startrekenen 1F hoofdstuk 3

startrekenen 1F hoofdstuk 3
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

startrekenen 1F hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Doel 
Aan het eind van de les:
- Kan ik getallen van elkaar aftrekken
- Kan ik getallen splitsen en rijgen
- Kan ik getallen aftrekken onder elkaar op papier.

Slide 2 - Tekstslide

1. 
aftrekken

betekent dat je een getal van een ander getal afhaalt


De uitkomst noem je het verschil

Slide 3 - Tekstslide

Reken uit
8 - 3 =

Slide 4 - Open vraag

Reken uit
15 - 4 =

Slide 5 - Open vraag

Reken uit
11 - 8 =

Slide 6 - Open vraag

2.
getallen splitsen
Bij het aftrekken van getallen is het soms handig om een getal te splitsen

Slide 7 - Tekstslide

Aftrekken en getallen splitsen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

25 - 7
Getal 7 kun je splitsen in
A
7 en 0
B
5 en 2

Slide 11 - Quizvraag

Reken uit
25 -7 =

Slide 12 - Open vraag

35 - 9
Getal 9 kun je splitsen in
A
3 en 6
B
5 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Reken uit
35 -9 =

Slide 14 - Open vraag

3. 
Aftrekken van tientallen en eenheden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

27 - 15
Welk getal moet je splitsen?
A
27
B
15

Slide 18 - Quizvraag

27 - 15
15 splits je in
A
10 en 5
B
13 en 2

Slide 19 - Quizvraag

Reken uit
27 - 15 =

Slide 20 - Open vraag

4. 
Aftrekken van honderdtallen en tientallen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

168 - 15
Welk getal moet je splitsen?
A
168
B
15

Slide 23 - Quizvraag

168 - 15
15 splits je in
A
10 en 5
B
13 en 2

Slide 24 - Quizvraag

Reken uit
168 - 15 =

Slide 25 - Open vraag

227-125
Welk getal moet je splitsen?
A
227
B
125

Slide 26 - Quizvraag

227 - 125
125 splits je in
A
20 en 5
B
100 en 20 en 5

Slide 27 - Quizvraag

227 - 125
Wat bereken je eerst?
A
227 - 20
B
227 - 5
C
227 - 100

Slide 28 - Quizvraag

227 - 125
Je hebt al 227 - 100 berekend
Wat bereken je nu?
A
227 - 20
B
127 - 20
C
127 - 25

Slide 29 - Quizvraag

227 - 125
Je hebt al 227 - 100 berekend
Je hebt ook 127 - 20 berekend
Wat bereken je nu?
A
107 - 5
B
127 - 20
C
127 - 25

Slide 30 - Quizvraag

Reken uit
227 - 125 =

Slide 31 - Open vraag

5. 
Handig rekenen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Bereken 79 - 36
Wat is handig?
A
79 + 1 en 36 +1
B
79 - 1 en 36-1

Slide 36 - Quizvraag

Bereken 79 - 36 =

Slide 37 - Open vraag

Bereken 131 - 66
Wat is handig?
A
131 + 1 en 66 +1
B
131 - 1 en 66-1

Slide 38 - Quizvraag

Bereken 133 - 66 =

Slide 39 - Open vraag

2

Slide 40 - Video

00:25
Reken uit:

867 - 354 =

Slide 41 - Open vraag

01:09
Reken uit:

914 - 241 =

Slide 42 - Open vraag

Evaluatie

Slide 43 - Tekstslide

Wat moet je doen als het onderste getal hoger is dan het bovenste getal bij onder elkaar aftrekken?
A
gewoon door rekenen
B
de getallen omdraaien
C
lenen bij de buren

Slide 44 - Quizvraag

Welk getal moet je splitsen om een min som makkelijker te maken?
A
Het eerste getal
B
Het tweede getal
C
Maakt niets uit

Slide 45 - Quizvraag

Als je bij een rekensom aan beide kanten van de - som er evenveel bij doet blijft de uitkomst hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag