2kader 3.4 Schrijven betoog

Welkom bij  3.4 Schrijven betoog
Wat weet je nog? 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij  3.4 Schrijven betoog
Wat weet je nog? 

Slide 1 - Tekstslide

Welk tekstdoel heb jij als schrijver, wanneer je een betoog schrijft?
A
amuseren
B
activeren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 2 - Quizvraag

Lesstof 3.3 of blz. 190 van je boek: Hoe deel je een betoog in?
Inleiding: ?
Kern: ?
Slot: ?

Slide 3 - Open vraag

Welke signaalwoorden gebruik je om een reden aan te geven? (argument)
A
eerst, daarna, vervolgens, tot slot
B
dus, kortom, dan ook
C
maar, echter, daarentegen, toch
D
want, omdat, daarom, vanwege, namelijk

Slide 4 - Quizvraag

Welk deel van deze zin is het argument?:
Ik vind het niet verstandig om schooluniformen in te voeren, het levert immers meer nadelen dan voordelen op.

Slide 5 - Open vraag

Welke signaalwoorden gebruik je in je conclusie?
A
eerst, daarna, vervolgens, tot slot
B
dus, kortom, dan ook
C
maar, echter, daarentegen, toch
D
want, omdat, daarom, vanwege, namelijk

Slide 6 - Quizvraag

Waar vind je de leertekst die uitlegt hoe je een betoog opbouwt?
A
digitaal bij 3.4 lesstof en blz. 202 in het boek
B
In je boek op blz. 204, daar is een voorbeeld
C
digitaal bij 3.3 lesstof en op blz. 190 in je boek
D
digitaal bij 3.4, opdr. 5 en in je boek op blz. 204

Slide 7 - Quizvraag

Waarom schreef ik 'opbouwt' in de vorige dia met een -t?

Slide 8 - Open vraag

Verwijswoorden: wanneer gebruik je 'die' en wanneer 'dat'?
A
-die en dat kun je door elkaar gebruiken
B
-die verwijst naar de-woord -dat verwijst naar woorden met het lidwoord 'een'
C
-die verwijst naar meervoud -dat verwijst naar enkelvoud
D
-die verwijst naar de-woord -dat verwijst naar het-woord

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

3.4 Aan de slag --->

Maak opdracht 4 en 5 

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Welke stelling kies jij voor je schrijftaak?
1. alleen tablet lessen
2. in de klas geen pet op
3. geen mobiele telefoons in school

Slide 12 - Poll

3.4 Aan de slag --->

Schrijf een betoog over het door jou gekozen onderwerp
Let op:
- inleiding, kern, slot (opbouw betoog)

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

3.4 Schrijftaak 


1. Je gaat aan de slag: schrijf een betoog 
2. Huiswerk: Je schrijft een betoog en levert die in via ELO.
3. In de volgende les beoordeel je in tweetallen elkaars betoog.
     Zorg dus dat je wat hebt gemaakt!! 

We bekijken eerst het beoordelingsformulier bij opdracht 13
of op blz. 209 van je boek. 

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Inleveren betoog via de ELO;
deadline: 12 juni 21:30 uur
Kijk terug op bladzijde 202 van je A-boek voor de afspraken over het schrijven van een betoog.

Slide 15 - Tekstslide

Welkom bij  3.4 Schrijven betoog
Wat weet je nog? 

Slide 16 - Tekstslide

Zinsbouw oefenen 
opdracht 8 ( 207) 
Hoe is je huiswerk gegaan? 
Signaalwoorden van reden of conlusie? 

Slide 17 - Tekstslide

Noem minstens 3 signaalwoorden van reden:

Slide 18 - Open vraag

Noem 3 signaalwoorden die een conclusie aangeven:

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide