woordvolgorde_1

Oefenen met woordvolgorde
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Oefenen met woordvolgorde

Slide 1 - Tekstslide

Standaardzin


Ik ga naar school




  1. Ik =onderwerp (subject)
  2. ga=werkwoord
  3. naar school=rest

Slide 2 - Tekstslide

Zin met inversie

Morgen ga ik naar school



1. Morgen
2. ga=werkwoord
3. ik=onderwerp (subject)
4. naar school=rest

Slide 3 - Tekstslide

Vraagzin die begint met werkwoord


Ga ik
morgen naar school?

Slide 4 - Tekstslide

Vraagzin die begint met vraagwoord


Wanneer ga ik naar school?

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen met twee werkwoorden


Ik wil morgen naar school gaan.

Slide 6 - Tekstslide

1.tijd - 2.manier - 3.plaats



Ik ga morgen (=tijd) op de fiets (=manier) naar school (=plaats).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Nu jij!

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 1: Noteer 1 voor onderwerp, 2 voor, persoonsvorm, 3 voor ander zinsdeel tijd, 4 voor ander zinsdeel plaats, 5 voor ander werkwoord

1. De cursisten van groep twee ( ) beginnen ( ) om 13.00 uur ( ).
2. Aicha en Arnold ( ) hebben ( ) gisteren ( ) bij ons ( ) gegeten ( ).
3. De kat ( ) is ( ) op de tafel ( ) gesprongen ( ).
4. Dit ( ) is ( ) de vierde zin ( ).
5. Ik ( ) heb ( ) veel te veel ( ) gegeten ( ).
6. U ( ) kunt ( ) in de wachtkamer ( ) gaan ( ) zitten ( ).

Slide 10 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde:
heb – drie weken geleden – Ik – gekocht – een paar schoenen

Slide 11 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
teruggegaan – naar de winkel – de volgende dag – Ik – ben

Slide 12 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
nu – Ik – moet – lopen – met – twee verschillende schoenen

Slide 13 - Open vraag