lezen stappenplan laatste les voor de toets

Welkom 4 havo
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 havo

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen lezen H1-H4

Vandaag:
- bespreken: tekst over liefdesverdriet
- herhaling vaste tekststructuren
- zelfstandig voorbereiden op de toets

Slide 2 - Tekstslide

Toets lezen H1-H4 gaat over:
  1. Hoofdstuk 1 (online, herhaling onderbouw)
    leer alles van Handig! 1 Lezen blz. 275-277 Met uitzondering van de functiewoorden en met extra aandacht voor de tekstverbanden + signaalwoorden en de vaste tekststructuren.
  2. Hoofdstuk 2 Uiteenzetting, beschouwing, betoog. Leer de theorie op blz. 10. Zorg dat je de kenmerken van de drie tekstsoorten kent en herkent.
  3. Hoofdstuk 3 Interview. Even goed doorlezen, dit hoef je niet te stampen.
  4. Hoofdstuk 4 Stappenplan Lezen. Goed doorlezen en oefenen. Dit moet je vooral kunnen.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  1. Wat is het onderwerp van de tekst?
  2. Waar eindigt de inleiding en begint het slot?
  3. In het middenstuk worden zes factoren genoemd die van invloed zijn op de duur van liefdesverdriet. Onderstreep ze in de tekst en schrijf ze op papier.
  4. Er zijn vijf dikgedrukte signaalwoorden. Welk verband geven zij aan?
  5. De schrijver maakt de tekst 'rond' in het slot. Hoe doet zij dat?
  6. Benoem tekstdoel, tekstsoort en tekststructuur.
  7. Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.
Werk stil en voor jezelf. Donderdag bespreken we de antwoorden. Klaar? Ga vast leren voor de toets.

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • Wat is het onderwerp van de tekst?
  • De duur van liefdesverdriet (geen zin!)
  • Waar eindigt de inleiding en begint het slot?
  • alinea 1 intro onderwerp
    alinea 2 vraag die centraal staat 
    (alinea 3 het antwoord op de vraag wordt aangekondigd)

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • In het middenstuk worden zes factoren genoemd die van invloed zijn op de duur van liefdesverdriet. Onderstreep ze in de tekst en schrijf ze op papier.
  • 1. persoonlijkheidskenmerken (al. 4 en 5)
    2. sekse (alinea 6)
    3. leeftijd (alinea 7)
    4. sociaal netwerk (alinea 8 en 9)
    5. manier van uitgaan (alinea 10 (zie ook eerste zin)
    6. de relatie 'ontleren' (alinea 12) 
  • Er zijn vijf dikgedrukte signaalwoorden. Welk verband geven zij aan?
  • De schrijver maakt de tekst 'rond' in het slot. Hoe doet zij dat?
  • Benoem tekstdoel, tekstsoort en tekststructuur.
  • Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'
  • Er zijn vijf dikgedrukte signaalwoorden. Welk verband geven zij aan?
  • bijvoorbeeld - toelichtend verband
  • daarnaast - opsommend verband
  • daardoor - oorzakelijk verband
  • aan de andere kant - tegenstellend verband

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'

  • De schrijver maakt de tekst 'rond' in het slot. Hoe doet zij dat?
  • Ze komt terug op de voorbeelden van het forum uit de inleiding.
  • Benoem tekstdoel, tekstsoort en tekststructuur.
  • informeren
  • uiteenzetting
  • vraag-antwoordstructuur
  • Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.


Slide 8 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden bij onderstaande vragen op over de tekst: 'Waarom heeft de een langer liefdesverdriet dan de ander?'

  • Hoofdgedachte:
    De heftigheid en de duur van liefdesverdriet hangen van een aantal factoren af: je persoonlijkheidskenmerken, sekse, leeftijd, sociale netwerk, de manier waarop de relatie uitging en de snelheid waarme je brein de relatie ontleert.

Slide 9 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • probleem-oplossingstructuur
  • verklaringsstructuur
  • verleden-heden(-toekomst)structuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag- antwoordstructuur

Slide 10 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 11 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 12 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 13 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren kennen we ook alweer?

Slide 14 - Tekstslide

De rest van deze les
Bereid je voor op de toets.
Leer handig! en h.2 in elk geval heel goed!

Slide 15 - Tekstslide