13.5 In evenwicht

13.5 In evenwicht
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

13.5 In evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen + begrippen
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het interne milieu
  • Je kunt beschrijven op welke manier negatieve terugkoppeling tot homeostase leidt
  • Je kent minstens drie voorbeelden waar het principe van homeostase voor geldt 

Norm, regelkring, homeostase, receptor, effector, negatieve terugkoppeling, glucagon, adrenaline, glycogeen


Slide 2 - Tekstslide

Homeostase
Homeostase is het constant houden van het inwendige milieu in je lichaam, bijvoorbeeld je lichaamstemperatuur, zuurstofconcentratie, glucoseconcentratie of je waterhuishouding

Voor al deze variabelen geldt dat je lichaam het beste functioneert op een bepaalde constante waarde, deze waarde noemen we de norm waarde

Het inwendige milieu bestaat uit weefselvloeistof, bloedplasma en lymfe

Slide 3 - Tekstslide

Homeostase

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leg in eigen woorden uit wat negatieve terugkoppeling is

Slide 6 - Open vraag

Regelkring (onthoud dit plaatje!)
Sensor/receptor: meet de actuele waarde (zintuigcellen zoals: drukreceptoren, osmoreceptoren, enz)  

Controle/regelcentrum: checkt of het nog binnen de norm is (oa hypothalamus, hersenstam)
Effector: Komt in actie als norm niet meer klopt (spieren+klieren)
Negatieve terugkoppeling: zorgt voor een tegenwerkende reactie, zodat norm gehandhaafd wordt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Voorbeeld uit 13.2 regeling ademhaling

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heten de zintuigcellen die het CO2 gehalte meten?
A
Thermoreceptoren
B
Drukreceptoren
C
Chemoreceptoren
D
Osmoreceptoren

Slide 10 - Quizvraag

Bij een te hoge concentratie CO2 zullen de tussenribspieren door het ademhalingscentrum worden
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

De hypofyse maakt het hormoon ADH indien de hoeveelheid water in het interne milieu onder de norm komt. Hoe noem je de zintuigcellen die dit meten? En waar ligt het regelcentrum van deze regelkring?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

De eilandjes van Langerhans (hormoonklieren) liggen in de
A
Nieren
B
Alvleesklier
C
Hersenen
D
Hersenstam

Slide 15 - Quizvraag

De alvleesklier maakt hormonen insuline en glucagon. Wat doet elk van deze twee hormonen?

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen + begrippen
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het interne milieu
  • Je kunt beschrijven op welke manier negatieve terugkoppeling tot homeostase leidt
  • Je kent minstens drie voorbeelden waar het principe van homeostase voor geldt 

Norm, regelkring, homeostase, receptor, effector, negatieve terugkoppeling, glucagon, adrenaline, glycogeen


Slide 17 - Tekstslide

Welke vragen heb je nu nog over de stof?

Slide 18 - Woordweb

Zelf 
  • Lezen 13.5
  • Maken opdrachten 13.5: 1 t/m 10
  • Nakijken en verbeteren
  • Vragen stellen
  • Biologiepagina: extra uitleg + oefenen
  • Nectar online: oefentoets + extra opdrachten


Slide 19 - Tekstslide