Ruimtetijd-diagram

Ruimtetijd-diagram
Bewegingen en gebeurtenissen grafisch weergeven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ruimtetijd-diagram
Bewegingen en gebeurtenissen grafisch weergeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe groot is de snelheid in deze grafiek?
A
6,0 m/s
B
24 m/s
C
4/6 m/s
D
6/4 m/s

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats,tijd-diagram
v=ΔtΔx=r.c.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimtetijd-diagram
In een ruimtetijd-diagram zijn de x- en t-as omgedraaid. 

De lijnen van voorwerpen in zo'n diagram heten wereldlijnen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimtetijd-diagram
De wereldlijn geeft de beweging weer.

Wat is de snelheid van de hond in dit plaatje?
En van de fietser?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimtetijd-diagram
De wereldlijn geeft de beweging weer. Let op:
v=ΔtΔx=r.c.1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimtetijd-diagram
De wereldlijn geeft de beweging weer. 

Een punt op een wereldlijn heet een gebeurtenis. Meer daarover later.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stilstaand persoon
Wandelaar
Fietser
Auto
Raket

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interpreteren van ruimtetijd-diagram
Alle lijnen beginnen in de oorsprong: op t=0 zijn alle voorwerpen op dezelfde plek.

De raket heeft de kleinste r.c. -> legt in de minste tijd de meeste afstand af -> Heeft de hoogste snelheid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen van een ruimtetijd-diagram
  1. Kies een referentiepunt (vanuit wiens oogpunt bekijk je de situatie?).
  2. Teken de assen.
  3. Bepaal op welke afstand het voorwerp start en met welke snelheid het beweegt.
  4. Teken de wereldlijn van dit voorwerp. Denk eraan: 
  5. Herhaal 3 en 4.
v=ΔtΔx=r.c.1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vanuit welk oogpunt is dit ruimtetijd-diagram getekend?
A
De hond
B
De fietser
C
Een waarnemer die stilstaat tov de hond
D
Dat kun je niet weten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laten we het ruimtetijd-diagram van de fietser en de hond nu zelf tekenen!
  1. Kies een referentiepunt (vanuit wiens oogpunt bekijk je de situatie?).
  2. Teken de assen.
  3. Bepaal op welke afstand het voorwerp start en met welke snelheid het beweegt.
  4. Teken de wereldlijn van dit voorwerp. Denk eraan: 
  5. Herhaal 3 en 4.
v=ΔtΔx=r.c.1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laten we het ruimtetijd-diagram van de fietser en de hond nu zelf tekenen!
Toevoeging: de eigenaar van de hond staat 6,0 m bij ons vandaan op t=0 s. Ze lopen met een snelheid van 0,5 m/s naar hun hond toe om die op te pakken.
Teken de wereldlijn van de hondeigenaar in hetzelfde ruimtetijd-diagram.

v=ΔtΔx=r.c.1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laten we het ruimtetijd-diagram van de fietser en de hond nu zelf tekenen!
Geef de tijdstippen waarop de fietser en de hondeigenaar bij de hond zijn aan met een stip.
Wat weet je over deze twee gebeurtenissen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu vanuit het oogpunt van de fietser!
  1. Kies een referentiepunt (vanuit wiens oogpunt bekijk je de situatie?).
  2. Teken de assen.
  3. Bepaal op welke afstand het voorwerp start en met welke snelheid het beweegt.
  4. Teken de wereldlijn van dit voorwerp. Denk eraan: 
  5. Herhaal 3 en 4.
v=ΔtΔx=r.c.1

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel II - Minkowski diagram
Ruimtetijd-diagrammen in de context van de relativiteitstheorie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer speelt relativiteit een rol?
Herinner je de gammafactor:

Voor v = 0 is deze 1, en voor v > 0 is deze groter dan 1.

Pas als                 zien we relativistische effecten zoals tijdrek. Dat betekent dus bij snelheden dichtbij c.
γ=1c2v21
γ1

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer speelt relativiteit een rol?
Herinner je de gammafactor:

Voor v = 0 is deze 1, en voor v > 0 is deze groter dan 1.

De kruissnelheid van een passagiersvliegtuig is 828 km/u. Bereken de gammafactor bij deze snelheid.
γ=1c2v21

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Teken de wereldlijn van een lichtstraal die begint op t = 0 in dit diagram. Denk eraan:
v=ΔtΔx=r.c.1r.c.=v1

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Hij staat er al in! De r.c. is zo klein dat hij op deze schaal niet zichtbaar is, de lijn valt vrijwel samen met de x-as...
r.c.=v1=c1=310813,3109

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Hij staat er al in! De r.c. is zo klein dat hij op deze schaal niet zichtbaar is, de lijn valt vrijwel samen met de x-as...
r.c.=v1=c1=310813,3109
Niet handig!

Slide 21 - Tekstslide

Zeker omdat we voor v~c juist relativistische effect verwachten en dus naar diagrammen bij die snelheden willen kijken.
Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Oplossing: tijd-as herschalen:

Eenheid ct =
tct

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Oplossing: tijd-as herschalen:

Eenheid ct = m
(c)t en x hebben nu dezelfde eenheid en zijn gelijkwaardig
tct
ct (m)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Betekenis:
Tijd waarin het licht 6 m aflegt
ct (m)
Hoe ziet de wereldlijn van een lichtstraal er nu uit?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Betekenis:
Tijd waarin het licht 6 m aflegt
Wereldlijnen van  lichtstralen hebben een r.c. van 1 (en dus een hoek van 45o met beide assen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Backup
Hoe snel (in # keer c) gaan deze voorwerpen?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord:
0,33c
1c
3c

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Aanname relativiteitstheorie: c = vmax, dus alle wereldlijnen door (0,0) moeten een r.c. > 1 hebben.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Alle wereldlijnen door (0,0) moeten een r.c. > 1 hebben.

Alles dat we kunnen zien en beinvloeden ligt in de witte driehoek.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
In 2D is dit een kegel. Dit heet de lichtkegel.
De lichtkegel laat zien welke gebeurtenissen we in de toekomst kunnen waarnemen en welke gebeurtenissen uit het verleden ons hebben kunnen beïnvloed.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen in ruimtetijd-diagrammen
Ok, maar wat betekent het als een gebeurtenis in onze lichtkegel ligt? En erbuiten?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies