoor tetraploïd worden


Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: 
91 t/m 99
Leren:
Thema 4
Begrippen:
reproductieve isolatie
geografische isolatie
allopatrisch
eilandtheorie
sympatrisch
polyploïde



Doelen:
Je kan manieren van reproductieve isolatie noemen

Slide 18 - Tekstslide