8.4. Hoe vrij ben jij?

8.4 Hoe vrij ben jij?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.4 Hoe vrij ben jij?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de overheid voor vrijheid zorgt.
  • Je kunt uitleggen hoe burgers voor vrijheid zorgen.
  • Je kunt uitleggen welke verschillen er zijn tussen mensen in de huidige samenleving.
  • Je kunt uitleggen wat vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar te maken hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Een recht is
A
iets wat je moet
B
iets wat je mag

Slide 3 - Quizvraag

Een plicht is
A
Iets wat je mag
B
Iets wat je moet

Slide 4 - Quizvraag

Rechten
Plichten
Het recht om naar school te gaan
Recht op een uitkering - geld als je even geen werk hebt
Het recht op bescherming van je spullen
Het recht op bescherming van je vrijheid
Plicht om belasting te betalen
Leerplicht - je moet naar school
Plicht de politie te gehoorzamen - doen wat te politie zegt
Plicht om spullen van de ander niet kapot te maken of te stelen

Slide 5 - Sleepvraag

Vrijheid van meningsuiting is een plicht
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Overheid
Overheid = regering en alle mensen die in dienst van de regering werken, zoals politieagenten en belastinginspecteurs.

Slide 8 - Tekstslide

Een belangrijke taak van de overheid is het beschermen van de grondrechten. 
Er zijn twee soorten grondrechten.

Slide 9 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
Om mensen te beschermen, zijn er klassieke grondrechten. Daarbij horen het recht op vrijheid, gelijkheid en privacy. Klassieke grondrechten zorgen ervoor dat de overheid iedereen eerlijk behandelt.

Slide 10 - Tekstslide

Sociale grondrechten
In sociale grondrechten staat hoe de overheid voor burgers moet zorgen. Daarin staat bijvoorbeeld dat mensen recht hebben op onderwijs en zorg en een inkomen als ze ziek, oud of werkeloos zijn. Deze sociale grondrechten kosten veel geld. Daarom moeten mensen eerst zelf zorgen voor dingen die ze nodig hebben. Dat heet Participatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Participatie
Participatie = meedoen. 
Bijvoorbeeld: als je ouders ziek zijn, hebben ze recht op hulp. Maar dat wil niet zeggen dat de overheid hier altijd voor moet zorgen. Misschien kun jij wel helpen bij de verzorging. Als dat echt niet lukt, dan helpt de overheid.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de overheid?
A
alleen ambtenaren
B
alleen politici
C
ambtenaren en politici samen
D
meneer Niederer

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen sociaal grondrecht, maar een klassiek grondrecht
A
recht op bewoonbaarheid
B
recht op bestaanszekerheid
C
recht op gezondheidszorg
D
vrijheid van meningsuiting

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen klassiek grondrecht maar een sociaal grondrecht?
A
vrijheid van meningsuiting
B
recht op woongelegenheid
C
vrijheid van godsdienst
D
vrijheid van onderwijs

Slide 15 - Quizvraag

Controle en vrijheid
De overheid controleert of mensen zich aan de regels houden. Maar mensen controleren ook elkaar. Ze letten op het gedrag van anderen. Dat heet sociale controle.

Slide 16 - Tekstslide

Controle en vrijheid
Individuele vrijheid is de vrijheid die je zelf hebt om te doen wat je wilt. Volledige individuele vrijheid heb je nooit: je hebt altijd met regels en met anderen te maken. 

Mensen die daar weinig of geen rekening mee houden, zijn asociaal.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Zijn we nu gelijk?
Grondwet gelijke rechten. 
Vrouwen lager salaris. Vrouwenquotum. Emancipatie

Discriminatie:
migratie-achtergrond,
vrouwen,
gehandicapten of
homoseksuelen. 

Slide 20 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting.

Je mag bijvoorbeeld geen leugens over iemand verspreiden. 
Je mag ook geen discriminerende dingen schrijven of zeggen. Bij de vrijheid van meningsuiting moet je dus nadenken over wat woorden en beelden met anderen kunnen doen. Daar moet je rekening mee houden.

Slide 21 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting is een:
A
Klassiek grondrecht
B
Grondwet
C
Kiesrecht
D
Grondrecht

Slide 22 - Quizvraag

Wat is Emancipatie?
A
Het krijgen van gelijke kansen
B
Het krijgen van gelijke rechten
C
Het krijgen van gelijke kansen en rechten
D
Het eisen van gelijke kansen en rechten

Slide 23 - Quizvraag

Emancipatie
Sociale controle
Grondrecht
Participatie

Slide 24 - Sleepvraag

Leerdoelen: wat weet je nu over:
  • hoe de overheid voor vrijheid zorgt.
  • hoe burgers voor vrijheid zorgen.
  • welke verschillen er zijn tussen mensen in de huidige samenleving.
  • wat vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar te maken hebben.

Slide 25 - Tekstslide