TNA - H.3 Warmtetransport
Welk woord is de juiste synoniem?
Convectie
Conductie
Radiatie
?
?
?
Straling
Geleiding
Stroming
1 / 16
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Welk woord is de juiste synoniem?
Convectie
Conductie
Radiatie
?
?
?
Straling
Geleiding
Stroming
Slide 1 - Sleepvraag
Hoe gaat warmtetransport?
A
van koud naar warm
B
van warm naar koud
Slide 2 - Quizvraag
Warmtegeleiding gaat het snelst bij...
A
Vastestof
B
Vloeistof
C
Gas
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Convectie
Radiatie
Conductie
?
?
?
Vorm van warmtetransport door botsende atomen of bewegende vrije elektronen
Vorm van warmtetransport door elektromagnetische golven
Vorm van warmtetransport waarbij er een beweging ontstaat in een medium die de warmte meeneemt.
Slide 5 - Sleepvraag
Wat is GEEN vorm van warmtetransport
A
Conductie
B
Isolatie
C
Radiatie
D
Convectie
Slide 6 - Quizvraag
In het water is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen
Slide 7 - Quizvraag
Hoe gaat het warmtetransport?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding
Slide 8 - Quizvraag
Warmtetransport zonder tussenstof noemen we ...
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 9 - Quizvraag
Bij geleiding is er...
A
Veel ruimte tussen de atomen van de stof.
B
Geen ruimte tussen de atomen van de stof
C
Weinig ruimte tussen de atomen van de stof
D
Niet van toepassing
Slide 10 - Quizvraag
Welke bewering is waar?
A
Als lucht warmer wordt, krimpt de lucht en stroomt omhoog
B
Als lucht warmer wordt, krimpt de lucht en stroomt omlaag
C
Als lucht warmer wordt, zet de lucht uit en stroomt omhoog
D
Als lucht warmer wordt, zet de lucht uit en stroomt omlaag
Slide 11 - Quizvraag
Plaats de afbeeldingen bij het juiste warmtetransport.
Geleiding
Stroming
Straling
Slide 12 - Sleepvraag
Hoe noemen we het warmtetransport dat de warmte van de zon naar de aarde brengt?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
Slide 13 - Quizvraag
Je wilt warm water opwarmen om spaghetti te koken. Je blijft bij het vuur staan en je ziet belletjes stijgen en weer dalen.
Dit is een voorbeeld van ...
Dit is een voorbeeld van ...
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen van deze
Slide 14 - Quizvraag
Je bent aan het koken en je neemt de hete pan vast bij de oren. De hete pan bestaat uit ijzer. Je trekt je handen onmiddellijk terug.
Dit is een voorbeeld van ...
Dit is een voorbeeld van ...
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen van deze
Slide 15 - Quizvraag
In onderstaande situaties is er sprake van warmtetransport.
Geef voor elke situatie aan of er sprake is van geleiding, stroming of straling. Omcirkel het juiste antwoord.
a. Het warm worden van een lichaam onder een zonnebank.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
b. Pannenkoeken worden warm in een koekenpan.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
c. Een hete luchtballon stijgt op door warme lucht van verbranding.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
d. Als de zon schijnt wordt je lichaam warm.
Hier is sprake van : geleiding / stroming / straling
