Nederlands - Discussie

Nederlands
Debatteren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat weten jullie al over debatteren?
  • Filmpje kijken
  • Stelling kiezen
  • Voorbereiden debat in groepjes
  • Uitleg debat vorm
  • Regels
  • Debatteren
  • Nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wij gaan vandaag ook een debat voeren...






En jullie mogen kiezen uit twee stellingen


Slide 5 - Tekstslide

Stelling

1. Mensen die ongezond leven (roken, weinig beweging, slecht eten) moeten meer zorgpremie betalen voor hun zorgverzekering


2. De alcoholgrens moet weer worden teruggebracht naar 16 jaar

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiding voor het debat

Wat: je gaat in je groepje voor of tegen argumenten bedenken over de stelling 
Hoe:door in je groepje je gaan zitten en argumenten te bedenken
Hulp: groot vel + stift
 Tijd: 10 minuten
Klaar: jullie kiezen 2 groepsgenoten uit die het debat gaan voeren
stopwatch
00:00

Slide 7 - Tekstslide

Debatsvorm 
2 van de voor- en tegenpartij voeren het debat. Rest is jury. 
Debatsleider: leidt het debat en geeft de beurten

V1: start met voorargument
T1: weerlegt argument voorpartij + eigen tegenargument
V2: weerlegt tegenargument + eigen voor argument
T2: weerlegt voorargument en komt met tegen argument

Slide 8 - Tekstslide

Regels

  1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten. 2. Je gaat staan wanneer het jouw beurt is
3. Je gebruikt geen scheldwoorden of straattaal
4. Blijf bij de stelling
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon
6. Je lacht een ander niet uit

Slide 9 - Tekstslide

De alcoholgrens moet worden teruggebracht naar 16 jaar








1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.
2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.
3. Je gebruikt geen scheldwoorden
4. Blijf bij de stelling
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon
6. Je lacht een ander niet uit
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vonden jullie het?




Welke partij heeft er gewonnen?


Slide 11 - Tekstslide