Leerjaar 2, Hoofdstuk 2 Naar een industriële samenleving

1 / 50
volgende
Slide 1: Link
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Naar een ander soort leven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frans Europa
  • Overige Europese landen worden verslagen en veroverd door Napoleon
  • 1798: Bataafse Revolutie --> Willem V vlucht
  • 1804: keizer Napoleon
  • Bataafse Republiek ontwijkt Continentaal Stelsel: broer Napoleon wordt koning
  • Alle veroverde gebieden voeren Code Napoleon en burgerlijke stand in
Lodewijk Napoleon (1804)
De Bataafse Republiek moet luisteren naar Frankrijk
Code Napoleon: wetten en regels die voor alle gebieden gelden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Code Napoleon

Wat veranderde Napoleon?

- Burgerlijke stand

- metriek stelsel

- dienstplicht

- wetten gelijk voor iedereen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1813 - 1815

Koning Willem I komt aan in Scheveningen
Eerste grondwet van Nederland > dit heeft grote 
gevolgen voor koning Willem I

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koning Willem I (1815)

*Grondwet met ministers en vertegenwoordiging
* De koning wil zich helemaal niet aan een grondwet houden, daar is hij toch geen koning voor?!
*Koopman-koning
1848 Rellen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat veranderde er met de grondwet van 1848?
> Maker van de grondwet: Thorbecke
> Koning mocht niet meer besluiten nemen zonder goedkeuring van de ministers

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen en conservatieven
  • Willem I zoveel macht...
  • Rijke mannen kiezen
  • Liberalen: "Wij willen meer inspraak in de politiek!"
  • Conservatieven: "De macht moet bij de koning en de adel blijven!"

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thorbecke schreef een nieuwe grondwet in 1848
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaartal van de nieuwe grondwet?
A
1840
B
1850
C
1846
D
1848

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1848 veranderde Thorbecke in opdracht van de koning de grondwet.
Wat was een verandering in de grondwet van 1848?
A
koning kreeg minder macht
B
minister kregen minder macht
C
koning kreeg meer macht
D
Ministers werden onschendbaar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat veranderde er door de grondwet van 1848?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


De sociale kwestie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen 'de Sociale kwestie'
> Beschrijf wat er wordt bedoelt met de sociale kwestie
> Leg uit wat het kinderwetje van Houten (1874) inhield
> Zorgde het kinderwetje ervoor dat kinderarbeid stopte? Waarom was de Leerplichtwet van 1901 zo belangrijk voor kinderen?
> Leg de relatie tussen de grondwet 1848 en het oprichten van vakbonden
> Waarom leefden er begin 1900 meer mensen in sloppen dan in 1800?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse samenleving werd een industriële samenleving. De mensen:
  • woonden in steden
  • werkten in fabrieken
     
Arbeiders en hun kinderen hadden slechte:
  • werkomstandigheden
  • leefomstandigheden
     
Hoe wordt het hebben van deze slechte omstandigheden genoemd?
de sociale kwestie



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Sociale Kwestie
  • Een kwestie is een probleem

  • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

  • Armoede probleem

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  •  Rond 1860 kwam er meer aandacht voor de sociale kwestie
  •  - onderzoek naar werk- en leef-omstandigheden 
  • - wetten die het leven van arbeiders beter maakten
  •    - kinderen mochten niet meer werken (Kinderwetje van Van Houten en leerplichtwet)
  • Vakbonden (recht op vereniging)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderwetje van van Houten
  • Eerste sociale wet 1874

  • Kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken 

  • Begin van sociale wetgeving in Nederland.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Armenwet (1854)
  • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901),
  • Ongevallenwet (1901)


    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Kinderwetje
    Klik op de link en bekijk de filmpjes en maak de vragen (digitaal)

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 21 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Spotprent tegen kinderarbeid, Albert Hahn
    Titel: 'het onverzadelijke monster' (hij die alleen maar meer wil), tekenaar Albert Hanh, rond 1900.

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Albert Hahn (1877-1918)
    In Groningen geboren, socialist en politiek tekenaar. Bestuurders ergerden zich wild aan zijn prenten, maar arbeiders liepen met hem weg. Hij streed tegen onderdrukking en onrecht met  de politieke prent als wapen.    

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Spotprent Hahn
    Wat wilde Hahn duidelijk maken met deze tekening over de directeur van de fabriek en zijn werknemers?

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    De pestholen der menschheid
    Woningwet 1901
    Woningwet: tegengaan van ergste sloppen waar heel veel mensen in woonden. Nederland verandert na 1850 in een krottenland: een gesegregeerde maatschappij waarin de halve bevolking verkommert in tochtige sloppen, kelders en mensenpakhuizen, met jenever als enige afleiding. Rond 1900 wonen twee van de totaal vijf miljoen Nederlanders in krotten.

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Sloppenwijk begin 20e eeuw

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    1929, woning in Drente: bedstee met 'wc

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies




    Wonen op het platteland begin 20e eeuw




    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    2.2 Stromingen in de samenleving

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitbreiding van het kiesrecht
    1815: klein deel van de bevolking had kiesrecht mannen die veel belasting betaalden - bepaalden ook wat er met overheidsgeld gebeurde
    1845 en 1917 werd de belastinggrens verlaagd. Steeds meer mannen kregen kiesrecht
    1917 algemeen mannenkiesrecht  en vrouwen passief kiesrecht. 
    1919: alle burgers kiesrecht = .....


    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Algemeen kiesrecht: parlementaire democratie
    Voor 1919 mochten alleen mannen in Nederland stemmen. Onder leiding van Aletta Jacobs hebben vrouwen hier jarenlang tegen gedemonstreerd. In 1919 kregen vrouwen ook het recht om te stemmen (algemeen kiesrecht)

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aletta Jacobs 
    Bekijk dit filmpje en dit filmpje. 
    beantwoord deze vragen
    1. Noem de twee dingen  die Aletta wilde bereiken.
    2. Wie worden bedoelt met feministen
    3. Waarom is Aletta Jacobs erg belangrijk? 
    timer
    7:00
    Klaar? 
    Klik hier op deze link. Wat weet jij nu van Aletta Jacobs? 

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    De eerste vrouw in de politiek: Suze Groeneweg
    Suze Groeneweg is de eerste vrouw in de Tweede Kamer (SDAP). In 1918 kiezen de Nederlanders - dat is - de Nederlandse mannen - haar tot volksvertegenwoordiger. 
    - De verkiezing van Suze Groeneweg is het begin van emancipatie in de Nederlandse politiek:
    - * Vrouwen burgemeester kunnen 
      * Wil betaald zwangerschapsverlof



    bron: NOS journaal  2018

    Slide 33 - Tekstslide

    Leuk detail: In de Tweede Kamer weten ze eigenlijk niet wat ze met deze vrouw aan moeten. Er is niet eens een wc voor haar, die moet apart gemaakt worden. 
    Emancipatie 19e eeuw
    • Emancipatie = het krijgen van gelijke rechten en inhalen van achterstanden
    • 1917 nieuwe onderwijswet, overheid financierde alle scholen.
    • Socialisten en communisten

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke strijd werd er over het onderwijs gevoerd?
    • 19e eeuw: Veel kinderen niet naar school.
    • De overheid wil dat kinderen wel naar
        school gaan → leerplichtweg (1901) en
        oprichting openbare scholen
    • Emancipatie: het krijgen van gelijke kansen
        en wegwerken van achterstanden.
    • Confessionelen wilden lesgeven in
        godsdienst en richtten eigen scholen op.
    • Politieke partijen werden opgericht met als
        doel financiering van bijzondere scholen.
    • 1917: Nieuwe onderwijswet
    Blz. 60

    Slide 35 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stromingen in de politiek

    3 stromingen 
    • liberalen
    • confessionelen
    • socialisten

    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    De stromingen
    • Socialisten  (Sociaal, vóór elkaar)
    • Liberalen (Liberty/vrijheid - Niet teveel bemoeien)
    • Confessionelen (gelovigen)

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Toetsvragen maken
    Jullie gaan in groepjes zelf toetsvragen maken!
    1 meerkeuzevraag
    1 open vraag
    Vraag + antwoord

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging
    > Hoe werkt de Tweede Kamer?
    > Hoe wordt de regering gevormd?
    > Hoe werken regering en parlement samen?
    > Welke invloed hebben burgers op de landelijke politiek?

    Slide 39 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stemmen...

    Slide 40 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stemmen: wie, wanneer, waarvoor, partij kiezen
    Wie: Nederlanders 18 +
    Wanneer: Elke 4 jaar
    Waarvoor: 150 leden voor de Tweede Kamer
    Partij kiezen: Hoe meer leden van 1 partij = meer macht voor de partij
    Fractie = Kamerleden van 1 partij in de Tweede kamer

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    De Tweede Kamer
    Om de vier jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer.

    Taken van de Tweede Kamer:
    - Ze stemmen over nieuwe wetsvoorstellen (meerderheid van stemmen). Ze kunnen dus een wet tegenhouden!
    - Controleren van de regering 

    Slide 42 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    The winner is
    > politieke partij met de meeste stemmer is de winnaar
    > de prijs: bepalen wie er in de regering komt
    >regeringspartijen vormen regering
    > oppositiepartijen = partijen die niet in het regering zitten

    Slide 43 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Regeringspartijen
    • Regeringspartijen zitten in de regering
    • Ministers komen uit de regeringspartijen 
    • Oppositiepartijen niet in de regering

    Belangrijkste minister =  minister-president / premier  /
    Regeringsleider
    Ministers hebben ook onderministers (staatssecretaris)
    > Regeringspartijen vormen = formatie

    Slide 44 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Kabinet bestaat uit:
    • minister-president 
    • ministers 
    • staatssecretarissen
    • Koning (staatshoofd)
    Wat doet het kabinet?

    Het kabinet bestuurt het land. Nieuwe wetten invoeren
    Bestaande wetten veranderen

    Slide 45 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Invloed van burgers
    > Stemrecht
    > Burgerinitiatief;  petitie met + 40.000 handtekening dan wordt het behandeld door de Tweede Kamer

    Slide 46 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stemmen vanaf 16. Waarom niet?
    > In welke landen mag je op je 16e naar de stembus?
    > Stemmen op je 16e, waarom wel? (2 argumenten)
    > Stemmen op je 16e, waarom niet? (2 argumenten)
    > Wat kun je doen om dit op de politieke agenda te krijgen?

    Slide 47 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stemmen vanaf 16 jaar
    Nieuw-Zeeland            Estland    Enkele Duitse deelstaten
    Griekenland   Oostenrijk       Argentinië   Wales
    Ecuador             Malta        België    Schotland

    Slide 48 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    2.4 Provincies en gemeenten
    overslaan

    Slide 49 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerbrief maken
    > klassikaal

    Slide 50 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies