Training Formatief Evalueren

Jan-Jaap Klomp
Formatief evalueren
Lyceum Ypenburg
02-03-2021
Tekst
1 / 67
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMiddelbare schoolPraktijkonderwijsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 67 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Jan-Jaap Klomp
Formatief evalueren
Lyceum Ypenburg
02-03-2021
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Klik hier voor een poster voor het model Feed up, Feedback en Feed forward 
Even voorstellen
Jan-Jaap Klomp
ICT onderwijsspecialist

Ervaring po &vo
leraar
intern-begeleider

#Nijmegen

Slide 2 - Tekstslide

Stel jezelf voor. Kies hiervoor een vorm die bij je past. Laat ook zien dat je uit het onderwijs komt en dat je expert bent op dit gebied. 
Wat hoop jij deze training te leren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet jouw ideale onderwijssituatie eruit?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat roept dit bij jou op?
Jan-Jaap Klomp
ICT onderwijsspecialist

Ervaring po &vo
leraar
intern-begeleider

#Nijmegen

Slide 5 - Tekstslide

Stel jezelf voor. Kies hiervoor een vorm die bij je past. Laat ook zien dat je uit het onderwijs komt en dat je expert bent op dit gebied. 
Doelen
Aan het einde van de module weet je:






  1. De doelen van toetsen (voor jou)
  2. Het verschil tussen formatief en summatief evalueren
  3. Hoe je op cyclische wijze formatief evalueren kunt vormgeven
  4. Welke eerste stap je kunt zetten richting formatief evalueren in je eigen lespraktijk
  5. Hoe je de eerste stap kunt zetten richting formatief evalueren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud training
  • Toetsing algemeen
  • Formatief Evalueren
  • Pauze
  • Een model voor Formatief evalueren (FE)
  • Implementatie
  • Aan de slag
  • Afronding
Disclaimer
Deze module is mede tot standgekomen in samenwerking met Stichting Leerplan Ontwikkeling. De hoor- en werkcolleges (PowerPoint) en de online toolkit zijn gebruikt bij de totstandkoming. Hierdoor kunnen deze gelijkenissen bevatten. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud training bijeenkomst 2
  • Terugblik op bijeenkomst 1
  • Formatief Evalueren met teams (Rubrics)
  • Vervolg stappen
  • Aan de slag
  • Afronding
Disclaimer
Deze module is mede tot standgekomen in samenwerking met Stichting Leerplan Ontwikkeling. De hoor- en werkcolleges (PowerPoint) en de online toolkit zijn gebruikt bij de totstandkoming. Hierdoor kunnen deze gelijkenissen bevatten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatief evalueren is  meer dan alleen een instrument inzetten, zoals een quiz, rubric of oefentoets.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is toetsen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de term toetsen?
Vul de eerste drie woorden in waar je aan denkt...

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voor jou de essentie van toetsen?
A
Afsluiten van een hoofdstuk of paragraaf
B
Controle of (les-)doelen gehaald zijn
C
Hulpmiddel om leerlingen te laten leren (vormgeven leerproces)
D
Bepalen of een leerling naar een volgend leerjaar kan of geslaagd is

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van toetsen

  • Welke doelen voor toetsen kun je bedenken? (±5 minuten)
  • Deel dit met een collega naast je en probeer ze categoriseren (±5 minuten)
  • Plenair bespreken (5 minuten)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen
Deel twee doelen die je met je collega hebt bedacht.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van toetsen
  • Summatief: Beoordelen van de leerling bijv. Selecteren, classificeren, plaatsen of certificeren
  • Is vaak het eindpunt voor leren

  • Formatief: Beoordelen van het leerproces bijv. voortgang bijhouden, ontwikkeling tav leerdoelen bijhouden, onderwijs aanpassen aan behoeftes
  • Is vaak het startpunt voor leren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kok die zijn soep proeft is
De gast die de soep proeft is
Formatief
Summatief

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Formatief evalueren
De essentie van formatief evalueren is het bijsturen van het leerproces om zo te zorgen dat leerlingen kunnen én mogen leren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsrevolutie (Sluijsmans & Kneyber, 2016):
"[...] een toets kan van zichzelf niet formatief zijn; het is geen inherente eigenschap van een toets (p. 10).”

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen
Wat vraagt formatief werken van de docent?.

Slide 21 - Open vraag

Ook deze studie
concludeert dat er nog weinig bewijs is voor daadwerkelijk effect van formatief toetsen op studenten en roept
op tot effectstudies. Beide reviews concluderen bovendien dat de docent en de studenten in de klas de cruciale
schakels zijn in het formatieve toetsproces: zo gaat het erom hoe zij een methodiek inzetten en niet om de
methodiek zelf. Beide reviews benadrukken sterk de behoefte aan docentenprofessionalisering. Hierbij gaat
het om vragen als: “Wat moeten docenten kennen en kunnen om formatief toetsen vorm te geven?” en “Wat
zijn effectieve vormen van professionalisering op dit gebied?”. 
Formatief evalueren

Alle activiteiten die leerlingen en docent uitvoeren om de leeractiviteiten van leerlingen in kaart te brengen, te interpreteren en te gebruiken om betere beslissingen te maken over vervolgstappen (Black & Wiliam, 2008)


Slide 22 - Tekstslide

Waar gaat de student naartoe? Dit noemen Hattie en Timperly ook wel feedup
2. Waar staat de student nu? Dit noemen Hattie en Timperly ook wel feedback
3. Hoe komt de student naar de gewenste situatie / hoe nu verder? Dit noemen Hattie en Timperly ook
wel feedforward.
Over formatief evalueren

  • Docent en leerling: Continu feedback geven en ontvangen om het leren in de school te verbeteren
  • Formatief evalueren kán leiden tot meer motivatie, eigenaarschap en zelfregulatie bij leerlingen


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiemiddag 1; strategie 1 & 2
1. LesdoelenLe

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatief evalueren
Formatief toetsen laat je achteruit kijken om vervolgens een plan naar de toekomst te maken: je kijkt dus vooruit om te zien wat er nog geleerd moet worden om je leerdoel te halen

Feed-Up, geef duidelijk de doelen aan. Je leert…..
Feedback, laat je inzien wat beheerst en niet beheerst wordt.

Feed forward, waar moet de leerling nog aan werken.

Slide 25 - Tekstslide

Waar gaat de student naartoe? Dit noemen Hattie en Timperly ook wel feedup
2. Waar staat de student nu? Dit noemen Hattie en Timperly ook wel feedback
3. Hoe komt de student naar de gewenste situatie / hoe nu verder? Dit noemen Hattie en Timperly ook
wel feedforward.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
Drie stellingen...

Slide 27 - Tekstslide

Laat deze eventueel achterwege. Bepaal aan de hand van de input, voorkennis en beginsituatie of het nodig is om misconcepten aan de kaak te stellen. Daarvoor zijn deze stellingen.

Wanneer je gebruikmaakt van rubrics noem je dit formatief evalueren
A
Eens
B
Oneens

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een toets is formatief als hieraan geen cijfer verbonden is
A
Eens
B
Oneens

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formatief evalueren verhoogt de administratieve last
A
Eens
B
Oneens

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
Pauze

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een FE-model
Het FE-model

Slide 32 - Tekstslide

Het FE-model is er één van velen. Een bekend model is die van William (feedback, feed up en feed forward). Dit model is ook impliciet in het FE model van Gulikers en Baartmans zichtbaar. 

Indien enkele docenten dit model waarderen/kennen, kun je ervoor kiezen om dit model te koppelen aan het FE-model van Gulikers & Baartman (2017). 

Slide 33 - Tekstslide

De FE-cyclus gaat er daarom vanuit dat de docent eerst het formatieve proces in de vingers moet hebben en dit moet inzetten in de klas. Hierbij moet de docent ook activiteiten ontwerpen die leerlingen stap voor stap meeneemt. 

https://events.slo.nl/file/9d883562-d00d-4a40-8971-bbe4123fa80d/1543313644


Gulikers, J. T. M., & Baartman, L. (2017). Doelgericht professionaliseren. Formatief toetsen met effect! Wat DOET de docent in de klas?: Eindrapport NRO-PPO overzichtsstudie dossiernummer 405-15-722. NRO.

A. Benoemen van een doel
B. Verzamelen van data
C. Analyseren van data
D. Interpreteren van data
E. Komen tot actie: op basis van interpretaties beslissingen nemen en vervolgstappen zetten. 
Enkele opmerkingen
  • Het is één van de vele modellen
  • Het model is gebaseerd op het handelen van de docent
  • De samenhang tussen alle fases uit het model is belangrijk
  • Het model is cyclisch 
    (geen 'rigide' stappenplan)


  • De mini-cyclus: 2-3-5
  • Snel schakelen tussen fases (2-3-2-3-5)
  • Fase 1 en 5 worden het minst vaak toegepast. Vergeet deze dus niet... ;)  



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent 
  • WALF & WILF doel en gedrag. 
  • Een doel helder stellen vraagt oefening.
  • Weet kennis over leerlijn in eigen vakgebied te vertalen naar goede leerdoelen
  • Gebruikt actieve werkvormen om met studenten leerdoelen en succescriteria te benoemen en verhelderen 
  • Formuleert leerdoelen die randvoorwaarden aangeven, maar ook ruimte voor individuele invulling laten 

Slide 35 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 

Fase 1 gaat over het verhelderen van verwachtingen. Dit heeft betrekking op leerdoelen en succescriteria. De
studies in deze overzichtsstudie laten zien dat docenten dit op verschillende manieren doen. Hierin zijn vier
thema’s te onderscheiden:
1. Formuleren van heldere en doelgerichte leerdoelen, succescriteria en learning progressions als
voorwaarde voor formatief toetsen. Dit houdt ook in dat de doelen mede bepaald worden door het
doel dat de docent met formatief toetsen heeft
2. Communiceren van leerdoelen en succescriteria naar studenten, op meerdere manieren en
momenten
3. Actief betrekken van studenten en gezamenlijk expliciteren
4. Balans tussen helder gespecifieerde doelen en te dichtgetimmerde doelen

WALF (“What Are we Learning For”) en WILF (“What I
am Looking For”) strategie
De docent 
Welke vragen stel je jezelf en elkaar?
  • Welke doelen wil ik met mijn studenten bereiken? Alleen cognitieve doelen  (begrip/inzicht)? 
  • Wil ik met formatief toetsen bereiken dat studenten meer verantwoordelijkheid over hun eigen leren nemen?  
  • Werk ik met succescriteria? Hoe betrek ik studenten hierbij?
  • Hoe krijgen mijn studenten een goed beeld van de doelen en hoe ze die kunnen bereiken? 
  • Is “vrijheid binnen randvoorwaarden” van toepassing op mijn leerdoelen?

Slide 36 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 

Fase 1 gaat over het verhelderen van verwachtingen. Dit heeft betrekking op leerdoelen en succescriteria. De
studies in deze overzichtsstudie laten zien dat docenten dit op verschillende manieren doen. Hierin zijn vier
thema’s te onderscheiden:
1. Formuleren van heldere en doelgerichte leerdoelen, succescriteria en learning progressions als
voorwaarde voor formatief toetsen. Dit houdt ook in dat de doelen mede bepaald worden door het
doel dat de docent met formatief toetsen heeft
2. Communiceren van leerdoelen en succescriteria naar studenten, op meerdere manieren en
momenten
3. Actief betrekken van studenten en gezamenlijk expliciteren
4. Balans tussen helder gespecifieerde doelen en te dichtgetimmerde doelen

WALF (“What Are we Learning For”) en WILF (“What I
am Looking For”) strategie

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De docent
  • Gebruikt manieren om studentreacties te ontlokken passend bij leerdoelen
  • Stelt open vragen gericht op diep begrip in plaats van op het goede antwoord
  • Stimuleert klas/groepsdiscussies om zicht te krijgen op begrip, onbegrip en misconcepties van de klas 
  • Kan inspringen op wat studenten inbrengen

Slide 39 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 
De docent
Welke vragen stel je jezelf en elkaar?
  • Hoe kan ik een klas/groepsdiscussie gebruiken voor formatief toetsen? 
  • Welke vragen stel ik mijn studenten om te achterhalen wat hun begrip van mijn
    vak is? Geven die vragen mij de informatie die ik zoek? (doorvragen)
  • Weet een balans te vinden tussen formele en informele werkvormen.

Slide 40 - Tekstslide

 Een belangrijk inzicht hierbij
is dat dit kan via geplande, formele methodieken, zoals diagnostische toetsen, maar ook
via meer ongeplande, informele werkvormen
zoals observaties en klasdiscussies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht
  • Welke voorbeelden van informeel en formeel evalueren ken jij?
  • Schrijf zo veel mogelijk op
  • Deel dit met je collega
  • Bespreken met de groep

Slide 43 - Tekstslide

Onder fase 2 vallen alle mogelijke manieren, methodieken en strategieën die docenten gebruiken om data (i.e.
reacties, responsen) van studenten te ontlokken en te verzamelen. De thema’s die hierin terugkwamen, zijn:
1. Ontwerpen en inzetten van doelgerichte methodieken, gekoppeld aan leerdoelen
2. Het repertoire aan methodieken, formeel en informeel, dat de docent gebruikt in de klas
3. Gebruik maken van vragen stellen en klasdiscussies gericht op het uitdiepen van begrip in plaats van
zoeken naar het goede antwoord
4. Mate waarin de discussies meer studentgestuurd zijn
Delen
Welke voorbeelden van informeel en formeel evalueren ken jij?

Slide 44 - Open vraag

Ook deze studie
concludeert dat er nog weinig bewijs is voor daadwerkelijk effect van formatief toetsen op studenten en roept
op tot effectstudies. Beide reviews concluderen bovendien dat de docent en de studenten in de klas de cruciale
schakels zijn in het formatieve toetsproces: zo gaat het erom hoe zij een methodiek inzetten en niet om de
methodiek zelf. Beide reviews benadrukken sterk de behoefte aan docentenprofessionalisering. Hierbij gaat
het om vragen als: “Wat moeten docenten kennen en kunnen om formatief toetsen vorm te geven?” en “Wat
zijn effectieve vormen van professionalisering op dit gebied?”. 
Voorbeelden

  • Toetsen
  • Gesprekken
  • Vragen stellen
  • Doorvragen
  • Kahoot! 
  • Presentatie
  • Een schets



Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent
  • Neemt de tijd om studentreacties kritisch te bekijken.
  • Analyseert studentreacties op kernaspecten en leerdoelen van het vakgebied.
  • Oordeelt niet te snel, maar vraagt door en verzamelt aanvullend bewijs.
  • Laat studenten actief hun eigen en elkaars werk vergelijken en interpreteren.

Slide 46 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 

Slide 47 - Tekstslide

https://www.slo.nl/publish/pages/6647/voorbeelden-valkuilen-van-een-beoordelaar.pdf

Rubrics

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Een rubric maken
Stap 1: Je gaat naar opdrachten en klikt op "rubriek toevoegen"

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een rubric maken
Stap 2: Vervolgens kan je ofwel een reeds aangemaakte Rubric toevoegen, een Rubric uploaden of er zelf eentje aanmaken. We kiezen nu voor het aanmaken van een nieuwe Rubric. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een rubric maken
Stap 3: De Rubrics maken.

Je kan zelf beoordelingscriteria invullen, zoveel als je wilt
Je kan zelf de kolommen invullen, toevoegen en verwijderen
Je kan punten toekennen aan een Rubrics en vervolgens ook per onderdeel aangeven hoe zwaar deze meetellen. 
Hier zie je hoe zwaar het onderdeel mee telt in de eindbeoordeling. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht met Rubrics nakijken

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht met Rubrics nakijken

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.7 Opdrachten maken met Forms

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent
Welke vragen stel je jezelf en elkaar?
  • Trap ik weleens in de valkuil van (te) snel oordelen? Hoe kan dat anders? (misconcepties)
  • Organiseer ik gerichte activiteiten waarmee studenten eigen en elkaars
    antwoorden kunnen analyseren?

Slide 55 - Tekstslide

Focus op inhoud.
Oordeel niet te snel 
De docent
  • elke vragen stel je jezelf en elkaar?
  • Geeft concrete suggesties voor verbetering gekoppeld aan de leerdoelen
  • Biedt ruimte om iets te doen met de feedback en verbetering te laten zien.
  • Laat studenten zichzelf en elkaar feedback geven, maar biedt hier een
    heldere structuur voor.

Slide 56 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 
Beoordeling: ZELF- & PEER assessment
  • De student geeft een beoordeling aan medestudent(en).
  • Het gaat om een kritische beoordeling van een product, prestatie of proces (niet een persoon).
  • Door anderen te beoordelen, leert de student wat hij zelf nog kan verbeteren en gaat hij nadenken over wat goed is.
  • Lange termijn: de student leert om zelfstandig het eigen werk kritisch te evalueren.
  • Een peer-assessment is meestal bedoeld als diagnostisch instrument om studenten van elkaar te laten leren.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent
Welke vragen stel je jezelf en elkaar?
  •  Hoe geef ik feedback? Op welke manier maak ik hierbij gebruik van de leerdoelen?
  • Op welke manier geef ik studenten de mogelijkheid om zich te verbeteren na feedback? En hoe waardeer ik dat?
  • Hoe zet ik zelf- en peer-feedback in? Op welke manier geef ik hier structuur aan? Is dit de meest zinvolle vorm?

Slide 58 - Tekstslide

Geef goede voorbeelden hoe dit eruitziet. Bij voorkeur van meerdere vakken. En laat docenten eventueel zelf voorbeelden bedenken. 
De Docent
De belangrijkste fase wellicht.....

  • Past vervolginstructie/werkvorm aan naar aanleiding van analyse van
     
    studentantwoorden.
  • Zet een breder didactische reportoire in dan “herhalen” en “vertragen of
    versnellen”
  • Durft af te wijken van voorgestructureerde curriculum/lesplan.
  • Biedt structuur aan zelfregulerende/zelfsturende activiteiten.

Slide 59 - Tekstslide

Een aanvullend cruciaal verschil tussen een meer of minder effectieve formatieve toetspraktijk in de klas is of
de feedback concreet gekoppeld is aan ideeën voor verbeteracties, en de docent vervolgens ruimte en mogelijkheid geeft om daadwerkelijk iets met deze
feedback te doen om verbetering te laten zien
Het inzetten van zelf- en peer-assessments in deze fase is vaak benoemd als krachtige formatieve toetspraktijk
De Docent
Welke vragen stel je jezelf en elkaar?

  • Pas ik mijn lessen weleens aan naar aanleiding van studentreacties?
  • Waarop baseer ik mijn keuzen dan? Analyses van studentreacties?
  • Heb ik voldoende didactisch repertoire om stof op een andere manier aan te bieden?
  • Verwacht ik dat studenten naar aanleiding van hun resultaten hun eigen leren verder sturen? Hoe help ik hen hierbij?

Slide 60 - Tekstslide

Een aanvullend cruciaal verschil tussen een meer of minder effectieve formatieve toetspraktijk in de klas is of
de feedback concreet gekoppeld is aan ideeën voor verbeteracties, en de docent vervolgens ruimte en mogelijkheid geeft om daadwerkelijk iets met deze
feedback te doen om verbetering te laten zien
Het inzetten van zelf- en peer-assessments in deze fase is vaak benoemd als krachtige formatieve toetspraktijk
Implementatie: hoe dan?

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene opmerkingen
  • Meer informele aanpakken (bijv. veel vragen stellen en doorvragen)

  • Kleine stapjes
  • Docent-leerling relatie: Vertrouwen en communicatie is belangrijk
  • De leerling is cruciaal: betrek hen bij het proces. Bijvoorbeeld het opstellen van succescriteria en peer-feedback.

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht
  • Vul de zelfevaluatie in
  • Vergelijk jouw zelfevaluatie met je die van je collega's
  • Vergelijk ook je sterke punten en ontwikkelpunten met collega's
  • Welke overeenkomsten en/of verschillen zie je?

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
Tijdens de werkbijeenkomsten ga je met het volgende aan de slag:
  • Je kiest één ontwikkelpunt uit je zelfevaluatie
  • Je kiest één les en klas (tip: houd het klein)
  • Je doorloopt tijdens één les de gehele FE-cyclus
  • Je focust hierbij op je eigen ontwikkelpunt


Tijdens de werkbijeenkomsten krijg je verdere toelichting en begeleiding. Inhoudelijke vragen kun je nu stellen. 

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probeer het te vatten in één woord

Met welk thema
ga jij aan de slag?

Slide 66 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Link naar het evaluatieformulier
Evalueren
Ga naar mijn.academy4learning.nl en vul het evaluatieformulier in! Alvast hartelijk dank!

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies