2.2: Welvarend land / Globalisering en inkomen

Armoede en rijkdom in de Verenigde Staten
Welvarend land - Globalisering en inkomen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Armoede en rijkdom in de Verenigde Staten
Welvarend land - Globalisering en inkomen

Slide 1 - Tekstslide

VS?

Slide 2 - Woordweb

Vinden jullie de Verenigde Staten rijk of arm?
A
Ja
B
nee
C
weet ik niet
D
gemiddeld

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide


In welk land 
wil jij wonen?
A
Land A
B
Land B

Slide 5 - Quizvraag


In welk land 
wil jij wonen?
A
Land A
B
Land B

Slide 6 - Quizvraag

Bnp = bruto nationaal product = De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden gemaakt in één jaar. 

Bnp/inwoner: beter meetinstrument
- Let op: is een gemiddelde!

Slide 7 - Tekstslide

Rijk land?
Ja:
  • Heel hoog bnp
  • hoog bnp/inwoner
  • hdi hoog
hdi
hdi = Human Development Index = Het ontwikkelingspeil van een land op basis van het bnp, de levensverwachting en het analfabetisme.
  • Hoe dichter het hdi bij 1, hoe hoger de ontwikkeling. (V.S. 0,924)
  • Kijken naar: Welvaart en Welzijn


Slide 8 - Tekstslide

Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.(bnp/inwoner, koplopers (centrumlanden) – volgers (BRIC-landen) – achterblijvers.)

Koplopers = Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in de diensten werken. = Centrumlanden  

Volgers = Minder rijke landen die wel op weg zijn in hun ontwikkeling. = BRIC-landen (Brazilie, Rusland, India, China)

Achterblijvers = Arme landen waar veel mensen in de landbouw werken. In de wereldhandel spelen ze geen belangrijke rol.

Slide 9 - Tekstslide

Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen. (Levensverwachting, analfabetisme, koopkracht).
Levensverwachting = Het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd waarschijnlijk nog te leven heeft.

Analfabetisme = Het percentage van de bevolking van mensen die ouder zijn dan 15 jaar en nog niet kunnen lezen of schrijven.

Koopkracht = De producten en diensten die iemand met zijn inkomen kan kopen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

vorige les?

Slide 12 - Woordweb

Globalisering
Globalisering = Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen goederen, geld en informatie.

Slide 13 - Tekstslide

Globalisering
Neem je gsm en bekijk de achterkant (samsung eventueel de batterij)

Slide 14 - Tekstslide

Ontwerpen
Ontwerpen (Design) producten in rijke landen als VS:
- Ingewikkeld en creatief werk
- lange opleiding aan beste universiteiten
- rijke mensen van het land

Gevolg globalisering en automatisering
Gevolg globalisering en automatisering = Vervanging van menselijke arbeid door machines of robots, waardoor een proces automatisch verloopt.:
- bijna 7 miljoen Amerikanen werkloos
- 44 miljoen Amerikanen leven onder armoedegrens = Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

In elkaar zetten
In elkaar zetten van producten (assemble) o.a. in China (lonen laag):
- laaggeschoolde arbeiders
- laagbetaald werk
- Gevolg laaggeschoold en laagbetaald werk is door globalisering uit VS verdwenen.

Slide 15 - Tekstslide

Par. 2: Water in beweging
Nu doen:
  • Uitleg vragen
  • Lees par. 2.2
  • Werken (planconer)

Huiswerk:
  • Leer par. 2.2

Slide 16 - Tekstslide

Welvaart
Welzijn
BNP/hoofd
Koploper
centrumlanden
Volgers
BRIC-landen
Achterblijvers
Levensverwachting
alfabetiseringsgraad
koopkracht

Slide 17 - Sleepvraag

Arm of rijk?
Welzijn
Welvaart
3 groepen landen
Bnp/hoofd
BRIC-landen
koplopers
centrumlanden
volgers
achterblijvers
levensverwachting
alfabetiseringsgraad
koopkracht

Slide 18 - Tekstslide

Lorenzcurve

Slide 19 - Tekstslide