Grammatica zinsdelen: foutieve beknopte bijzin

Grammatica zinsdelen
De foutieve beknopte bijzin
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
De foutieve beknopte bijzin

Slide 1 - Tekstslide

Doel en planning
Doel: aan het einde van deze les weet je wat een foutieve beknopte bijzin is, kun je deze herkennen en ken je twee manieren om de foutieve beknopte bijzin te verbeteren.

Planning: je blikt terug op de beknopte bijzin. Je krijgt theorie over de foutieve beknopte bijzin en je maakt opdrachten hierover. 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: wat is een beknopte bijzin? Gebruik in je antwoord ook de verschillende vormen van een beknopte bijzin.

Slide 3 - Open vraag

Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord.
A
Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
B
De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
C
Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

Slide 4 - Quizvraag

Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
A
Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
B
Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
C
Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

Slide 5 - Quizvraag

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’

A
De stemming goed aanvoelend sloot Elsbeth de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de volgende beknopte bijzin. Waarom is deze fout? "Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden."

Slide 7 - Open vraag

Theorie foutieve beknopte bijzin
Je kunt met een beknopte bijzin gemakkelijk een fout maken, wanneer je het verzwegen onderwerp uit het oog verliest.

Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden. 

Uit de hoofdzin blijkt dat de tram het onderwerp is. Dat moet ook het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin zijn. En dat is in de eerste zin niet het geval: een tram bespreekt geen problemen. Die zin is dus grammaticaal fout.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie foutieve beknopte bijzin
Het onderwerp van de beknopte bijzin moet dus hetzelfde zijn als de hoofdzin. 

Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.

Deze zin klopt, want het onderwerp van de beknopte bijzin is 'mijn vader' en dat is hetzelfde onderwerp als de hoofdzin. 


Slide 9 - Tekstslide

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
goede beknopte bijzin
B
foutieve beknopte bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 11 - Quizvraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
foutieve beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin?
  1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.

  2. Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.

Slide 15 - Tekstslide

Verbeter de foutieve beknopte bijzin door deze in een gewone bijzin te veranderen (manier 1).
"Staand op de vuurtoren bood het strand een prachtige aanblik."

Slide 16 - Open vraag

Verbeter de foutieve beknopte bijzin door de hoofdzin te veranderen (manier 2).
"Staand op de vuurtoren bood het strand een prachtige aanblik."

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Opdracht - uit boek 
  • Maak opdracht 2 op blz. 169-170 (foutieve beknopte bijzin).

  • Bekijk het voorbeeld voor de uitwerking en werk vervolgens op deze manier de opdracht uit.

  • Maak een foto van je gemaakte werk en upload deze op de volgende dia. 

Slide 19 - Tekstslide

Maak een foto van de gemaakte opdracht in je schrift en upload deze hier.

Slide 20 - Open vraag

Antwoorden
  • Kijk je gemaakte opdracht na;
  • verbeter je antwoorden waar nodig;
  • stel vragen via de chat op Teams als je het antwoord niet begrijpt.

Slide 21 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog na deze les? Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 22 - Open vraag