VMBOT3 - H2.4 deel 2 Het weer - Onweer (Nova max)

 H2.4 "Onweer"
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 H2.4 "Onweer"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe voorwerpen elektrisch geladen en ontladen kunnen worden.
  • Je kunt uitleggen hoe bliksem en donder ontstaan.
  • Je kunt beschrijven welke schade kan optreden als gevolg van onweer.
  • Je kunt beschrijven en hoe je de schade door onweer kunt beperken.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: wat is een wolk en hoe ontstaat die?
Wolk = verzameling van kleine gecondenseerde waterduppels hoog in de atmosfeer

Ontstaan van een wolk:
  1. warme lucht zet uit en stijgt op als een luchtbel.
  2. op bepaalde hoogte koelt de luchtbel af tot een temperatuur onder het dauwpunt
  3. teveel aan water in de luchtbel condenseert tot druppels
  4. als er deeltjes in de lucht hangen, bijvoorbeeld stofdeeltje, condenseert het water gemakkelijker. We noemen die deeltje condensatiekernen.
  5. je ziet een wolk in de lucht hangen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Twee dezelfde ladingen stoten elkaar af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Voorwerpen die op verschillende manier geladen zijn die .....
A
Stoten elkaar af
B
Trekken elkaar aan
C
Doen niks

Slide 7 - Quizvraag

Statische lading
  • Elektrische lading komt voor op twee manieren, positief en negatief.
  • Elektrische lading kan ontstaan door wrijving.
  • als de lading ontstaat door wrijving noemen we dat 
       statische elektriciteit
  • Kijk voor uitleg naar het volgende filmpje

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

ontstaan van onweer

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is een onweerswolk geladen?
A
regendruppels en ijskristallen bewegen langs elkaar
B
Omdat er elektriciteit in loopt
C
Omdat de wolken tegen elkaar aan botsen
D
Omdat de warme en koude lucht langs elkaar bewegen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Denk om die statische elektriciteit!!!!

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werkt die bliksemafleider??

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Maken
Vraag 3 , 6 t/m 9
blz. 110 t/m 112
werkboek A

Of
online in de online leermethode

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken
3.
• Er springt een bliksemflits over van een onweerswolk naar de aarde.      2
• In een groot gebied rond de onweerswolk horen mensen de donder.      5 
• De spanning tussen een onweerswolk en de aarde loopt hoog op.            1
• De temperatuur van de lucht rond de bliksemflits stijgt tot 30 000 °C.     3
• Door de hoge temperatuur zet de lucht rond de bliksemflits sterk uit.     4

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken
6.
a. Ja, uit de grafiek kun je aflezen dat 1 m3 lucht van 24 °C op zijn hoogst 22 g waterdamp kan bevatten.
b. Bij 18 °C begint de lucht te condenseren. Dan is het dauwpunt bereikt.
c. Bij 8 °C kan de lucht nog 8 g water per m3 bevatten. De lucht bevatte 16 g water per m3. Er zal dus 16 − 8 = 8 g water per m3 condenseren.

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken
7.
a. 8 °C
b. 22 °C − 8 °C = 14 °C verschil. Bij elke 100 m stijging daalt de
temperatuur met 0,5 °C. Om de temperatuur met 14 °C te laten dalen, moet de bel lucht (14:0,5)× 100 = 28 × 100 = 2800 m stijgen. Op die hoogte bevindt zich dus de onderkant van de stapelwolk.
c. Als de omringende lucht veel kouder is, kan de bel met warme lucht een
grote hoogte bereiken. Er ontstaat een grote wolk met een donkere onderkant, waaruit regen of hagel kan vallen.

Slide 22 - Tekstslide

Bespreken
8.
a. Als de temperatuur hoog in de atmosfeer veel lager is dan vlak bij de grond.
b. Een bel zal met warme lucht onder die omstandigheden:
• met een grote / kleine snelheid omhoog bewegen.
al vrij snel tot stilstand komen / een grote hoogte bereiken.

Slide 23 - Tekstslide

Bespreken
9.
a. gegevens
  • I = 20 000 A
  • U = 200 000 000 V
gevraagd 
  • P = ?
uitwerking 
P = U ∙I = 200 000 000 × 20 000
P = 4 000 000 000 000 W = 4 ∙ 1012 W

Slide 24 - Tekstslide

Bespreken
9.
b. achthonderd miljard, want
54.000.000.000.000=800.000.000.000

Slide 25 - Tekstslide

9 februari 
SE H2

Slide 26 - Tekstslide