Voorbereiding toets deel 2

Nederlands
Voorbereiding toets Taalverzorging 
Deel 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Voorbereiding toets Taalverzorging 
Deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. Oefenen
2. Uitleg wat kun je thuis doen!
2. Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag oefenen we de PV de TT en meervouden op -en -s

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij IK, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij HIJ / ZIJ / HET, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als JIJ achter de PV staat, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel pas je toe bij:
de ik-vorm
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel pas je toe bij:
jij achter het werkwoord
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel pas je toe bij:
de het-vorm
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel pas je toe bij:
jullie
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm op:
Ik (lopen) naar huis

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm op:
Ik (rennen) door de tuin

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de juiste vorm op:
Ik (braden) een stukje vlees

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofee

Slide 17 - Tekstslide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 18 - Tekstslide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Wat is de meervoudsvorm van het woord bureau?

Slide 19 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een klinker (tweeklank).
Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 20 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 21 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 22 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 23 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Uitzonderingen
Een aantal woorden houden zich niet aan de standaard meervoudsregels. 

Bijvoorbeeld: 
koe-koeien, kind-kinderen, museum-musea

Hier ga je in latere lessen mee oefenen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om je goed voor te bereiden op de toets?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag.
Ga nu de rest van de les aan de slag met de voorbereidingen op de toets. Succes! 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Succes met de voorbereiding, tot morgen! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies