voorbereiden practicum wel/niet reactie

voorbereiden practicum wel/niet reactie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

voorbereiden practicum wel/niet reactie

Slide 1 - Tekstslide

programma 
  • voorbereiden practicum a.s. donderdag wel/niet reactie
  • bespreken meest gemaakte fouten in toets hst 5
  • wordt er goed meegedaan dan krijg je nog tijd om te leren voor de toetsweek/ overhoren /vragen stellen
  • hw Leren voor practicum en toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen kun je herkennen aan stofeigenschappen

Wel Stofeigenschappen b.v.:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • Geleidbaarheid van warmte en elektriciteit
  • Metaalglans
Géén stofeigenschappen
want afhankelijk van omstandigheden:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume
  • Dikte 

Slide 3 - Tekstslide

faseovergang schematisch noteren:
b.v. 
het smelten van ijs:                                                                           water(s)----------> water (l) 

voor en na de pijl staat dezelfde stof maar met een andere toestandsaanduiding
  • De fase van een stof bij kamertemperatuur ( T=20oC)  is een stofeigenschap
     
  • De moleculen van de stof blijven hetzelfde alleen de afstand tussen de moleculen 
    wordt groter (of kleiner) bij faseovergangen
Faseovergangen 

Slide 4 - Tekstslide

chemische reacties herken je aan:
  • verdwijnen oude stof(fen) en ontstaan van nieuwe 
  • dus blijvende verandering van stofeigenschappen 
    (kleur, geur, structuur enz)
  • ontstaan warmte (of daling van temperatuur)
  • ontstaan van licht
  • ontstaan van geluid
  • onverwachte faseovergangen (b.v. stollen eiwit)

Slide 5 - Tekstslide

soorten  reacties: 
  1. ontledingsreactie:
    1
     beginstof-> meer eindproducten  
  2. verbrandingsreactie:  beginstof+zuurstof-> eindproduct(en)
    (eindproducten bij verbranding zijn oxides) 
  3. overige vormingsreacties(=synthese reactie):
    minstens 2 beginstoffen --> 1 of meer eindproduct(en)

Slide 6 - Tekstslide

3 soorten ontledingsreacties

  1. met warmte: Thermolyse
  2. met licht: Fotolyse
  3. met elektriciteit: Elektrolyse


Slide 7 - Tekstslide

Wetenschappelijk onderzoek: 
Standaardstappenplan 
wetenschappelijk onderzoek!

Slide 8 - Tekstslide

  • noteer objectief stofeigenschappen van:
    -
    beginstof(fen) (fase, structuur, kleur, geur enz.)
    - tussenproducten 
    - eindproducten
  • tijdens de proef :
       - wat gebeurt er?
       - waar/wanneer gebeurt het?
       - met welke stof? 
 Waarnemen? gebruik je zintuigen 

Slide 9 - Tekstslide

  • Lees het doel/onderzoeksvraag (en de inleiding)
  • Waarnemingen (=data verzamelen) én  theorie met elkaar in verbinden  (wat weet je al? wat zegt deze waarnemingen je? )= analyseren
  • Beantwoord de onderzoeksvraag
  • Leg uit met behulp van jouw
    waarnemingen
    en de theorie
  • Dus gebruik woorden als :
  •  .....dus.....;.......want...;....omdat.....
Conclusie trekken, waar moet je op letten?

Slide 10 - Tekstslide

Het verbranden van brood in de broodrooster is wél een reactie want het brood veranderd van kleur (wit werd zwart), er ontstaat een nieuwe (verbrande) geur en het brood veranderd van structuur (was zacht en wordt breekbaar). 

Er was 1 beginstof (wit brood) en meerdere eindproducten (zwart"brood"en verbrande geur) het brood is dus gaan ontleden door de hitte. Dat noem je thermolyse

Verbranden van brood is dus géén verbrandingsreactie,
want er kan te weinig zuurstof bij, daarom zie je ook géén vlammen
Dus:
wit brood(s)-> zwart brood(s) + bitter/verbrand ruikend gas (+ rook)

Bijvoorbeeld: is het verbranden van brood een reactie? zo ja wat voor soort reactie?

Slide 11 - Tekstslide

Het bevriezen van water is géén  reactie want als je het vloeibare water afkoelt wordt het wel hard maar de moleculen blijven watermoleculen. Als  het ijs weer terug komt naar kamertemperatuur is het gewoon weer vloeibaar water.  Er ontstaan géén nieuwe stoffen.

Het bevriezen van water is een faseovergang namelijk stollen want er
is géén blijvende verandering van stofeigenschappen en de
faseovergang ontstaat als je een vloeibare stof afkoelt tot hij vast wordt
Dus:
water (l)--> water (s)



Bijvoorbeeld: is het bevriezen van water een reactie? zo ja wat voor soort reactie/ zo nee wat is het wel?

Slide 12 - Tekstslide

meest gemaakte fouten hst 5
  • LEZEN!!!  b.v water in plaats van zuurstof, of noem 3 gevolgen. en je noemt in plaats daarvan 3 oorzaken
  • naamgeving
  • brandvoorwaarden
  • verbrandingsreactie noteren
  • verschil volledige en onvolledige verbranding van koolwaterstoffen
  • Leren: o.a. aantoningsreacties, broeikaseffect en versterkt broeikaseffect

Slide 13 - Tekstslide

Naamgeving moleculaire stoffen:
hoeveel atomen van elke soort in verbinding


  • wat in de naam voor de atoomsoort staat, staat in de formule erachter


  • atoomsoorten uit tabel 11 in de stof--> naam eindigt altijd op .........ide
    b.v. difosforpentaoxide (P2O5)

Slide 14 - Tekstslide

verbrandingsdriehoek( 1 ding weghalen--> blussen)
Ontbrandingstemperatuur:
Komt de temperatuur daar boven  gaat die brandstof branden (dit verschilt per stof-> stofeigenschap)
Bij blussen met water verdampt het water -> de brandstof koelt daardoor af tot onder de ontbrandingstemperatuur 

Slide 15 - Tekstslide

verbrandingsreactie noteren  in het 
algemeen en voor metalen:

  • brandstof + zuurstof--> verbrandingsproduct(en)
  • verbrandingsproducten zijn oxides (verbindingen met zuurstof)
  • voor metaaloxides geldt dat tenzij de formule van het oxide gegeven is je gewoon 1x het metaal en 1x zuurstof in het metaaloxide hebt. B.v.
     FeO = ijzeroxide, HgO =kwikoxide en CuO =koperoxide

  • Zorg dus dat je de namen van de atoomsoorten kent of zoek ze juist op in Binas

Slide 16 - Tekstslide

volledige verbranding koolwaterstoffen
  1. kleurloze of blauwe vlam
  2. CxHy + O2(g) -->  H2O(l) +   CO2(g)
  3. koolstofdioxide is een  broeikasgas . Als dit ontstaat bij het verbranden van fossiele brandstoffen dan ontstaat versterkt broeikaseffect

onvolledige verbranding koolwaterstoffen
  1. oranje of gele vlam
  2.  CxHy+ O2(g)--> H2O(l)+ C(s) + CO(g)
  3. koolstofmonoxide (=kolendamp) is een dodelijk gas
  4. koolstofmonoxide is zwaar (net als koolstofdioxide), kleur- en geurloos en voorkomt opname van zuurstof -> je stikt
Als de brandstof ook zwavel bevat ontstaat bij verbranding altijd zwaveldioxide SO2(g)

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijke aantoningsreacties
aan te tonen stof
indicator/aan-toningsproef
waarneming
water 
wit kopersulfaat
wit kopersulfaat wordt blauw in contact met water
koolstof-dioxide
kleurloos/helder kalkwater
wordt troebel en wit als er CO2 doorheen gaat
waterstof
gas opvangen en aansteken
je hoort een blaffend geluid
zuurstof
gloeiend voorwerp erbij 
voorwerp gaat feller branden
zwaveldioxide
joodwater
geel joodwater ontkleurt

Slide 18 - Tekstslide

bij het roesten van ijzer onstaat ijzeroxide Fe2O3
  1. ijzer + zuurstof --> ijzeroxide    
  2.  
Fe(s)+O2(g)>Fe2O3(s)
4Fe(s)+3O2(g)>2Fe2O3(s)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video