H1f week 12

dinsdag 22 maart

H1f: les 1 & 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 22 maart

H1f: les 1 & 2

Slide 1 - Tekstslide

vandaag

- inhalen toets woordsoorten: donderdag a.s. (24/3) het 6e lesuur; Quinton, Elvi, Aimee, Morrison
- toets leesvaardig: nagekeken & cijfers ingevoerd; volgende week  bespreken
- planning komende weken (PTD)
- start spelling & werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

1e lesuur
- planning  komende weken + De Brug blz 258 t/m 264
- start Spelling: hfdst 1 blz 34 > klassikaal lezen theorie:
                                   hoofdletters & leestekens
- maken opdr 1 en 2 blz 34/35 > daarna antwoorden bespreken
- uitleg verkleinwoorden; daarna maken opdr 5 blz 35 + antwoorden


Slide 3 - Tekstslide

2e lesuur
- korte klassikale herhaling werkwoordsvormen
- maken stencil werkwoordspelling (werkwoordsvormen) individueel
- klassikaal bespreken stencil werkwoordvormen
- Kahoot > werkwoordspelling
                   klaar: (af)maken Spelling hfdst 1 opdr 5 (huiswerk donderdag)


Slide 4 - Tekstslide

donderdag 24 maart

H1f: les 3

Slide 5 - Tekstslide

vandaag
- huiswerk vandaag (lln die er dinsdag niet waren): Spelling hfdst 1 opdr 1 en 2 en 5 blz 34/35
- nakijken en bespreken huiswerk spelling
                                              > anderen: oefenen werkwoordspelling www.cambiumned.nl (10 min)
- korte herhaling werkwoordsvormen
- theorie spelling: meervouden (De Brug & hfdst 3)

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00
Waarom gebruik je een komma?

Slide 7 - Woordweb

0

Slide 8 - Video

werkwoordvormen:

          1.        persoonsvorm - tegenwoordige tijd (PV-TT)
                    persoonsvorm - verleden tijd (PV-VT)

          2.       voltooid deelwoord (VDW)

          3.       infinitief = hele werkwoord (INF)

Slide 9 - Tekstslide

Zin 1: hij vertelde zijn vriend een geheim.

vertelde = ...........?
A
PV-TT
B
VDW
C
PV-VT
D
INF

Slide 10 - Quizvraag

Zin 2: Wij zouden misschien naar dat feest gaan.

gaan = ...........?
A
PV-TT
B
VDW
C
PV-VT
D
INF

Slide 11 - Quizvraag

bespreken theorie Spelling
Spelling De Brug (blz 258)
meervouden van zelfstandig naamwoorden op -ee en -ie

Slide 12 - Tekstslide

WAAROM GEBRUIKEN WE MET SPELLING EEN TREMA? (PUNTJES BOVEN EEN LETTER)
zoals bij poëzie, of ruïne?

Slide 13 - Open vraag

meervoud eindigend op -en
Boek: hfdst 3 blz 94                taart > taarten
                                                          boot > boten
                                                          lijf > lijven
                                                           sluis > sluizen

Slide 14 - Tekstslide

meervoud eindigend op -ee
zoals: ree of snee                             (boek: De Brug blz 258)

uitgang:  ën
Dus: reeën  en sneeën

Slide 15 - Tekstslide

meervoud eindigend op -ie
Waar ligt de klemtoon?                                        (boek: De Brug blz 158)
- op de laatste lettergreep > uitgang ën
b.v. industrie > industrieën 
- niet op de laatste lettergreep > uitgang n (en trema (puntje) op de laatste e)
b.v. olie > oliën

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk dinsdag
maken:
- hfdst 3 Spelling opdracht 1 blz 94
- De Brug Spelling opdracht 1 blz 258
              + leren theorie meervoud - en, -ee, en -ie 


Slide 17 - Tekstslide