Les 1, 12.1

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?

  • Opdracht Zintuigen(Niet verplicht)
  • Opdracht Evolutie(Wel verplicht)
  • Uitleg 12.1
  • Aan de slag met opdrachten
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht Zintuigen
Wat ga je doen?
  1. Je maakt een bewijsstuk aan de hand van de leerdoelen hiernaast.
  2. Dit mag een samenvatting, poster of iets anders zijn. Wees creatief!
  3. Het is niet verplicht. We bieden deze opdracht aan om je cijfer te verbeteren.
  4. Je maakt dit in je eigen tijd.
  5. Weging: 1x
  6. Deadline: donderdag 19 juni

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht Evolutie
Wat ga je doen?

Weging: 1x
Deadline: donderdag 19 juni

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 12 Evolutie
12.1 Selectie 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe Darwin ontdekte dat de aarde en de organismen voortdurend veranderen.
  • Je kunt beschrijven hoe verschillende rassen ontstaan.
  • Je kunt met behulp van een voorbeeld uitleggen hoe natuurlijke selectie verloopt.
  • Je kunt uitleggen waardoor variatie in genotypen en fenotypen ontstaat.
  • Je kunt uitleggen wat evolutie is en hoe evolutie verklaard wordt.

 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is evolutie?
Evolutie is ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.
Ook wel evolutietheorie genoemd.
Argumenten voor evolutietheorie zijn verschillende feiten.

 
Belangrijk: Je mag denken dat de evolutie niet waar is, zorg er wel voor dat je de evolutie kunt uitleggen op je eindexamen!

Slide 7 - Tekstslide

Charles Darwin
Darwin heeft de evolutietheorie bedacht. 


Slide 8 - Tekstslide

Darwin
Darwin ging op reis door Zuid- Amerika en bedacht uit zijn bevindingen de evolutietheorie.

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = de best aangepaste organismen geven hun genen vaker door aan de volgende generatie dan de minder goed aangepaste organismen. Het aandeel van de goed aangepaste individuen van een soort in de volgende generatie is daardoor groter. 

- overlevingskans
- meest voordelige eigenschappen
- beste aanpassingen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Definitie ras: Een ras is een groep individuen van dezelfde soort, met ongeveer hetzelfde fenotype:
1. selecteren bepaalde eigenschap
2. kruisen (laten paren)
3. selecteren bepaalde eigenschap
4. kruisen
= Veredelen of kunstmatige selectie door mensen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
1. Isolatie
2. Variatie van een bepaalde erfelijke eigenschap
3. Erfelijke eigenschap is erfelijk
3. Natuurlijke selectie; de best aangepaste 
organismen kunnen zich het beste voortplanten. 

Het duurt duizenden jaren voordat een nieuw soort is ontstaan. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Erfelijke variatie
Erfelijk variatie ontstaat door mutatie in het DNA van een geslachtscel --> het  individu heeft een iets ander genotype gekregen.
Door variatie in genotype is ook variatie in fenotype.

Sommige mutaties zijn gunstig, dus leveren een grotere overlevingskans op, dus ook meer kans op nakomelingen. 
Het nieuwe fenotype komt dan steeds vaker voor. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Evolutietheorie

De theorie die uitlegt hoe en waardoor soorten veranderen. 


Definitie evolutie

Het langzaam ontstaan van de ene soort uit de andere soort.

Slide 19 - Tekstslide

Argumenten voor de  evolutietheorie
1. Fossielen

2. Overeenkomsten in bouw

3. Rudimentaire organen

4. Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 20 - Tekstslide

Voorwaarden voor evolutie


1. Er is variatie
2. De variatie is erfelijk
3. Er is (natuurlijke) selectie

Slide 21 - Tekstslide

Zijn er nog vragen:

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Hoe noemen we het proces waarbij de best aangepaste individuen het meest zullen voortplanten?
A
Evolutie
B
Natuurlijke selectie
C
Mutatie
D
Modificatie

Slide 24 - Quizvraag

Natuurlijke selectie noemen we ook wel "Survival of the ......."
A
firmest
B
fattest
C
fastest
D
fittest

Slide 25 - Quizvraag

Natuurlijke selectie is
noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde
van evolutie?
A
Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
B
Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
C
Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
D
Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen

Slide 27 - Quizvraag

Welk argument voor evolutie wordt hier afgebeeld?
A
Rudimentaire organen
B
Overeenkomsten in bouw
C
Fossielen

Slide 28 - Quizvraag

Wie heeft de evolutie van mens en dier ontdekt?
A
Columbus
B
Darwin
C
Marco Polo
D
Einstein

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van evolutie?
A
Evolutie is een geleidelijke ontwikkeling, waarbij steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.
B
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is het ontstaan van een nieuwe soort, doordat een andere soort uitsterft.
D
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde doordat organismen zich aanpassen aan hun milieu.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het dat we allemaal zo verschillend zijn?
A
Mutatie
B
Variatie
C
Evolutie

Slide 31 - Quizvraag

Wat is belangrijk voor evolutie:
1) variatie in genotype
2) voortplanting
3) natuurlijke selectie
A
alleen 1
B
alleen 2
C
alleen 1 en 3
D
zowel 1 als 2 en 3

Slide 32 - Quizvraag

De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Anouk zegt dat fossielen altijd afkomstig zijn van soorten die zijn uitgestorven.
Laura zegt dat fossielen aantonen dat er in de loop van de evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan.

Wie heeft gelijk?
A
Alleen Anouk
B
Alleen Laura
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 34 - Quizvraag

Vul de tekst aan.
geloven dat de
afstammen van andere
Zo'n langzame
noemen we 
................................
..........................
....................
..................
................
ontwikkeling
diersoorten
evolutie
biologen
mensen

Slide 35 - Sleepvraag

Mutaties zijn noodzakelijk voor evolutie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Veel planten maken stoffen die hen beschermen tegen vraat door insecten. Plantenalkaloïden zijn zulke stoffen. Bij het Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea) blijkt het gehalte aan alkaloïden te variëren van 0% tot 1% van het drooggewicht. Deze verscheidenheid berust op verschillen in genotype. Een leerling verwachtte dat alle jacobskruiskruidplanten een hoog gehalte aan alkaloïden zouden hebben. Hij baseerde zijn verwachting op zijn kennis van erfelijkheid en evolutie.
Noem de naam van het proces dat kan leiden tot uitsluitend jacobskruiskruidplanten met een hoog alkaloïdgehalte.

Slide 37 - Open vraag

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de leerdoelen .

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide