Spelling blok 1 & 2 - les 1 - L1mha

Spelling blok 1 & 2
Les 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 1 & 2
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Stap 1: zet het werkwoord in de ik-vorm
Stap 2: kijk of het onderwerp in de ik-vorm, hij-vorm of wij-vorm staat.
Stap 3: kies de juiste vervoeging

Slide 2 - Tekstslide

Vervoegingen
ik = ik-vorm
hij = ik-vorm + t  (iemand anders dan ik, enkelvoud)
wij = hele werkwoord

ruiken, slopen, luiden, halen, bakken, praten
Zet deze ww in de ik-vorm, hij-vorm en wij-vorm.

Slide 3 - Tekstslide

Ik ......
Hij.....
Werk
Groeit
Slaap
Beantwoord
Wordt
Vliegt

Slide 4 - Sleepvraag

Aan het werk
Spelling blok 1:
- opdracht 19
- opdracht 20
- opdracht 21
- opdracht 22
- opdracht 23
- opdracht 25

Slide 5 - Tekstslide

Blok 2
Werkwoordspelling in de verleden tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Doel van de les:
- je kan klankveranderende (sterke) werkwoorden onderscheiden van klankvaste (zwakke) werkwoorden.
- je kan de persoonsvorm vervoegen in de verleden tijd.
- je kan het voltooid deelwoord vervoegen.
Je gaat deze les:
- klankveranderende ww uit een schema halen.
- persoonsvormen in de verleden tijd vervoegen.
- Engelse ww vervoegen in de verleden tijd.
- werkwoorden vervoegen als voltooid deelwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterk ww (klankveranderende) = verandert van klank in de verleden tijd
loop/liep  win/won  zing/zong

Zwakke ww (klankvaste) = verandert niet van klank in de verleden tijd
praat/praatte   mis/miste

Slide 8 - Tekstslide

't kofschi
Alleen gebruiken bij klankvaste/zwakke werkwoorden!
Stap 1: zet de persoonsvorm in de ik-vorm
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de ik-vorm
Stap 3: zit die in 't kofschip? Ja: + te/ten   Nee: + de/den
(v/f-wisseling en z/s-wisseling zitten niet in 't kofschip: niezen, verven)
Stap 4: zet de juiste vervoeging achter de ik-vorm

VB. verstuiken--> verstuik --> verstuikte/verstuikten
        bellen --> bel --> belde/belden
        verven --> verf --> verfde/verfden

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen
Zet van de volgende werkwoorden de ik- en wij-vorm in de verleden tijd.

Vissen
Schroeven
Winnen
Zien

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Klankveranderende/sterke werkwoord: je schrijft precies op wat je hoort.

Klankvaste werkwoorden hebben een voltooid deelwoord op een d of t.
Gebruik 't kofschip
Ik heb mijn enkel verstuik... --> k zit in 't kofschip dus --> t.
Hij heeft gebel... --> l zit niet in 't kofschip dus --> d.

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk Spelling blok 1:
- opdracht 19
- opdracht 20
- opdracht 21
- opdracht 22
- opdracht 23
- opdracht 25
Aan het werk Spelling blok 2:
- opdracht 20
- opdracht 21, eerst ik-vorm opschrijven dan het antwoord
- opdracht 22 (extra)
- opdracht 23
- opdracht 24
-  opdracht 26

Slide 12 - Tekstslide