Thema 5 Evolutie, bs 5 en 6

Evolutie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
- Je kunt uitleggen wat Charles Darwin heeft betekent voor de
   biologie.
- Je kunt de drie hoofdpunten van de evolutietheorie opnoemen
    en uitleggen:
    1. variatie in genotypen
    2. natuurlijke selectie
    3. ontstaan van nieuwe soorten

Slide 2 - Tekstslide

theorie vs. feit
Een feit is iets wat 100 procent bewezen is en daarom alle andere theorieën vernietigt.

Een theorie is iets wat waarschijnlijk de waarheid is, maar nog niet met 100 procent feitelijk bewezen is. Het kan dus nog niet alle andere theorieën vernietigen.

Slide 3 - Tekstslide

De oerknal
De theorie van het ontstaan van het heelal:

- Klein bolletje met een enorme hoeveelheid energie.
- Ongeveer zo'n 14 miljard jaar.

Slide 4 - Tekstslide

De oersoep
- 3,5 tot 3,8 miljard jaar geleden het eerste leven ontstaan.
Theorie:
- Rond de aarde een vloeibare massa ronddreef: de oersoep.
- Uit de oersoep hebben zich de eerste levende organismen ontwikkeld.

Andere theorieën over het ontstaan van dit eerste leven op aarde:

- De eerste kenmerken van leven ontwikkelden zich in ijsmassa’s om aarde.
- De eerste eencelligen of de scheikundige bouwstenen ervan bereikten met meteorieten de aarde.

Slide 5 - Tekstslide

De evolutietheorie
De evolutietheorie is in de 19e eeuw ontwikkeld door Charles Darwin en anderen. 
De theorie is niet te bewijzen. Er zijn wel veel feiten die de theorie ondersteunen. 
De feiten zijn de argumenten voor de evolutietheorie. 




De evolutietheorie gaat uit van:

- variatie in genotypen 
- natuurlijke selectie
- het ontstaan nieuwe soorten en verdwijnen van soorten

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een argument voor de evolutietheorie?
A
Mensen lijken op apen
B
Fossielen
C
Veel dezelfde vormen in de groei vanaf de bevruchting
D
Meneer Darwin was erbij toen evolutie plaats vond

Slide 7 - Quizvraag

Argumenten voor de evolutietheorie
Darwin zegt dat elk organisme uitdezelfde voorouder is ontstaan. 
Het genotype is alleen aangepast door de jaren heen (zo ook dus het fenotype).


Bij verschillende dieren kunnen we bij de ontwikkeling vanaf de bevruchting in de groei veel dezelfde vormen zien. Dit wordt als argument aangevoerd voor de evolutietheorie. 

Slide 8 - Tekstslide

        Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen 
van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.

Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen 
jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, 
ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen'  zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).

Slide 9 - Tekstslide

Variatie in genotype

Slide 10 - Tekstslide

Darwin vinken
tijdens de reis van Darwin op de the beagle kwam hij op de Galapagoseilanden.

Op deze eilanden vond hij vinken die allemaal wel op elkaar leken maar toch net iets anders waren. 

Elk eiland had een andere voedselbron voor de vinken. De vinken hadden zich aangepast met hun snavel op de voedselbron

Slide 11 - Tekstslide

natuurlijke selectie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan van nieuwe soorten

Als milieuomstandigheden veranderen, moet een soort zich aanpassen

eis: De groepen moeten geisoleerd raken

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de drie belangrijke stappen voor de evolutietheorie, volgens Darwin?
A
Natuurlijke selectie
B
Fenotype
C
Variatie in genotype
D
Ontstaan en verdwijnen van soorten

Slide 16 - Quizvraag

evolutie

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen basisstof 5 t/m 8
maken 15, 16, 17 , 19 en 21
week 16 (19 t/m 23 april) SO evolutie bs 5 t/m 8

Slide 18 - Tekstslide