H6.3

VWO 4
6.3 Het absolutisme
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Duitse keizer macht verloor
- hoe de macht van Franse koningen werd vergroot
- hoe de macht van Engelse koningen werd beperkt


KA: het streven van vorsten naar absolute macht.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4
6.3 Het absolutisme
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Duitse keizer macht verloor
- hoe de macht van Franse koningen werd vergroot
- hoe de macht van Engelse koningen werd beperkt


KA: het streven van vorsten naar absolute macht.

Slide 1 - Tekstslide

VWO 4 6.3 Het absolutisme

De Duitse keizer verliest macht
Godsdienstvrede van Augsburg (1555). Men ging uit van het principe cuius regio, eius religio (wiens gebied, diens religie; de regionale politieke heerser bepaalde de godsdienst).
Dit veranderde doordat de katholieke Habsburgse keizer zijn macht probeerde te versterken: Dertigjarige oorlog van 1618 - 1648. (Eerste echte Wereldoorlog)
1. Protestantisme te onderdrukken. --> Duitse vorsten verzetten zich hiertegen.
2. Macht vergroten

Inmenging van Frankrijk (geologische motieven), Zweden (protestants) en Spanje.
Uitkomst: - miljoenen Duitsers stierven
                  - nederlaag voor de Habsburgse keizer
                  - Duitse rijk raakte versnipperd in honderden staten, stadstaatjes en                             vorstendommen.
                  - Habsburgse keizer richt zich op Oostenrijk --> groot rijk.

Ferdinand II (Graz, 9 juli 1578 – Wenen, 15 februari 1637), was de zoon van Karel II van Oostenrijk, broer van keizer Maximiliaan II, de vader van keizer Matthias. Hij behoorde tot het huis Habsburg en was van 1619 tot zijn dood Rooms-Duits koning en keizer.

Slide 2 - Tekstslide

VWO 4 6.3 Het absolutisme

De Machtige Franse koning
In Duitsland was de centrale macht van de keizer na 
1648 praktisch verdwenen, maar in Frankrijk was de
 positie van de koning versterkt --> Lodewijk XIV.
l'état c'est moi= de staat, dat ben ik.
De macht van de vorst moest door niets beperkt worden. Hij besliste alles alleen. De Staten-Generaal werd nooit bijeen geroepen en regionale gerechtshoven werden geen goedkeuring meer gevraagd.

--> legitimatie: Droit Divin (=goddelijk recht)
Volgens de hofprediker Bossuet had Lodewijk zijn macht gekregen van God en hoefde hij zich alleen tegenover hem te verantwoorden.
Een sterke koning was nodig om te voorkomen dat onderdanen elkaar te lijf gingen.
--> regeringssysteem van Lodewijk XIV= absolutisme
Lodewijk XIV
Zonnekoning Lodewijk XIV

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

VWO 4 6.3 Het absolutisme

De machtige Franse koning
Symbool voor de macht van Lodewijk XIV: paleis van Versailles. Hij liet het oorspronkelijke jachtgebouw grondig verbouwen tot een indrukwekkend paleis.

Op deze wijze vergrootte Lodewijk XIV zijn macht;
- Edelen moesten hun intrek nemen op het paleis en leven volgens een strenge etiquette. --> doel: een opstand voorkomen.
- Het leger kwam onder Lodewijks controle (staatsleger i.p.v. afhankelijk te zijn van de edelen). Hoge adel leverden alleen de hoogste officieren, maar loyaal.
- Trok in 1685 het Edict van Nantes in --> vele Hugenoten (calvinisten) moesten wegvluchtten.
- Overheid bemoeide zich met de economie. Minister Colbert (mercantilisme) moest zorgen voor voldoende belasting. Hij beschermde de Franse economie door subsidies te verschaffen.

Minister Colbert
Paleis van Versailles

Slide 5 - Tekstslide

VWO 4 6.3 Het absolutisme

De Engelse koning verliest macht
In landen rondom Frankrijk streefden vorsten ook naar absolute macht.
- keizer van Oostenrijk, - koning van Pruisen, - tsaar van Rusland

In Engeland liep eindigde de machtsstrijd tussen de koning en het parlement in 1649 met de onthoofding van koning Karel I --> republiek.
In 1660 werd de monarchie hersteld door koning Karel II (streven naar absolute macht). Spanningen liepen weer op. Zijn opvolger Jacobus II was ook nog eens katholiek.
De protestante parlementsleden spanden samen met de Nederlandse stadhouder Willem III. In 1688 voer hij met een invasievloot naar Engeland. Jacobus II vluchtte naar Frankrijk en Willem III werd koning van Engeland.
In ruil beloofde Willem III de rechten van het parlement te respecteren.                 (= Glorious Revolution) --> Engeland werd een constitutionele monarchie.
Willem III
Willem III komt aan bij Torbay

Slide 6 - Tekstslide

Toon met twee voorbeelden aan dat Lodewijk XIV niet almachtig werd.

Slide 7 - Open vraag

Gebruik afbeelding 6.15.
Leg uit of deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 8 - Open vraag

Welke uitspraak is goed? Gebruik de tekst; 'De Duitse keizer verliest macht'.
A
De Duitse keizer streefde naar meer macht in het Duitse rijk.
B
Door de Dertigjarige Oorlog verloor de Duitse keizer macht in het Duitse rijk.
C
Beiden zijn goed.
D
Beiden zijn fout.

Slide 9 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed? Gebruik de tekst 'De machtige Franse koning'.
A
Lodewijk XIV had nog geen absolute macht in Frankrijk.
B
Het mercantilisme paste bij het absolutisme omdat burgers rijker werden door subsidies.
C
Beiden zijn goed.
D
Beiden zijn fout.

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed? Gebruik de tekst 'De Engelse koning verliest de macht'.
A
De Russische tsaar had absolute macht.
B
Door de Glorious Revolution werd Engeland een constitutionele monarchie met een koning met absolute macht.
C
Beiden zijn goed.
D
Beiden zijn fout.

Slide 11 - Quizvraag

Gebruik afbeelding 6.16
Leg uit of deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 12 - Open vraag

VWO 4 6.3 Het absolutisme

Aan de slag!
- Kijk de eindopdrachten 6.2 na.
- Maak de eindopdrachten in Teams

Slide 13 - Tekstslide