8.3 Massaverhoudingen en overmaat

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Deel 1:
Je kunt de massaverhouding bij een chemische reactie bepalen op basis van de moleculaire massa’s van de betrokken stoffen.

Deel 2:
Je kunt bepalen hoe groot de overmaat bij een chemische reactie is.

Slide 2 - Tekstslide

Massaverhouding
Stap 1: Noteer de reactievergelijking

Stap 2: Bepaal de molecuulmassa

Stap 3: Vermenigvuldig de atoommassa me de coëfficiënt (ook als die 1x is)

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Als je Kalium en Broom samenvoegt krijg je kaliumbromide. 
2 K (s) + Br2 (l) -> 2 KBr (s)



Slide 4 - Tekstslide

Kaliumbromide
Als je Kalium en Broom samenvoegt krijg je kaliumbromide. 





78,20 : 159,9 : 238,0 
Help
Stap 1: Noteer de reactievergelijking
Stap 2: Bepaal de molecuulmassa
Stap 3: Vermenigvuldig de atoommassa me de coëfficiënt (ook als die 1x is)
1
2 K + 
Br2 ->
 2 KBr
2
39,1 u
79,9 u
119 u 
3
2x39,1
2x79,9
2x119
78,20 u
159,8 u
238,0 u
Significantie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Even herhalen

Slide 7 - Tekstslide


O2-
A
Oxide
B
Zuurstof-atoom
C
Waterstof-ion
D
Zuurstof-ion

Slide 8 - Quizvraag


CO
A
Koolstofzuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmono-oxide
D
Zuurstof-ion

Slide 9 - Quizvraag


OH-
A
Zuurwaterstof-ion
B
Hydroxide-ion
C
Water-ion
D
Hydroxide-atoom

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de zeven 2-atomige moleculen?

Slide 11 - Open vraag


C6H12O6
A
methaan
B
alcohol
C
glucose
D
ethaan

Slide 12 - Quizvraag

NaCl
A
natrium-ion
B
natriumkoolstof
C
natriumkoper
D
natriumchloride

Slide 13 - Quizvraag


SO3
A
zwaveloxide
B
zwaveltrioxide
C
zwaveldioxide
D
zwavelbioxide

Slide 14 - Quizvraag


H2O2
A
waterdioxide
B
waterstofperoxide
C
waterstofoxide
D
waterstofdioxide

Slide 15 - Quizvraag


NO3-
A
Stikstofoxide
B
Stikstoftrioxide
C
Nitriet-ion
D
Nitraat-ion

Slide 16 - Quizvraag


CO32-
A
koolstofoxide
B
koolstoftri-oxide
C
koper-ion
D
carbonaat-ion

Slide 17 - Quizvraag


NH4+
A
ammoniak-ion
B
nitraat-ion
C
ammonium-ion
D
nitraatwaterstof

Slide 18 - Quizvraag


S2-
A
sulfide-ion
B
sulfaat-ion
C
zwavelsulfide
D
zwavel

Slide 19 - Quizvraag


PO43-
A
fosfor-oxide
B
lood-oxide
C
ijzer-oxide
D
fosfaat-ion

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de formule voor zilversulfaat?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de formule voor ijzer(III)nitraat?

Slide 22 - Open vraag

Massapercentage berekenen
Bedenk hier direct. Ik moet iets in procenten berekenen...

Slide 23 - Tekstslide

Het massapercentage zwavel in zwaveltri-oxide is?
A
60%
B
50%
C
40%
D
30%

Slide 24 - Quizvraag


Welk atoom is dit?
A
Neon
B
Natrium
C
Magnesium
D
Aluminium

Slide 25 - Quizvraag


Wat is de lading?
A
-1
B
+1
C
-2
D
+2

Slide 26 - Quizvraag

Even vorige les herhalen
Massaverhoudingen bepalen. 
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Overmaat (je houdt wat over)

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
Als je Kalium en Broom samenvoegt krijg je kaliumbromide. 
2 K (s) + Br2 (l) -> 2 KBr (s)



Slide 29 - Tekstslide

Kaliumbromide
Als je Kalium en Broom samenvoegt krijg je kaliumbromide. 





78,20 : 159,9 : 238,0 
Help
Stap 1: Noteer de reactievergelijking
Stap 2: Bepaal de molecuulmassa
Stap 3: Vermenigvuldig de atoommassa me de coëfficiënt (ook als die 1x is)
1
2 K + 
Br2 ->
 2 KBr
2
39,1 u
79,9 u
119 u 
3
2x39,1
2x79,9
2x119
78,20 u
159,8 u
238,0 u
Significantie

Slide 30 - Tekstslide

Kaliumbromide
Hoeveel Broom heb je nodig bij de de vorming van 238 g Kaliumbromide?
K
78,20
Br
159,9
KBr
238,0 

Slide 31 - Tekstslide

Kaliumbromide
Hoeveel Broom heb je nodig bij de de vorming van Kaliumbromide als je 80 g Kalium hebt?
K
78,20
1
80
Br
159,9
2.04475..
163.5
KBr
238,0 

Slide 32 - Tekstslide

Kaliumbromide
Hoeveel kaliumbromide geeft dat dan??
K
78,20
1
80
Br
159,9
2,04475..
163,5
KBr
238,0 
3,04347..
243,5

Slide 33 - Tekstslide

Kaliumbromide
Er is 80 gram kalium aanwezig en 200 gram Broom. Er wordt 243,5 gram kaliumbromide gemaakt. Welke stof is in overmaat aanwezig en hoeveel? 
K
78,20
1
80
Br
159,9
2,04475..
163,5
KBr
238,0 
3,04347..
243,5

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Massaverhoudingen

Slide 37 - Tekstslide

Is zink of zuurstof in overmaat?

Slide 38 - Tekstslide