Par 2.1: Sparen en beleggen

H2 Omgaan met geld
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 Omgaan met geld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je allemaal met geld doen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Sparen of beleggen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt spaarmotieven van mensen benoemen.

  • Je kunt uitleggen wat nominale en reële rente is.

  • Je kunt voorbeelden van spaarvormen herkennen.

  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente. 

  • Je kunt uitleggen hoe beleggingsvormen van elkaar verschillen op basis van risico. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaarmotieven

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaarmotieven

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Sparen of beleggen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rente = interest
We onderscheiden 2 soorten rentes als je spaart:
  1. Enkelvoudige rente 🡪 rente na afloop van een jaar (elk jaar hetzelfde)
  2. Samengestelde rente 🡪 rente over meerdere jaren (rente op rente)

 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
  • Leren: § 2.1 t/m blz 41
  • Maken: 2 t/m 6
  • Kennen: leerdoelen 1 en 2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rente berekenen
Enkelvoudige rente & samengestelde rente
Enkelvoudige rente
rente over het oorspronkelijke bedrag (dus niet over de rente van voorgaande jaren)




samengestelde rente
rente over oorspronkelijke bedrag én de rente van voorgaande jaren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige rente 
-> je krijgt rente bijgeschreven op je betaalrekening
-> je krijgt telkens rente over hetzelfde bedrag
Samengestelde rente
-> de rente wordt bijgeschreven op je spaarrekening
-> het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de reeds ontvangen rente ('rente op rente')

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de prijzen stijgen wordt de rente die je krijgt naar verhouding minder waard.

Door inflatie is de reële rente lager dan de nominale rente.

Nominaal: Rente uitgedrukt in euro’s.
Reële rente: Nominale rente gecorrigeerd met de inflatie.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een spaarrekening zet je € 5.000 vast voor 3 jaar tegen een rente van 1,2%

Bereken de rente na 2 jaar.

Slide 16 - Open vraag

€ 5.000 : 100 x 1,2 = € 60 x 2 = € 120.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies